Kamer verhuren via Airbnb nog minder aantrekkelijk door uitspraak Hoge Raad

De verhuur van kamers via Airbnb is weer wat minder aantrekkelijk geworden. Kamerverhuurders moeten namelijk gewoon belasting betalen over hun inkomsten, heeft de Hoge Raad bepaald, tenzij de huurder zich bij de gemeente heeft ingeschreven.
Het ging in de rechtszaak om iemand die in 2016 delen van zijn huis verhuurde, drie keer voor één maand en één keer voor twee maanden. De huurders waren zo lang in Nederland voor studie of werk. In totaal werd hier 1629 euro aan verdiend.
Volgens de Belastingdienst moest de woningbezitter over de verhuuropbrengsten gewoon inkomstenbelasting betalen over maar liefst 70 procent van de huuropbrengsten. De verhuurder diende bezwaar in en stapte naar de rechter toen de belastinginspecteur dat bewaar afwees.
Vrijstelling
Normaliter hoef je over de inkomsten van kamerverhuur tot aan een bepaalde grens (5506 euro) geen belastingen te betalen. De overheid wilde zo de verhuur van kamers aan studenten stimuleren.
Bij tijdelijke verhuur via Airbnb is dat anders, vond de Belastingdienst. Een huurder die voor een korte periode een kamer huurt, schrijft zich in de meeste gevallen namelijk niet in bij de gemeente.
Eerdere rechtszaak
Het gerechtshof gaf de verhuurder in eerste instantie gelijk: hij moest vrijstelling krijgen. De inschrijving bij de gemeente in de basisregistratie was namelijk alleen een 'bewijsfunctie' en daarmee niet al te belangrijk. Verder voldeed de woningeigenaar aan alle voorwaarden.
Maar de staatssecretaris van Financiën ging hiertegen in hoger beroep en krijgt nu dus gelijk. Inschrijving op hetzelfde adres is echt een harde voorwaarde voor een vrijstelling. Dat maakt de verhuur van kamers in de praktijk veel minder aantrekkelijk.
Het ministerie van Financiën reageert positief. "Deze uitspraak geeft meer duidelijkheid aan verhuurders en de Belastingdienst over hoe de inkomsten uit verhuur via Airbnb belast worden. Dat is waardevol."
Het is niet de eerste uitspraak van de Hoge Raad die veel gevolgen heeft voor verhuurders van kamers. Eerder dit jaar bepaalde de rechter ook al dat een echtpaar dat hun tuinhuisje verhuurde, de verdiensten als inkomen uit werk en woning moest opgeven. Het is daarmee voor zeventig procent belast.
Dat een tuinhuis slechts als gedeelte van de woning tijdelijk wordt verhuurd, veranderde volgens de hoogste rechter namelijk niets aan het feit dat er geld wordt verdiend met de eigen woning. Ook in deze zaak gaven de lagere rechters de verhuurders eerst gelijk.