Het moddergooien tussen luxemerken LVMH en Tiffany gaat door

Louis Vuitton Moët Hennesy, zoals het bedrijf volmondig heet, heeft op zijn beurt een aanklacht ingediend tegen het Amerikaanse bedrijf, omdat Tiffany niet zou hebben voldaan aan de voorwaarden in de overnameovereenkomst. 

Cash bloeden

De tassen- en champagnemaker stelt in zijn aanklacht dat de omzet van Tiffany gedecimeerd is door de uitbraak van het coronavirus en dat dat voldoende grond is om de overname af te blazen.

Ook vindt LVMH dat er sprake is van wanbeheer door Tiffany tijdens de crisis. "Zo betaalde Tiffany het hoogst mogelijke dividend uit aan aandeelhouders terwijl het bedrijf cash bloedde en verlies leed", stelt het in een toelichting op de rechtszaak.

'Juridisch onmogelijk'

Tot slot voert het Franse luxemerkenconglomeraat nogmaals een brief aan van de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Jean-Yves Le Drian. Die brief zou het juridisch onmogelijk maken om de overname voor de afgesproken datum rond te krijgen. 

Maar die brief is juridisch helemaal niet bindend, stelde Tiffany & Co al in de eigen aanklacht, drie weken geleden. Niet de Franse minister, maar de Europese Commissie heeft het laatste woord als het gaat om fusieregelgeving, stelt het Amerikaanse bedrijf.

Lijden onder de crisis

Volgens Tiffany gebruikt LVMH de brief als pressiemiddel om onder de deal van 14,7 miljard euro uit te komen of in ieder geval om minder voor Tiffany & Co te hoeven betalen.

Ook de claim dat de omzet en winst van de in New York gevestigde juweliersketen nog steeds zwaar lijdt onder de coronacrisis, doet Tiffany van de hand.

Wanbeleid

"Tiffany leed één kwartaal verlies; daarna werd het weer winstgevend en de vooruitzichten voor het vierde kwartaal zijn zelfs beter dan die periode in 2019. Precies het tegenovergestelde van wat LVMH beweert", aldus het bedrijf. De claim dat er sprake zou zijn van wanbeleid, weerspreekt Tiffany & Co eveneens.

Een rechter in de Amerikaanse staat Delaware buigt zich vanaf 5 januari 2021 over de zaak.