Vonnissen: ministerie weigerde onterecht noodsteun aan ondernemers
De overheid heeft sommige afwijzingen van coronasteun aan bedrijven niet goed gemotiveerd en daarmee noodsteun onterecht afgewezen, oordeelt het College van Beroep voor bedrijfsleven (CBb). Staatssecretaris Mona Keijzer (CDA) van Economische Zaken en Klimaat krijgt tot 22 januari de tijd om het op te lossen.
Het gaat om de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), bedoeld voor het midden- en kleinbedrijf (mkb). Bedrijven die door coronamaatregelen minder omzet hebben en daarom moeite hebben om hun vaste lasten te betalen, kunnen daar een subsidie voor krijgen.
De hoogte van die subsidie is afhankelijk van de mate van omzetverlies en de branche waarin de ondernemer actief is.
Hoofdactiviteit bepalend
Bij dat laatste kijkt de uitvoerder van de regeling, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), naar de hoofdactiviteit van een ondernemer zoals die op 15 maart bekend was bij de Kamer van Koophandel.
Om de regeling snel uit te kunnen voeren, is indertijd gekozen voor deze aanpak, laat een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat weten.
Soms gaat het alleen ook mis. Zo was er in een van de zaken waarover het CBb uitspraak deed, een ondernemer die als winkel in fotografische artikelen en als binnenvaart (passagiersvaart en veerdienst) stond ingeschreven. In het verleden was de fotostudio zijn hoofdactiviteit, inmiddels is dat de chartervaart.
En dat maakt verschil, want voor de laatste branche is de tegemoetkoming hoger dan voor de eerste. De ondernemer heeft hier bezwaar tegen gemaakt, en krijgt met nog twee andere klagende ondernemers gelijk van het CBb.
Automatisch mag niet
De overheid mag niet automatisch van de volgorde uit het handelsregister uitgaan, als de ondernemer dit bestrijdt. "Reden is dat in de regelgeving niet bepaald is welke activiteit als hoofdactiviteit moet worden gezien", concludeert de hoogste rechterlijke instantie waar bedrijven terecht kunnen.
Tegen de uitspraak is geen beroep mogelijk. Of het ministerie onder druk van de rechter de ondernemers alsnog tegemoet komt, is onduidelijk. Het ministerie laat weten dat de uitspraak eerst bestudeerd zal worden.
Er komen ook nog wel wat uitspraken aan, want tot nu toe zijn er 15 zaken over TVL en 108 klachten over de TOGS-regeling bij het College binnen gekomen, meldt een woordvoerder.
TOGS: ondernemer wél verantwoordelijk
Over de tegemoetkoming voor ondernemers uit getroffen sectoren (TOGS) deed het College al uitspraak in vier zaken. Deze regeling draait om een eenmalige uitkering van 4000 euro voor getroffen ondernemers.
In de zaken die het CBb tot nu toe behandelde, kregen de klagers nul op rekest. Bij het afwijzen of toekennen van de subsidie mag de overheid wel uitgaan van de activiteit zoals die is geregistreerd bij de KvK.
Feitelijke bedrijfsactiviteit
Een ondernemer is zelf verantwoordelijk voor de juistheid van die inschrijving, stelt het college. Daardoor kan de overheid steun weigeren aan een ondernemer als zijn inschrijving niet aansluit bij de feitelijke bedrijfsactiviteiten.
Bijvoorbeeld wanneer het bedrijf in maart stond ingeschreven als organisatiebureau en de ondernemer later aantoont dat hij feitelijk horecaondernemer is. De overheid heeft de betreffende aanvragen voor noodsteun op grond van de TOGS-regeling volgens het CBb terecht afgewezen.