'Keihard tegen de muur gerend': ondernemers over hun burn-out
Door, door en nog eens door. Nog even een deal sluiten, dat uurtje extra schrijven, toch naar die afspraak gaan. Ondernemers weten soms dat ze in volle sprint op weg zijn naar een muur, maar rennen er dan toch tegenaan. En dan komt de klap van de burn-out: over, uitgespeeld, kapot.
Ondernemers hebben minder vaak last van een burn-out dan werknemers in loondienst, maar als ze ermee te maken krijgen, kan de klap harder aankomen door gebrek aan een vangnet. Twee ondernemers vertellen aan RTL Z hun verhaal.
Zwart voor de ogen of wachtwoord vergeten
Frans van Leeuwen (32) startte zijn laptop op, maar wist het wachtwoord niet meer. Hij kon marathons aan, maar kon opeens zijn hardlooprondje niet meer afmaken. En Herbert van Hoogdalem (48) werd het zwart voor de ogen, en die gingen pas weer open in het ziekenhuis. Allebei waren ze succesvolle ondernemers, allebei kregen ze een burn-out.
Van Leeuwen begon op zijn 26e samen met een vriend een bedrijf in bedrijfsvitaliteit, EnergyPlatform, dat zich richt op het welzijn van werknemers. Van Hoogdalem had dertig jaar lang een wervelende carrière in de reclamewereld.
Een typische reclamelul
"Van mijn 18e tot mijn 30e was ik echt zo’n typische reclamelul", vertelt Van Hoogdalem. "Porsche, half miljoen per jaar en heel stoer doen. Het was wel keihard werken, want iedere ochtend begon je met een wit vel en moest je presteren. Op mijn 26e werd ik directeur van een Amerikaans bureau, op mijn dertigste begon ik mijn eigen zaak."
Pas toen Van Hoogdalem een eigen bureau startte, kreeg hij door dat hij helemaal niet wist hoe ondernemen werkt. "Mijn ego was enorm, alles wat ik aanraakte veranderde in goud. Maar nu maakte ik fouten, een partner vertrok met veel geld. Ik kwam in de shit en verkocht het bureau aan een grote speler, om daar directeur te worden."
Van Hoogdalem zette een handtekening voor drie jaar, maar na twee jaar ging hij weg. Het werkte niet. "Op dat moment had ik mezelf al vijftien jaar helemaal de tandjes gewerkt. In 2003 ben ik anderhalf jaar in Barcelona gaan wonen, om te bedenken wat ik nou wilde met het leven. Maar stilzitten kon ik echt niet, dus daar ben ik ook van alles gaan doen." Dat kwam hem duur te staan.
Marathons lopen, maar vooral op adrenaline
En ook bij Van Leeuwen kon het de eerste jaren van zijn ondernemerschap niet op. "Wij hadden vanaf het begin succes met het bedrijf", zegt hij. "Ik zat op een roze wolk, kon alles aan. Ik liep marathons, werkte veel, had succes en kon jarenlang door op adrenaline. Na een paar jaar begon ik me iets minder te voelen. Ik had een korter lontje, wat minder energie. Toch ging ik op hetzelfde tempo door."
"Ik denk niet dat het een ramp is als je op een stevig tempo doorgaat en veel werkt", zegt Van Leeuwen. "Maar als je je fysiek of mentaal wat minder voelt en je gaat toch door, dan gaat het fout." Hij denkt zelf dat hij met simpele aanpassingen aan de burn-out had kunnen ontkomen. Maar ja. Dat is achteraf.
De signalen weggewuifd
"Het gaat ook gewoon om trots en schaamte", zegt Van Leeuwen. "Mensen kijken naar je bedrijf, zien dat het goed gaat en denken dan automatisch dat het met jou ook goed gaat. Mijn succes werd afgemeten aan dat van het bedrijf, maar dat klopt niet. Ik had de signalen wel gehad, maar ze genegeerd."
Dat ging goed, tot de dag dat Van Leeuwen zijn wachtwoord dus niet meer wist. Hij kwam thuis te zitten. "Ik dacht, ik neem wat rust. Maar herstel was onmogelijk, ik kon echt niets meer. Het voelde als een enorme ramp. Ik wilde zo graag, maar je kan niets. Een rondje met de fiets of auto was al te veel", blikt hij terug.
Wakker in het ziekenhuis
Bij Van Hoogdalem kwam dat moment toen hij terugkwam van zijn 'rustperiode' in Barcelona. "Ik had niet de rust gepakt die ik met mezelf had afgesproken. In Nederland begon ik een nieuw bureau. In mijn privéleven, relationeel, kreeg ik een klap. Daarna stortte ik compleet in, het was de druppel. Het werd zwart voor mijn ogen en ik werd wakker in het ziekenhuis."
