Bunq, de bank van 2,3 miljard die drijft op één kurk: Ali Niknam
De Nederlandse bank Bunq groeit als kool. De banktegoeden stromen binnen en de expansiedrift kent geen grenzen. Voor de stabiliteit is Bunq afhankelijk van oprichter Ali Niknam. Tot nu toe moest Niknam ieder jaar geld bijstorten om de bank overeind te houden. Hoever hij daarin wil en kan gaan, blijft een geheim.
Op de tweede verdieping van een kantoorpand vlakbij Amsterdam Sloterdijk huist het hoofdkantoor van de neobank, zoals Bunq zichzelf graag noemt. Niets verraadt dat je er bij een bank binnenloopt. De afwerking laat te wensen over, in sommige kamers liggen wat papieren op de grond, in de kantine staan grote houten tafels en de muziek staat er hard. De tafeltennistafel is aanwezig. Alles straalt uit: wij zijn een techstartup en zeker geen gewone bank.
Een gewone bank is Bunq ook niet. In 2014 kreeg Niknam na een lange strijd met De Nederlandsche Bank (DNB) zijn zo gekoesterde bankvergunning. De toezichthouder hield, met het echec rond de DSB-bank nog vers in het geheugen, de boot lang af. Sindsdien kreeg Niknam het voor elkaar om een nieuwe bank van de grond af op te bouwen.
Infuus
Naar eigen zeggen heeft de bank inmiddels 2,3 miljard euro aan tegoeden van klanten onder beheer. 91 procent meer dan een jaar eerder. En in het laatste kwartaal van 2022 was de bank voor het eerst winstgevend, zo maakte het bekend. "Er is geen bank op deze planeet zo veilig als wij op dit moment", jubelt de topman in gesprek met RTL Z. Er werd feest gevierd, zegt Niknam, toen er eindelijk zwarte cijfers werden genoteerd.
"Ik heb tien jaar lang Bunq natuurlijk een soort van aan het infuus gehouden. En ik ben heel trots dat Bunq nu zelfstandig is en op zijn eigen benen kan staan", vertelt Niknam.
Maar daar is nog wel wat op af te dingen. Want als zich een investeringskans voordoet, of er flink geld tegen een marketingcampagne aan gegooid wordt, dan kan het zomaar zijn dat de winst toch weer (tijdelijk) omslaat in verlies, geeft Niknam toe. Enkele dagen na het gesprek maakt Bunq alweer de volgende plannen bekend: de bank breidt uit naar Amerika.
Maar de afgelopen weken werd ook meer dan duidelijk dat banken ook de nodige tegenslagen te verwerken kunnen krijgen, die ze niet verwachten.
Kleine bankencrisis
Begin vorige maand viel uit het niets de Amerikaanse Silicon Valley Bank om, nadat het een portefeuille staatsobligaties met een dik verlies moest verkopen. Het bleek het begin van een kleine bankencrisis.
Enkele dagen later moesten ook de regionale banken Signature Bank en First Republic Bank eraan geloven. Het grootste slachtoffer van de vertrouwenscrisis in de bankenwereld was het Zwitserse Credit Suisse. Dat werd noodgedwongen overgenomen door concurrent UBS omdat de bank anders failliet was gegaan.
Uit de laatste jaarrekening van Bunq over 2021, getekend in juli 2022, blijkt dat er niet verschrikkelijk veel nodig is voor de bank om een beroep te moeten doen op de aandeelhouders, om voldoende buffers te houden. 90 procent van het bedrijf is in handen van Niknam, 10 procent is van het Britse Pollen Street Capital.
Buffers
Banken mogen niet zomaar zelf bepalen hoeveel geld ze in kas houden en hoeveel ze uitlenen. Ze moeten kapitaalbuffers aanhouden.
Hoe groter de buffer is, hoe kleiner het risico dat een bank bij financiële tegenslagen niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen.
Afhankelijk van kapitaalinjecties
De jaarrekening roept daarover de nodige vragen op. Daarin staat dat het voortbestaan voor de komende twaalf maanden, gerekend vanaf juli 2022, van het bedrijf afhankelijk is van 'de intentie, mogelijkheid en de bereidheid' van de aandeelhouder om kapitaalsteun te blijven geven, om aan de wettelijke eisen te blijven voldoen. Het bedrijf verwacht ook na afloop van die periode nog extra kapitaalinjecties nodig te hebben.
"Deze bepaling betekent simpelweg van: hé, dit bedrijf maakt verlies, maar de zakken van de aandeelhouders zijn diep genoeg om het verlies aan te vullen", aldus Niknam.
