Flink minder geld uitgegeven tijdens vakantietrips in eigen land
We kozen afgelopen zomer veel vaker dan vorig jaar voor een vakantie in eigen land door alle coronabeperkingen. Al was dat wel - al dan niet noodgedwongen - met de hand op de knip.
Het toerisme in Nederland ving de coronaklap van de massaal wegblijvende buitenlandse toeristen deels op dankzij Nederlanders die in de zomermaanden een of meerdere nachtjes op vakantie gingen binnen de eigen landsgrenzen.
Het aantal vakanties in Nederland tussen juli en september kwam uit op 7,6 miljoen. Dat is ruim 26 procent meer dan dezelfde periode vorig jaar, blijkt woensdag uit de laatste CBS-cijfers.
Die stijging was overigens niet genoeg om malaise uit de eerste helft van dit jaar goed te maken. In de eerste zes maanden van 2020 lag het aantal vakanties in eigen land jaar-op-jaar 30 procent lager.
Uitgaven blijven achter
Een echte economische boost lijken al deze binnenlandse vakantietripjes niet te geven. Onder aan de streep gaven Nederlanders deze zomer gemiddeld 189 euro per persoon uit aan een binnenlandse vakantie. Dat is 35 procent minder dan de zomer van 2019, toen het ging om 239 euro.
Daarmee blijven de vakantie-uitgaven dus nog achter bij het herstel van het aantal tripjes.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Meer geld naar verblijf
Aan zowel uitstapjes, boodschappen, vervoer en ook horeca - die onder strikte voorwaarden wel open was deze periode - gaven we met z'n allen veel minder geld uit deze zomer. De horeca-uitgaven tijdens een binnenlandse vakantie waren slechts 10 procent van die in 2019.
Het enige waar we wel meer geld aan uitgaven was aan onze accomodaties. De huur van een huisje, campingplek of hotelkamer is daarmee wel veruit de grootste kostenpost. Per vakantie ging daar gemiddeld 160 euro aan op, in 2019 was dat nog gemiddeld 120 euro.
