Slapen in lekkende tenten: zo worden arbeidsmigranten behandeld
Vele uren onbetaald overwerk, gevaarlijke omstandigheden en slapen op een matras in de kantine. Regelmatig duiken er berichten op over de slechte huisvesting en uitbuiting van arbeidsmigranten. Toch is het door de versnipperde controle lastig om iets aan hun situatie te doen - niet in de laatste plaats omdat de migranten zelf niet altijd vinden dat ze worden uitgebuit.
Uitbuiting, dat is wat de eigenaar van een aardbeienplukkerij met zijn Slowaakse en Poolse werknemers deed, concludeerde het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden deze week.
Werknemers sliepen op matrassen op de grond van schuren en kantines zonder dat zij er konden douchen. Of ze sliepen in een lekkende tent naast een 'verplaatsbaar toilet', inclusief 'gevaar voor kortsluiting en brand in verband met elektriciteitssnoeren en haspels die in bakken op de grond lagen'.
Boete bij rotte aardbei
Werknemers werden geacht zes dagen per week tien uur per dag te werken. Wie ziek was, moest overdag in de kantine zitten en kreeg geen loon. Hun werkgever betaalde hen 7,50 euro per uur, maar hield daarvan 2,50 per uur in voor 'huisvestingskosten'.
Op die manier zou hij in de periode 2005-2010 174.560 euro winst hebben gemaakt op de huisvesting. En dan moesten de werknemers de ruimtes ook zelf nog eens schoonhouden.
En wie een kist met een rotte of onrijpe aardbei inleverde, riskeerde ook nog eens vijftig euro boete.
Zes maanden cel
Zelf zei de werkgever in zijn verklaring: "De huisvesting verdiende absoluut niet de schoonheidsprijs. Ik heb stad en land afgebeld voor goede huisvesting, maar dat lukte niet meer. Alles zat vol."
Hij werd in hoger beroep veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van zes maanden wegens uitbuiting, omdat hij erg lang op zijn strafzaak had moeten wachten. Hij werd namelijk in 2010 al opgepakt, maar zijn strafzaak kwam pas in 2014 voor. Onlangs wees de Hoge Raad zijn cassatie af.
Geen uitzonderingen
De zaak van de aardbeienplukkers staat niet op zichzelf. Tien matrassen in een eengezinswoning, caravans in een donkere schuur, werknemers van tomatenkassen die niet bij elkaar mogen wonen om het risico op ziektespreiding te voorkomen; het zijn geen uitzonderingen.
De gemeente Westland bracht zelf vorig jaar een rapport uit over misstanden waar arbeidsmigranten mee te maken krijgen, waaronder slechte huisvesting. In de zomerperiode werken er zo'n 12.000 Oost-Europeanen in de Westlandse kassen, maar van een groot deel is onduidelijk waar ze verblijven. En als er al misstanden worden geconstateerd, dan wordt daar volgens het rapport lang niet altijd tegen opgetreden.
Lastig handhaven
Jaarlijks werken er in Nederland 400.000 tot 500.000 mensen uit Oost-, Midden- en Zuid-Europa als seizoensarbeider. Vorig jaar spraken LTO Nederland en de vakbonden randvoorwaarden af voor de huisvesting (zie kader). Maar handhaven is lastig, zo vertelt onderzoeker Edward van der Torre van het bureau Lokale Zaken. Hij schreef het eerdergenoemde rapport voor de gemeente Westland.
"Het is niet meteen in strafrechtelijke zin 'uitbuiting' wanneer werknemers een uurtje te veel werken waar ze niet voor worden betaald. Ze kunnen wel een boete krijgen voor 'slecht werkgeverschap' of 'ernstige benadeling'. Maar uiteindelijk zijn veel seizoensarbeiders toch tevreden omdat ze zelf vinden dat ze met dat extra uurtje werk nog steeds een prima salaris overhouden."
Versnipperde controles
Van der Torre wijst erop dat de controle ten aanzien van arbeidsmigranten versnipperd is. Huisvesting wordt gecontroleerd door de gemeente, terwijl de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toeziet op arbeidstijden en beloning.
Toch is de Inspectie optimistisch, vertelt woordvoerder Paul Q. van der Burg. "We hebben de afgelopen jaren maatregelen doorgevoerd die het makkelijker maken om te controleren. Zo mogen werknemers niet meer contant worden betaald, maar moeten zij hun loon giraal krijgen. En de komende vier jaar groeien we van 1.100 naar 1.500 werknemers, waardoor we er een paar honderd controleurs extra bij krijgen."
Geen cijfers
Cijfers over hoe vaak er misstanden ten aanzien van seizoensarbeiders worden aangetroffen, heeft de Inspectie niet. "Wij maken geen onderscheid tussen gewone arbeid en seizoensarbeid. We gaan ervan uit dat er altijd een deel zal zijn dat wij niet zien, helaas."
Van der Torre: "Wanneer het gaat om de uitbuiting van seizoensarbeiders, zijn er maar weinig strafrechtelijke zaken. Ik hoop dat het in de toekomst vaker strafrechtelijk wordt aangepakt."
Regels voor huisvesting: minimaal 5 m2
Vorig jaar hebben LTO Nederland en de vakbonden voorwaarden afgesproken voor de huisvesting van arbeidsmigranten, denk bijvoorbeeld aan een koelkast, kooktoestellen, een minimaal aantal vierkante meters per persoon (5 m2) en sanitair. Wanneer de werkgever kwalitatief goede huisvesting biedt, mag er maximaal 20 procent van het minimumloon worden ingehouden. Maar gemeenten worstelen nog steeds met hun huisvesting, zo schreef RTL Z al eerder.