Advies: verlaag aantal omroepen NPO van negen naar zes

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) moet uit maximaal zes omroepverenigingen bestaan. Dat is een van de adviezen van het Adviescollege Publieke Omroep, dat in opdracht van het kabinet de toekomst van de publieke omroep heeft onderzocht. Ook vindt het college onder leiding van oud-politicus Pieter van Geel (CDA) dat de overheid zich minder moet bemoeien met de publieke omroep. Zo staat in het rapport Eenheid in Veelzijdigheid dat maandag in Den Haag aan staatssecretaris Gunay Uslu (50) van Media is aangeboden.
Het aantal ledenomroepen moet volgens het college omlaag naar maximaal zes, waar dat er nu nog negen zijn. Deze omroepen zullen als 'dragende' omroepen opereren. De rest worden 'redactie-omroepen' die onder die dragende omroepen zullen vallen. Het huidige vereiste minimaal aantal betalende leden per omroep (150.000) blijft gehandhaafd om versnippering van het bestel te voorkomen. Taakomroepen NOS en NTR, die geen betalende leden hebben maar ieder een eigen wettelijke opdracht hebben, worden in het rapport buiten beschouwing gelaten.
Omroepen moeten ook aan strengere voorwaarden voldoen. Ze moeten volgens het college worden beoordeeld op criteria als herkenbaarheid en toegevoegde waarde in de samenleving. Omroepen krijgen daarnaast wel meer verantwoordelijkheid als het aan het college ligt, onder meer door ze zelf meer regie te geven over hun budgetten.
Het college vindt dat beslissingen over het toe- en uittreden van de omroepen niet meer bij de staatssecretaris moeten liggen, maar bij een nog op te richten onafhankelijke autoriteit. Die zogenoemde Autoriteit Publieke Media (APM) krijgt alle taken die te maken hebben met het toezicht op de beoordeling van de publieke omroep. Volgens het college is de overheid te veel bezig met het sturen, controleren en het operationele deel en moet de relatie met de NPO onafhankelijker.
Verder wil het college dat de publieke omroep breed blijft, want de NPO heeft een verbindende functie en moet voor 'iedereen' zijn. Ook zou er structureel geïnvesteerd moeten worden in online activiteiten.
Uslu vroeg het adviescollege eind vorig jaar om onderzoek te doen naar de huidige staat en werking van de NPO. Later kreeg het adviescollege op verzoek van de Tweede Kamer de vraag om ook naar de toekomstbestendigheid van de NPO te kijken. Uslu wil mogelijk de Mediawet veranderen op basis van de voorstellen van het college.
Pieter van Geel hoopt dat omroepen inzien dat het advies van het Adviescollege Publieke Omroep hen helpt en niet tegenwerkt. Met de strengere voorwaarden kunnen de omroepen volgens hem juist bewijzen wat ze kunnen, zegt Van Geel na het presenteren van de bevindingen van het college tegen het ANP. "We hopen als het bezonken is, dat omroepen en anderen zien dat wij een basis leggen. Niet om omroepen af te schaffen of vervelend te doen."
Het advies is dan ook bedoeld om het proces 'degelijker' te maken, vervolgt Van Geel. "De autoriteit hoeft dan niet te oordelen op basis van een mooi pr-verhaal en iemands blauwe ogen, die kan dan beoordelen op basis van wat is georganiseerd en gebeurd. Het zorgt ervoor dat er een degelijk oordeel komt."
Zo kreeg het college van Omroep ZWART te horen 'dat ze het moeilijk vinden die structuur vorm te geven', vertelt Van Geel. "Dat leidt af van het maken van inhoudelijke programma's en dat is jammer. Dus wij zeggen: neem de tijd om het netjes te organiseren, je krijgt tijd om dat te doen, en dan word je pas beoordeeld. Dus wij vinden het juist het tegenovergestelde van een belemmering."
De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme is ongelukkig met het rapport dat de commissie-Van Geel heeft geschreven over de toekomst van de NPO in Nederland. Rabin Baldewsingh vindt het "beschamend" dat de thema's diversiteit en inclusie niet de plek krijgen die ze volgens hem wel verdienen.
Dat stelt de coördinator maandag in reactie op het rapport. "Het is iets waar ik in de gesprekken met de commissie juist flink op heb gehamerd", aldus Baldewsingh. "Hoe gaat de omroepwereld de veelzijdigheid in de samenleving representeren? Dat is immers een essentiële pijler van het publieke bestel. En welke waarborgen worden er ingebakken om discriminatie en racisme te voorkomen? Ik had er meer van verwacht. Onbegrijpelijk dat de commissie dit niet in de aanbevelingen heeft meegenomen."