IMF: Nederland moet meer geld uitgeven
De Nederlandse en de Duitse overheid moeten meer geld uitgeven om de economische groei te stimuleren. Nu de rente zo laag is dat centrale banken niet of nauwelijks meer aan de renteknop kunnen draaien, moeten overheden het stokje overnemen, aldus het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in haar Regional Economic Outlook for Europe.
De verschillende landen in de Eurozone moeten ook aan noodplannen werken waar voorzorgsmaatregelen in genoemd staan die een economische malaise helpen voorkomen, aldus de opstellers van het nieuwe rapport. Een ander fiscaal beleid in de diverse landen is nodig, want met het oog op de handelsoorlog en de brexit is de kans op een economische terugval groot, stelt het IMF.
De organisatie verwacht dat de economische groei in Europa in 2019 lager uitkomt (1,4 procent) dan verwacht. De groei wordt met name gedempt door Italië (0 procent) en Duitsland (0,5 procent). In het grootste autoproducerende land van Europa rollen in 2019 minder auto's van de band, wat ook weer effect heeft op andere sectoren zoals de logistiek. De vraag naar auto's daalt onder meer door verzadiging van de markt in China en door strengere milieuregels.
1,8 procent
Ook voor 2020 voorspellen de economen niet veel goeds. Het IMF verwacht een groei van 1,8 procent, nog altijd veel lager dan de groei van de economie in 2018 (2,3 procent). De analisten maken wel onderscheid tussen de 'geavanceerde Europese landen', zoals Nederland, Estland, Griekenland en Portugal (groei van 1,8) en opkomende Europese landen als Hongarije en Polen (3,1 procent groei).
Op korte termijn remt met name de kans op een harde brexit de economie nog altijd, maar ook de handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten doet de economie geen goed. Spanningen leiden tot onzekerheid, aldus het IMF. "Verder kan in zijn algemeenheid de zwakte in de handel en de industrie zich verspreiden naar andere sectoren, zoals de dienstensector."
Druk op Nederland
Dat het IMF zich in het rapport speciaal op Nederland en Duitsland richt, is niet onverwacht. Vanuit de markten is er al langer druk op deze landen om te lenen en flink te investeren. De staatsschuld in Nederland is laag in vergelijking met de andere EU-landen.
“Nederland zou met met haar begrotingsoverschot veel meer moeten investeren in infrastructuur, onderwijs of innovatie. Door de hand minder strak op de knip te houden, zou Den Haag economische groei kunnen aanjagen” , zei Christine Lagarde, president van de Europese Centrale bank in oktober al, net voordat ze in haar nieuwe functie benoemd werd.
Staatsschuld
Politiek Den Haag is echter voorzichtig. Gisteren zei minister van financiën Wopke Hoekstra in het wekelijkse gesprek met RTL Z dat er nu wel een overschot op de begroting is, maar dat dit vanaf 2021 'en zeker in de jaren daarna' zal omslaan in een tekort. Het extra geld dat het kabinet uittrekt voor onderwijs, bestrijding van criminaliteit en de stikstofcrisis is dan ook niet structureel.
Het IMF-rapport sluit naadloos aan bij dat van het Centraal Planbureau. Dat waarschuwde in haar augustusraming al voor een gure wind. "Het omslagpunt van de conjunctuur ligt achter ons", zei Laura van der Geest, directeur van het CPB, toen.
"De vaart gaat eruit. De werkloosheid blijft laag, maar de werkgelegenheidsgroei vlakt flink af, zeker in de marktsector. De Nederlandse economie moet het vooral hebben van de binnenlandse bestedingen, de export lijdt onder de fall out van ontwikkelingen in het buitenland," aldus het CPB.
