Co-ouderschap vooral populair onder hoogopgeleiden
Co-ouderschap is de laatste jaren nauwelijks populairder geworden, ondanks wetgeving die dat stimuleert. Het zijn vooral hoogopgeleide stellen die er voor kiezen.
Bij co-ouderschap wonen de kinderen na de scheiding ongeveer net zo vaak bij hun vader als bij hun moeder. Vooral toen de overheid co-ouderschap actief begon te stimuleren, in 2009, werd deze vorm populair. In 2010 was even een piek: toen koos 27 procent van gescheiden ouders voor co-ouderschap. Het percentage ligt nu rond de 22 procent.
ZIE OOK: Co-ouderschap ondanks vechtscheiding: 'Wil het beste voor de kinderen'
Dat blijkt uit cijfers van het CBS en de Universiteit Utrecht. De Utrechtse sociologe Anne-Rigt Poortman, die onderzoek doet naar co-ouderschap, heeft niet echt een verklaring voor de stijging toen, en de lichte daling later. "We moeten niet vergeten dat we in de crisis zaten, dat speelt zeker mee in de daling van 2013."
Stellen met weinig conflict
De sociologe geeft aan dat het om een specifieke groep gaat die kiest voor co-ouderschap. "Het zijn stellen die, zoals de Engelsen zo mooi kunnen zeggen, wellresourced zijn. Ook rapporteren ze weinig conflict onderling en kennen ze weinig persoonlijke problemen."
Poortman wijst er ook op dat het co-ouderschap lang niet voor iedereen is weggelegd: "Je moet als gescheiden ouders uiteraard nog wel goed met elkaar overweg kunnen. Als er te veel conflict is, zal co-ouderschap niet werken." Co-ouderschap verplichten, zoals dat in het buitenland wel gebeurt, lijkt haar dan ook onverstandig.
Alleen bij de moeder
Ouders die kiezen voor co-ouderschap, blijven dit vaak vol houden. 80 procent van de co-ouders staan twee jaar later nog achter de keuze, blijkt uit onderzoek tussen 2010 en 2012. Co-ouderschap is wel iets minder stabiel dan als de kinderen alleen bij de moeder worden opgevoed.
Poortman vindt dat niet verwonderlijk. "Het is veel gevoeliger voor veranderingen. Als een van de twee ouders verhuist naar een stad verderop, brengt dat allerlei logistieke uitdagingen met zich mee. Kan die ouder dan nog wel de kinderen naar hun school brengen bijvoorbeeld? Dat kan een reden zijn om toch over te stappen op een moeder- of vaderverblijf."