Moeder Diddy ontkent beschuldigingen aan zijn adres: 'Openbare lynchpartij'
Janice Small Combs (83), de moeder van Sean 'Diddy' Combs (54), heeft haar zoon verdedigd tegen de beschuldigingen van seksueel wangedrag en mensenhandel. Zij deed dat in een verklaring die door haar advocaat Natlie G Figgers is gedeeld met Amerikaanse media.
"Ik kom vandaag bij u als een moeder die kapot is van en diepbedroefd is door de beschuldigingen tegen mijn zoon, Sean Combs", stelt Janice. "Het is hartverscheurend om te zien dat mijn zoon niet wordt veroordeeld op basis van de waarheid, maar op basis van een verhaal dat is ontstaan uit leugens."
Janice deelt dat het haar 'ondragelijk veel pijn' doet om getuige te moeten zijn van 'wat lijkt op een openbare lynchpartij van mijn zoon, voordat hij de kans heeft gehad om zijn onschuld te bewijzen'. "Zoals ieder mens verdient mijn zoon het om een dag in de rechtbank te hebben, om eindelijk zijn kant van het verhaal te vertellen en zijn onschuld te bewijzen."
De moeder van de rapper verwees in haar verklaring ook naar de gebeurtenissen uit het verleden waarover Diddy gelogen zou hebben, waarbij zij mogelijk doelt op de situatie rondom zijn ex-vriendin Cassie Ventura. Zij beschuldigde Diddy vorig jaar van verkrachting en mishandeling, waarna Diddy de aanklachten 'beledigend en bizar' noemde. Nadat er later een filmpje opdook waarop hij Cassie mishandelde in de gang van een hotel, bood de rapper publiekelijk excuses aan.
"Niet helemaal eerlijk zijn over één kwestie, betekent niet dat mijn zoon schuldig is aan de weerzinwekkende en ernstige beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht", aldus moeder Janice.
Diddy werd vorige maand gearresteerd op verdenking van mensenhandel, het dwingen van slachtoffers tot het verrichten van seksuele handelingen en het opzetten en onderhouden van een criminele organisatie. Combs pleitte onschuldig. Hij vroeg tweemaal of hij op borgtocht vrij mocht komen, maar die aanvragen werden afgewezen. Woensdag moet Diddy voor de rechter verschijnen.
In de BLVD Podcast worden de beschuldigingen aan zijn adres uitgebreid besproken: