Aad van Toor wordt nog steeds verlegen van complimenten: 'Ontzettend lief'
Aad van Toor (81), beter bekend als acrobaat Adriaan, wordt na al die jaren nog steeds verlegen als mensen hem op straat of per mail complimenten geven over de gloriejaren van 'Bassie en Adriaan'. Dat vertelt hij in gesprek met het ANP. "Toen ik twintig jaar geleden hoorde dat ik kanker had, dacht ik dat het afgelopen was", vertelt Aad. "Maar ik leef nog steeds. En dat maakt alle mooie en lieve dingen die mensen nog bijna dagelijks tegen mij zeggen nog steeds grote cadeautjes. Ik word er nog steeds verlegen van."
"Ik wist me echt geen houding te geven. Maar het is natuurlijk wel ontzettend lief"
Aad en zijn broer Bas treden al jaren niet meer op. Maar dankzij een speelfilm, een expositie en nu een documentaire wordt de herinnering aan hun oeuvre wel levend gehouden. "Mensen zeggen dat ze dankzij ons zo'n fijne jeugd hebben gehad, dat is zo'n gekke gewaarwording." Laatst at Aad in een Japans restaurant in Spanje, waar hij het grootste deel van de tijd woont. "Er zat een groep Nederlanders, een man of veertig, die opeens opstond en ging applaudisseren. Hoe reageer je daarop? Ik wist me echt geen houding te geven. Maar het is natuurlijk wel ontzettend lief."
Aad vindt het soms ook wat gek dat niemand met 'zure zeurmails' komen. "Ik hoor wel eens dat er mensen zijn die haatberichten ontvangen via sociale media, maar dat wordt ons bespaard", lacht hij. "We krijgen echt alleen maar leuke reacties en complimenten."
De beroemde acrobaat doet ook zijn best om altijd aardig te blijven als fans hem aanschieten en altijd de tijd te nemen voor een selfie of een handtekening. "Ik ga wel merken dat ik 81 ben en dat het soms wat zwaarder wordt om elke keer ja te zeggen", erkent hij. "Maar ik vind het te leuk om het niet te doen. En we vergeten nooit aan wie we ons succes te danken hebben: aan de fans. Die zullen we nooit willen teleurstellen."
AVROTROS zendt op 7 januari om 18.10 uur de documentaire Een schat aan herinneringen uit, over het leven en werk van Aad en Bas van Toor.