Tweede Kamer wil eigen risico in de zorg op 385 euro houden
Bijna de voltallige Tweede Kamer wil het verplichte eigen risico in de zorg volgend jaar op 385 euro houden. Een motie van Peter Kwint, Kamerlid voor de SP, om dit bedrag te bevriezen in 2022 werd door 17 partijen gesteund.
Het eigen risico in de zorg is het bedrag dat iedereen zelf moet betalen voor zorg uit het basispakket, zoals het laten maken van een röngtenfoto, vervoer met een ambulance of bloedonderzoek. Uitgaven aan zorg boven het bedrag van 385 worden vervolgens vergoed.
De gedachte achter deze drempel is dat mensen hierdoor minder snel een beroep op de zorg zullen doen. Niet alle zorg valt binnen het verplichte eigen risico, een bezoek aan de huisarts of kraamhulp wordt altijd vergoed.
Gekoppeld aan zorgkosten
Het bedrag dat je zelf moet betalen, wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld door het kabinet. Wettelijk is bepaald dat dit bedrag meestijgt met de stijging van de zorgkosten. Het bedrag is al sinds 2016 niet aangepast.
Vanwege de extra zorgkosten voor het bestrijden van de coronapandemie, ligt het in de lijn der verwachting dat het eigen risico volgend jaar zal stijgen.
Verschuiving van lasten
Als deze extra kosten niet gecompenseerd worden met een stijging van het eigen risico, dan zal het geld overigens wel ergens anders vandaan moeten komen. Dat zou dan bijvoorbeeld kunnen met het verhogen van belastingen, maar dat merk je als consument minder direct in de portemonnee.
Vanwege de coronacrisis is het nu in ieder geval onrechtvaardig om het eigen risico te verhogen, vindt Tweede Kamerlid Peter Kwint. Hij diende gisteren een motie in om het eigen risico volgend jaar te bevriezen op het niveau van 2020 en 2021. Het verplichte eigen risico zou, als het aan de SP van Kwint ligt, helemaal verdwijnen. "Een idiote boete op ziek zijn", noemt hij het op Twitter.
Kamerbrede steun
Zijn motie wordt gesteund door 17 politieke partijen, er zitten er 18 in de Tweede Kamer. Alleen Forum voor Democratie zette geen handtekening onder het voorstel van Kwint.
Of het voorstel ook wordt uitgevoerd, is aan het demissionaire kabinet. Op Prinsjesdag, op de derde dinsdag van september, moet het bedrag bekend gemaakt worden. Tamara van Ark, demissionair minister voor Volksgezondheid en Zorg, zal het voorstel waarschijnlijk wel honoreren. "Ook ik kan tellen", zei ze in de Kamer, meldt de NOS.
