Om korten te voorkomen

Soepeler regels voor fondsen op weg naar nieuw pensioenstelsel

Door Michaël Niewold··Aangepast:
© ANPSoepeler regels voor fondsen op weg naar nieuw pensioenstelsel
RTL

De manier waarop we ons pensioen berekenen en ervoor sparen, gaat de komende jaren grondig op de schop. Om de overgang naar die nieuwe oudedagsvoorziening probleemloos te laten verlopen, wil minister Wouter Koolmees de regels voor pensioenfondsen versoepelen.

Daarmee wil hij voorkomen dat pensioenfondsen moeten gaan korten op de pensioenen die nu al worden uitgekeerd.

Problemen in de komende jaren

Nu is het nog zo dat iedere gepensioneerde gegarandeerd 70 procent van zijn laatstverdiende salaris aan pensioen krijgt uitgekeerd. Vanwege de vergrijzing, de veranderingen op de arbeidsmarkt en de lage rente is dat systeem niet meer houdbaar.

Daarom gaan we in 2026, als alles goed gaat, over op een systeem waarbij de hoogte van de uitkering is gekoppeld aan het rendement dat pensioenfondsen halen op hun beleggingen. Dat zorgt alleen in de tussenliggende 6 jaar voor problemen.

FNV ook eens met pensioendeal, na elf jaar discussie kan stelsel op de schop
Lees ook

FNV ook eens met pensioendeal, na elf jaar discussie kan stelsel op de schop

Volgens de huidige regels moeten veel grote pensioenfondsen volgend jaar korten. Door de lage rente is het vermogen van veel fondsen op papier minder waard, en om te zorgen dat er genoeg geld is om ook in de toekomst pensioenen te kunnen uitbetalen, moeten fondsen korten op de uitkeringen in het heden.

Minder euro's in kas

De coronacrisis heeft de situatie er niet beter op gemaakt, en dus dreigen pensioenkortingen voor miljoenen ouderen. Maar nu korten terwijl dat volgens de regels van het nieuwe stelsel niet zou hoeven, is oneerlijk, klagen vakbonden en gepensioneerden. 

Daarom hoeven pensioenfondsen in de plannen van Koolmees vanaf 2022 voor iedere euro die ze aan pensioen moeten uitkeren, maar 90 cent in kas te hebben. Dat moet in 2026 zijn gegroeid tot 95 cent. Op dit moment geldt dat pensioenfondsen moeten korten als ze minder dan 1,04 euro in kas hebben per euro die ze aan pensioenbeloftes hebben uitstaan.

Die regels zouden dit jaar al tot kortingen hebben geleid, maar onder druk van vakbonden is een uitzondering gemaakt. Datzelfde gebeurt ook volgend jaar. Als dit niet zou gebeuren, zouden sommige fondsen volgend jaar tot wel 15 procent moeten korten op pensioenen, meldt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 

"Het uitgangspunt van veel fondsen is niet florissant, dekkingsgraden van net boven de 90 procent is gewoon niet goed", legt minister Koolmees tijdens een virtuele persconferentie uit. 

Herstelplan

Fondsen die in de komende jaren onder de 90 procent zakken, moeten met een herstelplan komen hoe ze in de resterende tijd tot 2026 weer boven die grens komen. 

Koolmees verwacht dat 'de meeste fondsen zonder grote ingrepen' de dekkingsgraad van 95 procent halen, oftewel 95 cent per euro pensioenbelofte. 

De versoepelde regels in de overgangsperiode bieden geen garantie dat kortingen helemaal van de baan zijn, benadrukken Koolmees en zijn beleidsmedewerker Klokkenburg tijdens het persgesprek. "Er kan in de komende jaren heel veel gebeuren dus er valt eigenlijk geen zinnig woord over te zeggen dus die onzekerheid kan ik niet wegnemen", aldus Koolmees. "Maar de kans erop is met dit plan aanzienlijk verkleind", zegt Klokkenburg. 

De soepelere regels bieden fondsen die er nu goed voorstaan, ook de kans om eerder te indexeren. Dat betekent dat ze de pensioenen kunnen verhogen in lijn met de inflatie. Bij veel fondsen gebeurt dit niet, omdat ze niet genoeg geld in kas hebben. 

"Het is een ambitieuze datum, ook gezien de verkiezingen, dat erkennen wij."

Of het eerste deel van de planning gehaald wordt, is gezien alle hobbels die nog genomen moeten worden de vraag. "Het is een ambitieuze datum, ook gezien de verkiezingen, dat erkennen wij", zegt Klokkenburg. Op 1 januari 2022 moet het wetsvoorstel van Koolmees ingaan. 

Voor die tijd is er eerst internetconsultatie, waarin iedereen zijn of haar mening over Koolmees' wetsvoorstel mag geven. Dat kan tot 12 februari 2021. Daarna volgen nog de Raad van State en het parlement die zich over het wetsvoorstel zullen buigen. 

Vier jaar overgangsperiode

Vervolgens is er vier jaar de tijd om de overstap te maken. Dat is nodig om afspraken te maken tussen werkgevers en werknemers over de invoering van het nieuwe stelsel. Daar is twee jaar de tijd voor gepland. 

In laatste twee jaar van de overgangsperiode is het aan de pensioenuitvoerders om helder aan hun deelnemers uit te leggen wat er verandert en de overstap te maken. "We doen het in een paar jaar tijd, om het goed uit te leggen aan deelnemers", legt Koolmees uit. "We willen niet over een nacht ijs gaan."

Lees meer over
Wouter KoolmeesMinisterie van Sociale Zaken en WerkgelegenheidPensioenfondsenFNVCNVPensioenakkoordPensioenen