Toezichthouder poldert over export vieze brandstof, geduld is op bij Greenpeace
Oliemaatschappijen en -handelaren kunnen voorlopig doorgaan met het exporteren van zeer vervuilende brandstoffen naar West-Afrika. Toezichthouder ILT weet dat het gebeurt, maar grijpt nog niet in. Tot ergernis van Greenpeace.
Je staat er waarschijnlijk niet bij stil, als je benzine of diesel tankt. Maar wat je hier in Nederland in je tank gooit, is niet hetzelfde als wat ze in Afrika in hun tank gooien.
Want waar brandstoffen in Europa de afgelopen 50 jaar steeds schoner werden, om luchtvervuiling tegen te gaan, gebeurde dit in Afrika minder of nog niet.
Luchtverontreiniging
In Europa werden onder meer de hoeveelheden benzeen en zwavel verlaagd en lood verdween helemaal. Deze stoffen veroorzaken veel luchtverontreiniging en luchtverontreiniging zorgt voor luchtwegaandoeningen.
In Afrika zijn de normen dus soepeler. En het gevolg daarvan is dat in de landen in Afrika brandstoffen 5 tot soms wel 500 keer zoveel zwavel bevatten als in Nederland, volgens cijfers van de Verenigde Naties. En ook andere chemicaliën dus, die de lucht vervuilen en daardoor voor gezondheidsproblemen zorgen.
Van Nederlandse makelij
Het gekke is dat deze brandstoffen vaak in Nederland worden gemaakt. Oliemaatschappijen en -handelaren lengen benzine en diesel van Europese kwaliteit aan met chemicaliën, omdat ze zo meer geld kunnen verdienen.
"Je mengt het bij met goedkoop giftig afval, dan hoe je dat niet te verwerken en dat scheelt qua kosten", legt Faiza Oulahsen van Greenpeace uit. "En daarnaast heb je veel meer volume dat je kan verkopen in Afrika."
Meer dan wij tanken
Zo worden elk jaar miljarden liters inferieure brandstof verscheept, soms meer dan wij in Nederland met zijn allen tanken. Dat moet stoppen, vindt de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) al langer (zie kader onderaan dit verhaal).
"De brandstoffen die voor die markt worden gemaakt, bevatten stoffen die schadelijk zijn voor mens en milieu", vertelt Daniëlle Rebel, woordvoerder van de toezichthouder. "En wat er ook gebeurt, is dat die stoffen katalysatoren en roetfilters in auto's kapotmaken. En dat zorgt weer voor extra uitstoot van schadelijke stoffen."
Overleg kost tijd
De Inspectie grijpt nog niet in, ondanks een ultimatum dat aan het einde van dit jaar verloopt. De ILT is in overleg met bedrijven om te kijken wat de meest effectieve manier is 'om de situatie daar te verbeteren', aldus Rebel. En dat kost tijd, erkent zij. "Het is echt een complexe materie met veel betrokken partijen in veel landen."
"De Nederlandse overheid moet gewoon strengere regels opleggen, zo simpel is het."
Bij Greenpeace is het geduld op. "De Nederlandse overheid moet gewoon strengere regels opleggen, zo simpel is het. Je moet het niet vragen aan deze oliebedrijven", zegt Oulahsen. "Ze verdienen er ook aan, dus daar gaan ze niet zomaar vrijwillig mee akkoord."
Zij denkt dat de bedrijven het bewust vertragen. "Om zo lang mogelijk door te kunnen gaan met wat ze doen." Zij vergelijkt het met roken. "We hebben allerlei regels zodat mensen minder gaan roken en er meer voor betalen. Dat zijn ook regels die we niet in afstemming met de tabaksindustrie hebben gedaan."
Het proces loopt
Voorlopig houdt de ILT nog wel vast aan de ingeslagen weg van overleg met de sector in de hoop dat die zelf verantwoordelijkheid neemt. "Begin volgend jaar komen we weer bij elkaar en gaan we kijken wat voor stappen er dan gezet moeten worden", aldus Rebel. "Het proces loopt."
Vijf jaar dirty dieselen
In 2016 publiceerde de Zwitserse NGO Public Eye het rapport Dirty Diesel. Hierin werd beschreven hoe vanuit Amsterdam, Antwerpen en Rotterdam zeer vervuilde brandstoffen hun weg vonden naar met name West-Afrika.
In reactie op dat rapport scherpten 15 landen verenigd in de ECOWAS de brandstofnormen aan. Maar dat is nog niet in al die landen omgezet in wetgeving.
Zorgplicht fabrikanten
In 2018 publiceerde de Inspectiedienst voor de Leefomgeving en Transport een onderzoek dat de bevindingen van Public Eye bevestigde. Omdat de brandstoffen vaak in Nederland gemaakt worden sprak de ILT de fabrikanten aan op hun zorgplicht. Ze zouden de brandstoffen met hoge hoeveelheden zwavel en benzeen niet mogen verkopen - ook niet buiten Europa - omdat ze weten dat die leiden tot gezondheidsproblemen.
Onderzoeksbureau TNO zette de schadelijke gevolgen van de brandstoffen in de zomer van dit jaar op een rij. De ILT stelde de producenten vervolgens een ultimatum. Vandaag wordt duidelijk dat de toezichthouder nog niet handhavend optreedt.