Intenties
Deze bepaling gaat verder dan die bij andere startups, zelfs dan bij andere 'neobanken', zegt Niknam. Maar zijn intenties van de aandeelhouders om meer geld te storten genoeg zekerheid voor een bank, die inmiddels tegoeden ter waarde van 2,3 miljard euro beheert?
Waarom worden er geen garanties afgegeven om spaarders meer zekerheid te geven dat de bank niet in de problemen raakt? "Dit is allemaal outdated informatie, dus ik snap niet zo goed wat je van me wil", zegt een inmiddels zichtbaar geïrriteerde banktopman. "Als je het vergelijkt met onze peers, is deze going concern-bepaling ongelooflijk sterk. En meer kan ik er niet over zeggen."
Going concern
De going concern-bepaling is een belangrijke inschatting die bedrijven doen. In zo'n bepaling beschrijft een bedrijf op basis waarvan het verwacht dat het niet binnen afzienbare tijd failliet gaat.
Na het gesprek laat Bunq weten dat er wel degelijk een garantie is afgegeven voor kapitaalsteun door de aandeelhouders. "Het komt erop neer: er is kapitaal, een hele hoop." Genoeg, zo zegt de bank, om ook zeer zware tijden het hoofd te bieden.
Vervelende vraag
Maar de vraag die blijft hangen is hoeveel Niknam kán en wil bijleggen, als de bank extra geld nodig heeft. Bijvoorbeeld door een onverwachte tegenvaller. Hoe diep zijn de zakken?
"Ja, diep genoeg om een goede going concern-bepaling op te nemen, want anders had er gestaan: er bestaat een redelijke mogelijkheid dat het bedrijf over twaalf maanden niet meer bestaat." Maar de ceo van Bunq wil niets kwijt over hoe groot zo'n tegenvaller dan mag zijn. 20 miljoen? 40 miljoen?
Die duidelijkheid is Niknam niet bereid te geven. "Ik vind dit een beetje een vervelende vraag, want dit is een heel hypothetische vraag waar ik helemaal niks mee kan."
Niknam benadrukt dat de cijfers door een accountant zijn gecontroleerd en dat de bank onder toezicht staat van DNB. Als er reden zou zijn om in te grijpen, zou DNB dat doen, aldus Niknam. "Dat doet men ook niet. Ik heb een beetje het gevoel dat je me een bepaalde kant op probeert te duwen met je vraagstelling, en daar kan ik geen antwoord op geven."
"Als je me vraagt: zijn er theoretische risico's? Ja. Zijn die er voor banken? Ja. Zijn die er voor fietsenfabrieken? Ja, die zijn er voor iedereen."
Spreid je kansen
En volgens Niknam is het verschil tussen een bank en een fietsenfabriek helemaal niet zo fundamenteel. "Dat is niet zo. Dat ís dus niet zo. Ik vind vaak dat dat heel verkeerd ingeschat wordt. Als er geen water meer stroomt door jouw leidingen, dat is namelijk ook gewoon een commercieel bedrijf, dan heb jij een probleem. Als de elektriciteit er twee dagen uit ligt, dan heb jij een probleem."
"Wat dat betreft is de huidige samenleving dermate complex dat we van heel veel dingen afhankelijk zijn. Banken zijn daar zeker een van, daarom zou ik iedereen willen adviseren om het geld te spreiden. Want er is niks veiliger dan spreading your bets. Zeker nu."
'Weet ik veel'
Niknam benadrukt dat Bunq 'met vlag en wimpel' aan alle toezichtsvereisten voor banken voldoet. "Maar als jij me gaat vragen: wat als er iets onverwachts gebeurt? Weet ik veel. Drie maanden geleden had ook niemand het over Silicon Valley Bank."
"Kan er iets gebeuren waardoor een bank, welke bank dan ook, over de kop gaat? Ja. Is Bunq op dit moment een van de veiligste banken waar je geld neer kan zetten? Ja. Is het verstandig om je geld te spreiden in turbulente tijden? Ja."
Een groot verschil met veel andere banken is echter dat zij niet afhankelijk zijn van een persoon, die alle verantwoordelijkheid draagt. Zowel voor het dagelijks bestuur als ceo en financieel als 90-procent-aandeelhouder.
"Dat kun je ook zien op een goede manier", zegt Niknam. "Dan neemt ook iemand de verantwoordelijkheid. Dat is bij andere banken niet even evident. En dat is denk ik hoe ik het zou zien."