Zo wordt de nieuwe 'baas van de EU' gekozen
Maandagavond gaan in Maastricht de 'spitzenkandidaten', de kandidaten om Jean-Claude Juncker op te volgen als voorzitter van de Europese Commissie, met elkaar in debat. Maar dat verandert waarschijnlijk niets aan de kansen voor een van hen om ook daadwerkelijk de Commissie te gaan leiden. Hoe zit dat?
De spitzenkandidaten zijn vooruitgeschoven door de verschillende politieke fracties in het Europees parlement. Zowel de Europese groenen als de sociaaldemocraten willen een Nederlander als nieuwe voorman van de EU. Bas Eickhout is kandidaat namens die eerste club, Frans Timmermans namens de tweede.
Eerste keuze
Maar of de kandidaten nou stralen in het debat of niet, het maakt voor hun kansen op het voorzitterschap niet veel uit. Sowieso kunnen EU-burgers alleen maar stemmen op kandidaten uit hun eigen land. Dus groot succes in het debat zal waarschijnlijk buiten de eigen landsgrenzen al weinig effect hebben (en naar het debat zullen ook geen hele volksstammen ademloos kijken vermoedelijk).
Uiteindelijk zal de kandidaat van de Europese politieke familie die de meeste zetels heeft gewonnen tijdens de Europese verkiezingen in mei de grootste kans maken op de nominatie. Maar de race is dan echt nog niet gelopen.
Europese Raad moet kiezen
Want het is aan de Europese Raad, waarin alle regeringsleiders van EU-landen zitten, om officieel een kandidaat te kiezen. In het Verdrag van Lissabon is vaagjes vastgelegd dat de Raad 'rekening moet houden' met de uitslag van de Europese verkiezingen, bij het kiezen van een nieuwe Commissievoorzitter.
Tegenwoordig is de interpretatie daarvan dat de eerste kandidaat die wordt overwogen de spitzenkandidat is van de grootste Europese familie. Maar dat betekent dus niet dat diegene het ook echt wordt.
Minimaal 21 landen voor
De Raad moet uiteindelijk met een zogenoemde gekwalificeerde meerderheid instemmen met een kandidaat. Dat betekent dat minimaal 72 procent van de lidstaten die ook minstens 65 procent van de bevolking van de EU moeten huisvesten, in moet stemmen. Met andere woorden: er moeten zeker 21 landen voor de kandidaat zijn en dat mogen ook niet alleen maar kleintjes zijn.
En het is echt niet zeker dat de kandidaat van de grootste Europese partij die steun in de Raad krijgt. Daarbij spelen namelijk allerlei politieke motieven mee. Een overweging kan bijvoorbeeld zijn dat het land van de kandidaat al te veel belangrijke Europese posten heeft binnengesleept de afgelopen jaren, wat de andere lidstaten betreft. Dan kan de keuze zomaar op een ander vallen.
Parlement nog een keer aan zet
Hoe dan ook: als de Raad iemand heeft gekozen dan is het spel nog steeds niet uit. Want de beoogd voorzitter zal daarna alsnog door een meerderheid van het Europees Parlement moeten worden goedgekeurd. De Commissievoorzitter moet dus zowel in de Raad als in het parlement voldoende steun zien te krijgen.
Krijgt de kandidaat niet genoeg steun in het parlement? Dan moet de Raad weer aan de slag. Binnen een maand moet er dan een nieuwe kandidaat naar voren worden geschoven.