Personal Finance

Het nieuwe pensioenstelsel: eerlijker, maar minder zekerheid

Door RTL Z··Aangepast:
© ANPHet nieuwe pensioenstelsel: eerlijker, maar minder zekerheid
RTL

De politiek, werknemersorganisaties en de werkgevers hebben een akkoord bereikt over een nieuw pensioenstelsel. De plannen moeten ervoor zorgen dat de pensioenen toekomstbestendig worden en eerlijker. Dit gaat er concreet veranderen.

Jongeren gaan niet meer betalen voor ouderen

De grootste wijziging in het stelsel is het loslaten van wat in jargon de doorsneepremiesystematiek heet. Dat is een lastige term voor een systeem dat inmiddels niet meer van deze tijd is.

Op dit moment is het nog zo dat de inleg van iedere deelnemer in een pensioenfonds uiteindelijk evenveel waard is, van jong tot oud. Maar dat is eigenlijk niet eerlijk, want iedere euro die een jongere inlegt kan nog tientallen jaren renderen (omdat die belegd wordt) en wordt dus meer waard. Aan de andere kant is een euro die een oudere inlegt veel minder waard, toch geeft de inleg van zowel de jongere als de oudere uiteindelijk dezelfde pensioenaanspraak. Simpel gezegd: jongeren subsidiëren ouderen.

Oneerlijk voor jongeren

Dat was nooit zo'n probleem, omdat mensen doorgaans heel lang voor één baas werkten. Nu wisselen mensen veel vaker van baan en contractvorm en daarmee ook van pensioenfonds of ze bouwen (tijdelijk) helemaal geen pensioen op. Daardoor pakt het huidige systeem onbedoeld oneerlijk uit voor veel mensen, zeker voor jongeren.

Denk bijvoorbeeld aan een veertiger die na twintig jaar werken besluit om zzp'er te worden. Van zijn pensioeninleg van de afgelopen jaren ziet hij relatief weinig terug omdat het rendement op zijn inleg wordt gebruikt voor de pensioenopbouw van ouderen, maar hij heeft zelf niet de lusten van dat systeem nadat hij zelfstandige is geworden.

Eigen pensioenpotje

Dat moest dus nodig op de schop. In het nieuwe stelsel wordt de premie van jongeren niet meer gebruikt voor de opbouw van het pensioen van ouderen. In plaats daarvan wordt het pensioen dat je opbouwt gekoppeld aan de waarde van wat jij daadwerkelijk hebt ingelegd. Een euro die je als jongere dus inlegt is voor jouw eigen pensioen meer waard dan een euro die je als oudere inlegt.

Dat levert natuurlijk voor bestaande gevallen ook problemen op, omdat ouderen en vooral mensen rond het omslagpunt (ongeveer 45 jaar) dan opeens minder krijgen dan waarop ze hadden gerekend. Dit moet gecompenseerd worden, maar hoe dat precies gaat gebeuren is nog niet duidelijk.

Hoogte pensioen wordt minder zeker

Eigenlijk bleek de laatste jaren al dat de toezeggingen van pensioenfondsen veel minder waard zijn dan van tevoren werd voorgespiegeld, als het economisch tegenzit voor een pensioenfonds. Veel pensioenen worden al jaren niet geïndexeerd, verhoogd dus om te compenseren voor stijgende prijzen, terwijl mensen daar wel op rekenden.

Dat komt omdat pensioenfondsen de uitkeringen pas mogen verhogen als zij een grote buffer hebben. Daar tegenover staat dat ze pas mogen korten op de pensioenen als ze langer dan vijf jaar onder de verplichte dekkingsgraad zitten van 104,2 procent. De dekkingsgraad geeft aan in welke mate een pensioenfonds aan alle opgebouwde verplichtingen aan de deelnemers kan voldoen.

Flexibeler

Dat wordt allemaal veel flexibeler. Pensioenfondsen mogen straks al indexeren bij een dekkingsgraad die hoger is dan 100 procent. Daar staat tegenover dat er bij een dekkingsgraad van minder dan 100 procent ook meteen gekort mag worden.

Maar omdat het nog wel een poos kan duren voor het nieuwe pensioenakkoord tot in detail is uitgewerkt en in wetgeving is omgezet, dreigen pensioenfondsen die nu in de problemen zitten volgend jaar al te moeten korten. Om dat te voorkomen worden de regels die nu gelden al tijdelijk aangepast, vooruitlopend op het nieuwe beleid.

Cashen voor je huis of vakantie

Ook vinden de partijen het belangrijk dat er meer keuzevrijheid komt. Daarom krijgt iedereen straks de mogelijkheid om bij pensionering in een klap 10 procent van het opgebouwde pensioen op te nemen. Zo'n smak geld kun je bijvoorbeeld gebruiken om je hypotheek (deels) af te lossen, zodat je maandlasten lager worden na je pensionering. Je kunt er ook lekker van op wereldreis, om maar eens wat te noemen.

Er wordt ook nog gestudeerd op andere mogelijkheden voor meer keuzevrijheid. Minister Koolmees zinspeelt op een variabel pensioen of een 'groener' pensioen dat duurzaam wordt belegd.

AOW-leeftijd stijgt minder hard

De bovenstaande veranderingen gaan over het aanvullend pensioen, dat werknemers opbouwen bovenop de AOW die voor iedereen gelijk is. Ook daarin gaat wat veranderen: de AOW-leeftijd gaat langzamer omhoog, waardoor mensen minder lang hoeven te werken.

Het plan was om al in 2021 de AOW-leeftijd te verhogen naar 67 jaar, maar dat gaat niet door. De stijging gaat straks minder snel, waardoor de AOW-leeftijd pas in 2024 op 67 uit zal komen. Maar ook voor alle jaren daarna gaat er echt iets veranderen, waar iedereen van kan profiteren.

Het beleid is nu namelijk dat de AOW-leeftijd mee blijft stijgen met de gemiddelde leeftijd: voor ieder jaar dat we gemiddeld ouder worden, moet er een jaar extra gewerkt worden. Straks stijgt de AOW-leeftijd nog maar 8 maanden per jaar dat de levensverwachting omhoog gaat. 

Eerder stoppen met werken

Ook wordt er gekeken naar maatwerkregelingen die het mogelijk maken voor mensen met zware beroepen om eerder te kunnen stoppen met werk. Daarnaast gaat het kabinet het mogelijk maken om meer verlof op te sparen tijdens je werkzame leven: tot 100 weken, een kleine twee jaar. Dat verlof zouden werknemers dan ook aan het eind van hun loopbaan in kunnen zetten om eerder te stoppen met werken.

Het afschaffen van de doorsneepremie heeft ook voordelen voor mensen die eerder willen stoppen. Omdat je strak juist aan het begin van je carrière veel pensioen opbouwt, zijn de laatste arbeidsjaren wat minder belangrijk voor de hoogte van je pensioen. Daardoor is het makkelijker om te kiezen om er wat eerder de brui aan te geven.

Seminar over pensioenakkoord

Heb je vragen over het pensioenakkoord? Wat is afgesproken en wat nog niet? En waarom is dit akkoord nodig? Meld je dan aan voor het online seminar: Alles wat je wil weten over het pensioenakkoord op woensdag 12 juni om 20.30. Een uur lang geven minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Marieke Blom, hoofdeconoom ING Nederland, antwoord op vragen. Klik hier om je aan te melden en jouw vraag te stellen.

Lees meer over
Wouter KoolmeesMinisterie van Sociale Zaken en WerkgelegenheidSERPensioenen