Ruim 68.000 aanvragen betaald partnerverlof, minder dan verwacht
Sinds het begin van de regeling op 1 juli vorig jaar zijn er 68.374 aanvragen gedaan voor betaald partnerverlof. Dat zijn er duizenden minder dan vooraf werd verwacht. De regeling moet helpen om de traditionele rolverdeling tussen vrouw en man bij de zorg voor kinderen te doorbreken.
Het partnerverlof is een aanvulling op het gewone geboorteverlof van 5 dagen dat partners krijgen. Het wordt niet door de werkgever betaald, maar is een uitkering van het UWV van maximaal 70 procent van het dagloon.
Partners moeten het verlof in de eerste 6 maanden na de bevalling opnemen. Ouders die in september een kind verwachten, kunnen dus ook pas in januari 2022 partnerverlof aanvragen.
'Het blijft een raming'
Voor de tweede helft van 2020 verwachtten het ministerie van Sociale Zaken en uitkeringsinstantie UWV zo'n 36.000 aanvragen. Dat werden er uiteindelijk bijna 29.000. Dit jaar worden 95.000 aanvragen verwacht. Tot en met 28 juni hebben 39.553 partners het verlof daadwerkelijk aangevraagd.
Omdat het om een nieuwe regeling gaat, is het lastig te voorspellen hoe vaak het partnerverlof wordt aangevraagd, zegt het UWV, de organisatie die de uitkering regelt.
De keuze van de partner of ouders om het verlof niet direct op te nemen kan ook meespelen in het niet halen van de verwachtingen, zegt de uitkeringsinstantie.
Kosten partnerverlof
Voor 2020 begrootte het ministerie van SZW 65 miljoen euro voor het partnerverlof. Daarvan is 57 miljoen euro daadwerkelijk uitgegeven.
Voor 2021 zijn de kosten naar verwachting 196 miljoen euro en voor 2022 is dat 209 miljoen euro. In dat bedrag zit ook het betaalde ouderschapsverlof dat op 2 augustus 2022 ingaat.
Bijl in rolverdeling
De regeling zou de bijl moeten zetten in de hardnekkige rolverdeling dat vrouwen vaker parttime werken, minder verdienen en meer zorgtaken op zich nemen dan mannen. Dat lukt tot nu toe maar mondjesmaat, zegt Cécile Wansink van belangenorganisatie Women Inc.
"Uit ons eigen onderzoek komt naar voren dat nog veel minder vaders de volledige 6 weken partnerverlof opnamen", zegt ze tegen RTL Z. "Slechts een derde van de partners. Terwijl blijkt dat mensen die langer partnerverlof opnemen, er ook vaker voor kiezen om minder te gaan werken. Dat kan positieve gevolgen hebben voor de zorgverdeling op de langere termijn."
Aanvullen tot 100 procent
De houding van de werkgever is een belangrijke factor in het al dan niet aanvragen van de regeling, merkten ze. "Slechts een klein deel van de werkgevers vult het loon tijdens het verlof aan tot 100 procent", aldus Wansink. "Terwijl meer mensen het verlof zouden opnemen als het tot 100 procent wordt aangevuld."
Voor de tweede helft van 2020 verwachtten het ministerie van Sociale Zaken en UWV zo'n 36.000 aanvragen. Dat werden er uiteindelijk bijna 29.000.
Naast geboorte- en partnerverlof, hebben ouders ook recht op 26 weken ouderschapsverlof. Die kunnen in de eerste 8 levensjaren van het kind worden opgenomen. Nu nog onbetaald, maar daar komt volgend jaar verandering in.
Belangrijke stap
Vanaf 2 augustus 2022 krijgen ouders de eerste 9 weken van dit verlof een vergoeding via het UWV. Deze betaalde weken moeten in het eerste levensjaar van het kind worden opgenomen.
De vergoeding bedraagt 50 procent van je dagloon, dus het bedrag dat je omgerekend per dag verdient in je baan. Daar zit overigens wel een bovengrens aan: 50 procent van het maximum dagloon. Dat is het bedrag dat het UWV hanteert bij de berekening van uitkeringen als de WW.
Met het betaalde ouderschapsverlof geeft de overheid een 'superbelangrijk signaal af', vindt Wansink. "Je wordt allebei ouder, niet alleen de moeder. De meeste vaders willen meer tijd doorbrengen met hun kinderen, maar zien daar nog niet altijd de mogelijkheid toe. Dit is een belangrijke stap daarin."