Getrouwd, maar niet samenwonen? Dan maar van 1 huis de rente aftrekken

In 2009 stapten meneer H. en mevrouw K. in het huwelijksbootje. Toch besloten ze om niet samen te gaan wonen. Zowel H. als K. bleef in het eigen koophuis wonen. Een zogenoemde latrelatie dus. Dat mag ook, want het Burgerlijk Wetboek kent sinds het begin van deze eeuw geen samenwoonverplichting meer voor gehuwden.

Hypotheekrenteaftrek

Wie een koophuis heeft, mag bij het doen van de inkomstenbelasting de woning meenemen in box 1. Daardoor kun je gebruikmaken van de fiscale voordelen van het hebben van een eigen huis, zoals de bekende hypotheekrenteaftrek.

Aangezien H. en K., zoals ze worden genoemd in de brief van de minister, allebei een koophuis hebben, gingen ze er vanuit dat ze allebei gebruik konden maken van deze voordelen.

Maar toen kwam de inkomstenbelastingwetgeving om de hoek kijken. Daarin staat dat wie getrouwd is, ook fiscaal partner van elkaar is. En fiscale partners mogen maar van één huis als eigen woning in box 1 aanmerken.

Oneerlijk

Dat vinden ze gek en oneerlijk. Want het Burgerlijk Wetboek staat hier haaks op de belastingwetgeving. En dus trokken Tweede Kamerleden die op de kwestie waren gewezen aan de bel in de Tweede Kamer. Maar niet met succes.

De minister erkent dat het Burgerlijk Wetboek het uitgangspunt is voor de belastingontheffing, maar vindt niet dat die twee elkaar tegenspreken. Hij wijst er verder op dat het echtpaar voor de bruiloft wist dat er maar één woning in box 1 valt, zodra ze fiscaal partners zouden worden.

Scheiding van tafel en bed

Om geen fiscaal partner meer te zijn, moeten H. en K. scheiden of moet er een verzoek tot scheiding van tafel en bed worden ingediend. Bij dat laatste blijven ze officieel getrouwd, maar zijn ze financieel wel weer volledig onafhankelijk van elkaar.

Scheiding van tafel en bed kent dezelfde procedure als gewoon scheiden. Een advocaat inschakelen is dus nodig.