Privé-eilanden Jeffrey Epstein zakken in verkoopprijs
De twee Caribische eilanden die voorheen in het bezit waren van Jeffrey Epstein zijn behoorlijk moeilijk te verkopen. Zo moeilijk zelfs dat de dienstdoende makelaar de vraagprijs voor Great St. James en Little St. James van 117 miljoen euro heeft laten zakken naar 103 miljoen euro. De eilanden zijn gelegen in de Amerikaanse Virgin Islands. Dit meldt 'The Wall Street Journal'.
"Je kan die geschiedenis niet uitwissen, tenzij je alle huizen laat afbreken en er iets totaal nieuws bouwt"
Geïnteresseerden kunnen beide eilanden kopen, maar eventueel ook een van de twee. "Hoewel het om een prachtig stuk land gaat, gelegen op een A-locatie hangt er natuurlijk een zwarte wolk boven van misbruik en zelfs pedofilie. Dat schrikt potentiële kopers af, omdat het toch altijd die plek blijft waar Jeffrey Epstein zoveel minderjarige meisjes heeft misbruikt. Je kan die geschiedenis niet uitwissen, tenzij je alle huizen laat afbreken en er iets totaal nieuws bouwt", aldus een bron.
De eilanden zijn een paar van de laatste onderdelen van Epsteins vastgoedportfolio. In maart 2021 werd zijn pand in Manhattan voor 48 miljoen euro verkocht, waarna zijn villa in Palm Beach voor 17,5 miljoen euro van de hand ging. Het huis in Florida werd vernietigd om een compleet nieuw huis op het stuk grond te bouwen. De ranch in New Mexico en de appartement in Parijs staan ook nog steeds te koop.
Volgens Daniel Weiner, advocaat van de erven van de miljonair, gaan de opbrengsten van het onroerend goed naar het bekostigen van juridische teams en het onderhoud van de panden.