Winkeliers slepen staat voor de rechter en eisen heropening
De branchevereniging voor winkeliers is het helemaal beu en eist bij de rechter dat de winkels hun deuren weer mogen openen. Sinds half december zijn alle niet-essentiële winkels dicht, en dat is volgens de winkeliersclub buitenproportioneel.
De recente versoepelingen, die het afhalen van bestellingen en winkelen op afspraak mondjesmaat mogelijk maken, gaan de winkeliers niet ver genoeg. Om de verplichte sluiting zo snel mogelijk van tafel te krijgen sleept InRetail de staat voor de rechter. De verwachting is dat het kort geding volgende week dient, vertelt een woordvoerder.
"De voortdurende winkelsluiting doet geen recht aan het economisch belang en de corona-proof winkelmogelijkheden, waarvan sinds maart 2020 altijd sprake was bij niet-essentiële winkels", schrijft de organisatie.
Risico minder groot?
Bovendien zegt InRetail dat het sluiten van de winkels een maatregel is die past bij het risiconiveau 'zeer ernstig', maar dat hier inmiddels geen sprake meer van is. Volgens de organisatie is het risiconiveau door het kabinet afgeschaald naar 'ernstig'.
Dat klopt overigens niet. Volgens de laatste stand van zaken op het coronadashboard van de Rijksoverheid zijn 23 veiligheidsregio's ingedeeld in de zwaarste categorie: 'zeer ernstig'. Alleen de regio's Gelderland-Midden (ernstig) en IJsselland (zorgelijk) staan er wat beter voor.
Volgens de routekaart van het kabinet is dat geen reden om te versoepelen, ook niet regionaal. "Zodra drie of meer regio's in risiconiveau 'ernstig' of drie of meer regio's in risiconiveau 'zeer ernstig' zitten, gelden de maatregelen die horen bij deze twee risiconiveaus voor het hele land. Dus ook voor regio's die op dat moment nog in risiconiveau 'waakzaam' of 'zorgelijk' zitten", schreef minister Hugo de Jonge in een brief aan de Tweede Kamer begin deze maand.
Tienduizenden banen op de tocht
Maar de nood is hoog en de roep om verlichting is hard. Volgens InRetail kost de winkelsluiting wekelijk 700 miljoen euro winkelomzet en staan er 50.000 tot 60.000 banen op de tocht. “Er dreigt een kaalslag met enorme maatschappelijke en economische gevolgen.“