Natuurlijk, hij was wel gewaarschuwd. "Maar je luistert niet, je hebt een onderneming te runnen. Je moet leads opvolgen, administratie doen, mensen aannemen. De enige mogelijkheid die ik had, was keihard tegen de muur rennen. Als ik daar handiger mee was omgegaan had dat nooit 1,5 jaar hoeven duren - maar ik wist ook niet hoe ik ziek moest zijn."
'Mislukken kon gewoon niet'
"Ik schaamde me ook kapot", zegt Van Hoogdalem. "Jezus man, dacht ik toen, ik was 35. Ik ben jong, sterk en gezond. Ik had het gevoel dat ik faalde, en daar hou ik al helemaal niet van. Mislukken kon niet in mijn hoofd, en dat was enorm pittig om te accepteren."
Na anderhalf jaar vond Van Hoogdalem het wel weer mooi geweest. "Ik ging weer keihard werken, ik wist niet anders, kende geen andere opties. In mijn privéleven kreeg ik wederom een klap. Dit keer had ik het zelf door. Ik werd minder scherp en mijn ideeën, mijn bestaansrecht, werden minder."
Van Hoogdalem merkte dat hij kapot was, ongelooflijk moe. "Ik kon niet meer lopen, had nergens zin in en ben naar de huisarts gegaan." Dat was burn-out nummer twee. "Ik vond mezelf zo’n enorme lul, vond mezelf zo dom. Ik dacht: dit had ik moeten zien aankomen. Maar dat kon ik niet, het sluipt naar binnen. Dat is ook de mindset van ondernemers: je hebt aangeleerd dat je doorgaat."
'Ik zoek geen grenzen meer op'
Dat merkte Frans van Leeuwen ook. "In de slechtste week werkte ik een uur per dag, maar ik probeerde altijd iets te doen. Het geeft structuur. In mijn werk heeft het me ook heel erg geholpen, richting klanten. Ik ben nu ervaringsdeskundige en gelukkig klachtenvrij. Maar ik pas wel op, ik zoek geen grenzen meer op. De tijd van marathons en 70 uur per week werken is voorbij."
Toen hij er zelf mee kampte merkte hij dat er nog een enorm taboe hangt rondom burn-outs, zeker bij mannen. "Als mijn collega’s zich minder voelen, zeggen we daarom nu: blijf maar thuis, pak die ruimte. Een jongen die net vader is geworden is 2,5 week weg gebleven. Dat is prima, dat is nodig. Als ik nu zelf weer klachten krijg, weet ik waar ik op moet letten. En ik zeg vaker nee, dat is de essentie."
'Wat doe ik met mijn leven?'
Herbert van Hoogdalem is vorig jaar nog net ontsnapt aan burn-out nummer drie. Hij was al werk gaan doen wat hij leuk vond, hem beter lag, maar ging weer keihard werken. Tot hij een andere muur tegenkwam. "In april 2018 overleed mijn beste vriend, Arnoud. We hadden elkaar al een tijd niet meer gezien. We zouden altijd binnenkort eten, elkaar spreken, maar ja, te druk met werk he?", blikt hij terug. "Zoals dat dan gaat."
"Godsamme", beschrijft Van Hoogdalem zijn gedachten na het telefoontje met het vreselijke nieuws. "Ik dacht: what the fuck ben ik aan het doen met mijn leven? Als hij op zijn 48e zo omvalt…" Van Hoogdalem stopt even met praten, voor het eerst in het gesprek.
Tegen die muur, maar wel ervan leren
"Ik herkende bij mezelf alweer signalen. En toen Arnoud overleed dacht ik: nu is het klaar, het moet anders. Ik heb tegen opdrachtgevers en klanten gezegd: ik kap ermee. Nu. Op de uitvaart heb ik gesproken en de belofte gemaakt dat ik, na dertig jaar niet luisteren, eindelijk ging luisteren, ging doen wat ik echt wilde. Dat was schrijven, en dat doe ik nu."
Daar moest Van Hoogdalem wel dertig jaar een 'eigenwijze lul' voor zijn, zegt hij zelf. "Als iemand me dit 25 jaar geleden had verteld had ik nooit geluisterd. Maar ik denk dat het goed is als je jong leert luisteren naar jezelf, je intuïtie. Het is een stom cliché, maar het klopt wel."
Hij sluit af met een advies. "Voor iedereen is het goed om een keer tegen een muur te lopen, want het wijst je op je grenzen en onhaalbaarheden. Iedere keer dat ik het deed brak mijn veel te grote ego in een miljoen stukjes. Maar uiteindelijk ben ik er, op mijn 48e, wel een veel leuker mens van geworden, omdat ik ervan heb geleerd. Uiteindelijk."