Tijd dringt

Grote pensioenfondsen nog steeds onder water: flinke kans op kortingen

Door Matthias Pauw··Aangepast:
© Sander KoningGrote pensioenfondsen nog steeds onder water: flinke kans op kortingen
RTL

Ondanks dat de beurskoersen de laatste maanden weer flink zijn gestegen, staan de grootste pensioenfondsen er nog altijd beroerd voor. De pensioenfondsen ABP en PFZW houden er ernstig rekening mee dat de pensioenen vanaf januari verlaagd moeten worden.

Dat hebben de fondsen bekendgemaakt in hun cijfers over het derde kwartaal van dit jaar. Het ambtenarenpensioenfonds ABP kwam eind september uit op een dekkingsgraad van 88,2 procent. PFZW, het fonds van zorgmedewerkers, kwam uit op 88,5 procent.

Dat betekent dat de fondsen voor iedere honderd euro die ze moeten gaan uitkeren in de toekomst, op dit moment slechts 88 euro en een beetje in kas hebben. Te weinig dus.

Wat weten we nu over het pensioenakkoord? 5 vragen beantwoord
Lees ook

Wat weten we nu over het pensioenakkoord? 5 vragen beantwoord

Dat is zelfs minder dan de versoepelde regels vereisen. Eigenlijk moeten fondsen een dekkingsgraad hebben van 104 procent. Dat betekent dat ze dus meer geld in kas moeten hebben dan ze uiteindelijk uit moeten keren.

Versoepelde regels nog niet soepel genoeg

Omdat het roerige tijden zijn en omdat er een nieuw pensioenstelsel aankomt, zijn de regels tijdelijk wat soepeler gemaakt. Pensioenfondsen hoeven nu maar een dekkingsgraad van 90 procent te hebben. Daar komen ABP en PFZW dus nog steeds niet aan.

En dat is slecht nieuws voor heel veel mensen, want ABP en PFZW hebben allebei zo'n 3 miljoen deelnemers.

15 euro gekort

Het goede nieuws is wel dat beide fondsen er minder beroerd voorstaan dan een paar maanden geleden. Dat komt onder meer doordat de beleggingen op de beurs meer waard zijn geworden.

Maar het is absoluut niet zeker dat de koersen ook in het laatste kwartaal blijven stijgen, en dus blijft het spannend of er wel of niet gekort moet worden.

"Zoals het er nu voor staat, is de kans op pensioenverlaging voor volgend jaar reëel. Bij de huidige stand zou dat voor een gemiddeld ABP-pensioen van 700 euro netto ongeveer 15 euro netto per maand zijn", aldus ABP-topvrouw Corien Wortmann–Kool.

"We houden serieus rekening met een verlaging van de pensioenen in 2021", schrijft ook afzwaaiend PFZW-directeur Peter Borgdorff. "Het wordt spannend hoe de beleggingen en de rente zich in het vierde kwartaal ontwikkelen. Want dit laatste kwartaal van het jaar is ongekend onzeker, met niet alleen een opleving van het coronavirus, maar ook vanwege de aanstaande presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten."

Beter nieuws voor metaalsector

De pensioenfondsen voor de metaalindustrie zagen de dekkingsgraad in het derde kwartaal wat verbeteren. Daar hangt de vlag er direct ook een stuk beter bij.

De dekkingsgraad van PME bedraagt 93,7 procent. Dat is op lange termijn natuurlijk nog steeds te weinig, maar volgens de regels zou er in ieder geval niet gekort hoeven te worden als de financiële situatie gelijk blijft. Bij PMT komt de dekkingsgraad uit op 92,2 procent, ook net voldoende om niet te hoeven korten.

Eerder dood, goed voor de kas

Overigens profiteren de fondsen niet alleen van de stijgende rendementen op hun beleggingen. Ze hebben er ook veel baat bij dat de levensverwachtingen naar beneden toe zijn bijgesteld. Plat gezegd: als mensen minder lang leven, krijgen ze minder lang pensioen uitgekeerd. Daardoor worden de toekomstige verplichtingen van de fondsen dus lager.

En dat scheelt een slok op een borrel. Zonder de bijstelling zou PFZW er bijvoorbeeld nog 1,8 procentpunt slechter voor staan. Bij PME gaat het zelfs om 2,3 procent en bij PMT om 2 procent.

Lees meer over
PMEPFZWABPPensioenenPensioenakkoordCoronacrisis in Nederland