Wachttijd voor nieuwe fiets loopt vaak op tot een half jaar
De coronacrisis en de steeds grotere ambities in Europa om de klimaatverandering tegen te gaan pakken nog steeds erg goed uit voor de verkoop van fietsen. Accell, het bedrijf achter de fietsenmerken Batavus, Sparta en Koga, noteerde in het derde kwartaal een omzetgroei van 38 procent. Maar door de groeiende vraag loopt de wachttijd voor een fiets op tot wel zes maanden.
De tram en bus uit en de fiets op. Dat is wat veel mensen in de afgelopen maanden hebben gedaan gezien de stijging van de verkoop fietsen door de qua omzet Nederlandse en Europese marktleider Accell.
Zowel in fietsen, fietsonderdelen als in accessoires draaide het bedrijf lekker. Over het hele jaar tot nu toe gemeten stegen de verkopen met 16 procent.
Vorig jaar verkocht Accell 943.000 fietsen en haalde een omzet van 1,1 miljard euro. Dat gaat dit jaar zeker meer worden, zo zegt het bedrijf.
Wachttijden
De keerzijde van het plotselinge succes van de fiets is dat fietsfabrikanten de vraag moeilijk aan kunnen. "Dat komt omdat de toeleveranciers van componenten niet snel kunnen leveren", zegt bestuursvoorzitter Ton Anbeek van Accell.
"Een zadel van het Italiaanse Selle Royal komt normaliter 30 dagen na de order binnen. Nu duurt dat 150 dagen. Toeleveranciers moeten investeren in de uitbreiding maar dat duurt wel even. Ik verwacht nog veel verstoringen in de komende tijd."
Op een fiets kun je daarom volgens Anbeek best wel eens drie tot zes maanden moeten wachten. "Dat hangt dus van het model en de onderdelen af."
Groener
Volgens het bedrijf met hoofdkantoor in Heereveen is naast de pandemie ook de gezondheidstrend en de Europese politiek om steeds 'groener' te worden een reden voor de populariteit van de tweewielers.
"Het is de oplossing voor problemen als obesitas, vervuiling en het dichtslibben van hete verkeer", zo zegt het bedrijf.
Accell profiteert ook van de populariteit van de elektrische fietsen, het feit dat er op veel plekken wordt geïnvesteerd in de fietsinfrastructuur en er subsidies en fiscale voordelen zijn voor het fietsgebruik.
Anbeek: "In Antwerpen bijvoorbeeld is de vraag ontploft doordat er veel fietsinfrastructuur bij is gekomen én de Vlaamse overheid de aanschaf van fietsen steunt."
Hij merkt ook dat sportief fietsen steeds populairder wordt bij een tot nu toe nog kleine doelgroep. "We zien steeds meer vrouwen op de MTB of de racefiets. En met corona groeide de fietssport toch al in populariteit."
Fietsles
Ook in onder Frankrijk en Italië de overheden subsidies voor het opknappen van de oude fiets of de aanschaf van een nieuwe. En worden er in Italië ook fietslessen gegeven op scholen. Volgens Accell stappen mensen nu ze minder met vakantie mogen ook sneller op de fiets voor een uitstapje.
De omzetgroei zit extra sterk in de duurdere e-bikes en cargofietsen. Die laatste worden ook zakelijk verkocht bijvoorbeeld voor postbodes en pizzakoeriers.
Boter bij de vis
Of de verkopen structureel doorzetten is volgens professor mobiliteit Marco Te Brömmelstroet van de Universiteit van Amsterdam moeilijk te zeggen.
"Maar het is wel een belangrijk signaal naar onze beleidsmakers. We kunnen deze crisis en dit momentum gebruiken om nu eens echt een transitie te maken naar een gezonder en duurzamer mobiliteitssysteem. Maar dan moet er boter bij de vis. Als dat niet gebeurt, staan we straks weer echter elkaar in onze leaseauto's op weg naar kantoor."
Anbeek is daar echter optimistisch over. De elektrificatie, meer fietsinfrastructuur en overheidssteun bij de aanschaf ziet hij als iets dat blijvend effect heeft. "De pandemie en de groene politiek van de Europese unie versterken het vooral."