Business

Foe Yong Bye? Steeds minder Chinese afhaalrestaurants

Door Nikki Sterkenburg··Aangepast:
© Mark van WonderenFoe Yong Bye? Steeds minder Chinese afhaalrestaurants
RTL

In vrijwel elke plaats kon je er eentje vinden: een Chinees-Indisch (afhaal)restaurant. Maar hun aantal is de afgelopen twintig jaar gehalveerd. Oudere restauranthouders kunnen geen opvolger vinden en andere ondernemers richten zich op populairdere concepten zoals all you can eat, wok, sushi, of ze openen een snackbar.

De typische restaurants met kroepoek op tafel, een systeemplafond en een aquarium vol goudvissen vormden vanaf de jaren zestig voor Chinese migranten dé mogelijkheid om eigen baas te worden. Daarbij kwam nog eens dat ze vaak laagopgeleid waren en de taal niet spraken, waardoor ze weinig kansen hadden op de arbeidsmarkt.

Het aantal Chinees-Indische (afhaal)restaurants groeide dan ook van 225 in 1960 tot bijna 2.250 in 1997. Vaak trokken de initiatiefnemers naar regio's waar ze weinig concurrentie hadden.  

Systeemplafond en aquarium

"Daarvan is nog ongeveer de helft over", vertelt fotograaf en journalist Mark van Wonderen. Hij bracht vorig jaar een fotoboek uit waarvoor hij alle overgebleven Chinees-Indische (afhaal)restaurants fotografeerde. Hij telde een kleine 1.100 restaurants die nog open zijn. "Soms zaten ze in een winkelcentrum naast een Blokker. Maar ik vond ze ook in kleine dorpen."

Zijn interesse was tweeledig. "Ik hou van treurnis, van het beeld van zo' n halfleeg restaurant met een versleten vloer en een aquarium met goudvissen. Maar het is ook nostalgie. Als mijn ouders wat te vieren hadden, dan gingen we naar de plaatselijke Chinees. Ik denk dat het voor veel mensen van boven de 35 iets is dat bij hun jeugd hoort. Ik krijg regelmatig via sociale media weemoedige berichten van mensen dat het restaurant uit hun jeugd dicht is."
 

Een typisch Chinees restaurant.© Mark van Wonderen
Een typisch Chinees restaurant.

Mercedessen

Dat er nu zoveel sluiten, komt volgens Van Wonderen doordat veel restauranthouders met pensioen gaan. "Hun kinderen hebben vaak geen interesse om het over te nemen. Ze zijn gepusht om te gaan studeren en willen nu iets anders. Eerder kwam er dan nog wel eens iemand uit het geboortedorp om het over te nemen, maar dat kan niet meer met strengere regels voor migratie."

Een aanzienlijk deel heeft volgens hem goed geboerd. "Dat zie je bijvoorbeeld aan de dure Mercedessen waar ze in rijden. Maar er zijn ook ondernemers die het echt zwaar hebben, die soms hun laatste cent in hun zaak stoppen om die van de ondergang te redden."

Dezelfde naam

Want met supermarktschappen vol kant-en-klaarmaaltijden, Griekse en Italiaanse restaurants, en dönerzaken, hebben veel Chinese restaurants er de afgelopen dertig jaar concurrentie bij gekregen. En dus gaan ze op zoek naar nieuwe concepten, vertelt Liping Lin, directeur van de Vereniging van Chinese-Aziatische Horeca Ondernemers (VCHO).

"We hebben geen uitgesplitste cijfers, maar zien wel dat een deel van de traditionele Chinees-Indische restaurants getransformeerd is tot all-you-can-eat-wokrestaurants. Of ze hebben juist een meer Japanse oriëntatie gekregen. Vaak houden ze dan wel dezelfde naam, want in een plaats met 30.000 inwoners kent toch iedereen de naam al", vertelt Lin.

Japanners niet de doelgroep voor all-you-can-eat sushi

Lukas Arends van Arends Horecamakelaars kan dat beamen. "Veel all-you-can-eat-sushi restaurants zijn in handen van Chinezen, en niet van Japanners. Je ziet dat veel Japanners kritisch zijn op de kwaliteit van de sushi, maar zij zijn ook niet de doelgroep."

Arends verhuurt en bemiddelt in horecapanden. Volgens hem is het niet heel veel werk om een traditioneel Chinees-Indisch restaurant met kenmerkend dak en drakenornamenten te verbouwen. "Maar je ziet vaak wel dat ze blijven leegstaan wanneer ze op de B-locaties zitten. Dan zijn ze lastig te verhuren, ook omdat ze zo klein zijn. Er is vooral vraag naar panden die groot genoeg zijn om 400 tot 500 mensen tegelijk te laten eten."

De tweede en derde generatie Chinese migranten heeft volgens Arends vooral interesse in de hotelbusiness. "Ze hebben de ondernemersgeest van hun ouders en een goede opleiding genoten. Ze willen wel managen, maar niet dagelijks vijftien uur op de werkvloer staan."

Bijna veertig procent snackbars in Chinese handen

"Daarnaast is het voor veel Chinese ondernemers lastig om goed personeel te vinden", vertelt VCHO-directeur Lin. "Eerst was er helemaal geen mogelijkheid om Chinese koks naar Nederland te halen, en nog steeds is het ondanks het wokakkoord niet heel makkelijk. Maar er is geen ROC in Nederland die bij de koksopleiding ook de Aziatische keuken aanleert, dus het leren gebeurt vooral in de praktijk."

Om die redenen openen Chinezen ook steeds vaker cafetaria's en snackbars. "Een cafetaria runnen is heel arbeidsintensief, maar je hebt er minder personeel voor nodig. Momenteel zijn bijna 2.000 van de 5.000 cafetaria's in Chinese handen."

Voor de Chinezen die als gevolg van financiële moeilijkheden hun restaurant hebben gesloten, wordt gezorgd. "Vaak hebben ze weinig aan pensioenopbouw gedaan. Maar de kracht van de Chinese gemeenschap is dat kinderen vaak voor hun ouders zorgen. Maar weinig ouderen hebben een uitkering, omdat de familie hen goed opvangt", zegt Lin.

Lees meer over
Mark van WonderenLiping LinLukas ArendsVereniging Chinese-Aziatische Horeca OndernemersChinese restaurantsEconomieOndernemersZ link in bio