Hulpmiddelencentrum boekte megaverliezen; doorstart nabij
Het failliete zorgbedrijf Hulpmiddelencentrum maakte in twee jaar ruim 21 miljoen euro verlies. De curatoren verwachten nog deze week een gedeeltelijke doorstart. Dit moet de dienstverlening aan de 50.000 kwetsbare klanten, die rolstoelen en scootmobiels van het bedrijf gebruiken, veiligstellen.
Dat laat curator Carl Hamm weten aan RTL Z.
Top-3 speler
Het Hulpmiddelencentrum levert, vaak via tussenkomst van gemeenten in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), medische hulpmiddelen als rolstoelen en scootmobiels aan zorgbehoevenden.
De afgelopen jaren groeide het bedrijf uit top-drie speler in de branche, met 500 werknemers en een jaaromzet van zo'n 50 miljoen euro. Begin april ging de onderneming, die tot voor kort bekend stond als JenS Beenhakker, echter failliet.
Megaverliezen
Uit het zojuist verschenen curatorenverslag blijkt dat het Hulpmiddelencentrum de afgelopen jaren gigantische verliezen maakte. In 2016 bedroeg het verlies 2,6 miljoen euro. Een jaar later explodeerde dat, tot 10,5 miljoen. In 2018 volgde een nieuw megaverlies, van 11,3 miljoen euro. Cijfers over 2019 zijn nog niet bekend.
"Volgens de directie zijn de verliezen geleden als gevolg van slechte tarieven van gemeenten (...) en een niet goed geïntegreerd softwaresysteem", zegt Hamm. "Wij zullen dat nader onderzoeken."
Noodkrediet
Curator Hamm en en zijn collega Roel Slotboom moeten het faillissement afwikkelen. Centraal daarbij staat het zoeken naar een oplossing voor tienduizenden gebruikers van de hulpmiddelen van het bedrijf. Dat betreft niet alleen de levering, maar ook de service en het onderhoud.
Om te voorkomen dat deze dienstverlening na het faillissement stopgezet moest worden, heeft huisbank BNG een noodkrediet verschaft. Overigens in ruil voor extra onderpanden. Dat geeft de curatoren tot 19 juni de tijd om met een oplossing te komen.
Oplossing
De beste oplossing zou zijn, als de activiteiten ondergebracht kunnen worden bij een branchegenoot of -genoten. Dan wordt de dienstverlening aan de kwetsbare klanten het minste verstoord. Ook zou zo de meeste werkgelegenheid worden gered.
De curatoren werken al weken aan zo'n soort oplossing. Vorige week slaagde dat voor een klein onderdeel. De tak die zorginstellingen alarmeert bij een noodsituatie bij klanten, ging over naar FocusCura.
Doorstart
Maar voor de rest van de activiteiten is nog geen oplossing gevonden. Volgens curator Hamm werden na het faillissement 34 partijen benaderd voor een overname. Zeven daarvan deden een concreet bod; met 3 kandidaten wordt onderhandeld.
Ondanks de zware verliezen van de activiteiten denkt de curator binnenkort deals te kunnen sluiten. "De verwachting is dat deze week de (belangrijkste) overnamekandidaat voor de WMO-activiteiten wordt gekozen", mailt Hamm op vragen. "De kans op overname van de activiteiten is groot. Wij doen daar alles aan."
Kwetsbare mensen
Er staat veel op het spel, benadrukt de curator. "Indien de activiteiten niet kunnen worden voortgezet zal na 19 juni naar alle waarschijnlijkheid de boel stilvallen en zullen alle betrokken partijen zelf een oplossing moeten zoeken voor hun belangen."
De curator acht dat een slechte uitkomst. "Waarschijnlijk zal de markt het dan zelf oplossen, al zal dat dan niet zonder de slag of stoot gaan. Wij proberen dat juist te voorkomen, omdat er zoveel kwetsbare mensen bij betrokken zijn. Er staan 50.000 hulpmiddelen uit."
Overnamekandidaten
Op het eerste gezicht lijken branchegenoten Medux (met dochterbedrijven Harting Bank en Medipoint) en Welzorg de beste kaarten voor de overname te hebben. Als marktleiders kennen zij de markt goed. Bovendien zijn zij in handen van zeer kapitaalkrachtige eigenaren.
Medux is in handen van investeerder NPM Capital, de investeringstak van de familie Fentener van Vlissingen. Welzorg, dat afgelopen jaren overigens wel zelf met problemen kampte, is onderdeel van het bedrijvenimperium van auto-importeur Louwman.
Medux wil niet alles
Commercieel directeur René Martens van Medux bevestigt een bod te hebben uitgebracht op onderdelen van Hulpmiddelencentrum, maar benadrukt niet alle activiteiten te willen. "Wij hebben heel goed gekeken naar welke contracten in de buurt liggen van onze huidige vestigingen, voor zover die nog capaciteit hebben."
Volgens Martens is een volledige overname niet interessant voor Medux. "De marges in deze markt zijn laag, en er is sprake van een grote servicegevoeligheid. Elektrische rolstoelen worden steeds complexer, en dat vraagt veel van de servicemonteurs. Daarom keken wij goed naar welke onderdelen het beste bij ons passen."
Kleinere partij
Volgens Martens behoort Medux echter niet tot de partijen die op dit moment met de curatoren onderhandelen. "Ons bod is vier weken geleden ingediend, maar sindsdien is er radiostilte. Waarschijnlijk onderhandelen de curatoren met partijen die meer onderdelen wil overnemen."
Ook concurrent Welzorg heeft interesse in delen van de failliete boedel, bevestigt marketingdirecteur Ella van den Berg. "Er is met de curatoren gesproken, maar over de actuele stand van zaken kunnen wij niets zeggen."
Medux-directeur Martens vermoedt dat 'een kleinere partij' op dit moment met de curatoren aan tafel zit. "Gezien de grote servicegevoeligheid in deze markt zou dat wel grotere risico's met zich meebrengen."