Amsterdam voert strijd tegen crimineel geld in horeca op
Wie in Amsterdam een café, broodjeszaak of snackbar wil beginnen, moet kunnen aantonen waar zijn startkapitaal vandaan komt. Op die manier wil de stad het criminelen nog moeilijker maken geld wit te wassen via de horeca.
De nieuwe aanpak, waarbij het dus aan de ondernemer is om te bewijzen dat hij zuiver op de graat is, is mogelijk door een uitspraak van de bestuursrechter. Die oordeelde in een rechtszaak over een geweigerde vergunning van een restaurant aan de Sloterplas dat de gemeente terecht had gehandeld.
Ook de beslissing om een snackbar in het centrum te sluiten was terecht, aldus de rechter. Volgens Het Parool gaat het om Bread en Salt. De Syrische eigenaar kon niet bewijzen dat het geld voor zijn uit Saoedi-Arabië afkomstige lening legaal was.
Bibob
Tot nu toe was het zo dat de gemeente moest bewijzen dat geld waarmee een horecazaak werd opgestart afkomstig was uit het criminele circuit. Dat ging via een zogeheten Bibob-onderzoek (Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur).
Als daaruit bleek dat het geld niet eerlijk verdiend was, kreeg de aanvrager geen vergunning. Dat uitvoerige onderzoek is dus niet meer nodig.
Dat het leveren van bewijs nu wordt omgedraaid, geeft de gemeente 'een krachtig middel in handen' om ondernemers bij twijfel geen zaak te laten starten in Amsterdam, meldt het Openbaar Ministerie.
IJgeld
De nieuwe werkwijze is uitgedoktert door een team onder de naam IJgeld met daarin mensen van de gemeente, het OM, de politie, de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Financial Intelligence Unit.
Die laatste instantie is het meldpunt voor onder meer bankmedewerkers die verdachte transacties zien. De FIU analyseert de meldingen om te checken of er geen geld wordt witgewassen of terrorisme mee gefinancierd.