Kabinet steunt KLM bij besluit tijdelijke contracten niet te verlengen
De miljardensteun van het kabinet voor het bedrijfsleven is bedoeld om zo veel mogelijk mensen hun baan te laten houden. Maar het kabinet heeft er begrip voor dat dit niet altijd mogelijk is, zoals bij KLM.
De luchtvaartmaatschappij verlengt geen tijdelijke contracten, omdat er zelfs na de coronacrisis waarschijnlijk geen werk voor al het personeel zal zijn. Dat besluit, dat halverwege maart al genomen was, leidde vorige week tot verontwaardiging bij oppositiepartijen in de Tweede Kamer.
KLM doet immers aanspraak op de NOW-regeling, waarbij de overheid tot maximaal 90 procent van de loonkosten van werknemers op zich neemt. Die steun is ook bedoeld voor werknemers met een tijdelijk contract, zodat ook zij hun baan kunnen behouden.
'Openhartig gesprek'
De kwestie was reden voor premier Mark Rutte om topman Pieter Elbers van KLM om uitleg te vragen. In een 'goed en openhartig' gesprek hebben ministers Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, D66) en Wopke Hoekstra (Financiën, CDA) benadrukt dat de miljarden overheidssteun ook het behoud van banen als doel hebben.
Elbers op zijn beurt heeft uitgelegd dat KLM 'zo goed mogelijk gehoor' geeft aan de oproep om zo veel mogelijk personeel in dienst te houden. Maar, de luchtvaart zit in een ongekende crisis en KLM zal de komende twee tot drie jaar een stuk minder vluchten uitvoeren, aldus Elbers. Kortom: het bedrijf heeft minder mensen nodig.
'Helaas onvermijdelijk'
Omdat het bedrijf gebruik maakt van overheidssteun, mag het niemand ontslaan. Maar alle andere manieren om het personeelsbestand in te krimpen zal KLM gebruiken. En daar heeft het kabinet begrip voor.
"Het is helaas onvermijdelijk dat deze crisis significante gevolgen zal hebben voor de economie en werkgelegenheid", besluiten de ministers hun gespreksverslag dat gisterenavond aan de Tweede Kamer is gestuurd.
In gesprek over noodlening
Het was zeker niet het laatste gesprek tussen KLM en de ministers. De luchtvaartmaatschappij spreekt met de overheid, banken en andere partijen over een noodlening. Zo'n door de overheid gegarandeerde noodlening heeft het bedrijf nodig om de periode waarin het nauwelijks inkomsten heeft zo lang mogelijk te rekken, legde Elbers uit bij Jinek.