Zorginstelling moet onterecht ontslagen zwangere vrouw 40.000 euro betalen
De Rotterdamse zorginstelling Antes moet een medewerkster 40.000 euro betalen, omdat zij als gevolg van haar zwangerschap aan de dijk werd gezet. En dat mocht niet.
De vrouw ging in augustus 2018 voor 24 uur per week als zorgverlener aan de slag bij Antes, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg met vestigingen in Rotterdam en omstreken. Eind maart 2019 kreeg zij te horen dat haar arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd.
Geen verlenging
Volgens de zorginstelling had de vrouw niet voldaan aan de vereisten voor de functie. Zo zou zij in een aantal gevallen te laat zijn gekomen, te vroeg zijn vertrokken of zich te laat hebben afgemeld. Ook zou zij sommige werkzaamheden niet goed hebben uitgevoerd, en niet het vereiste aantal uren hebben gehaald.
De werkneemster erkende dat zij tijdens haar dienstverband voor Antes minder inzetbaar was geweest, maar benadrukte dat dat het gevolg was geweest van haar zwangerschap. In juli 2019 stapte zij naar de rechter, om te protesteren tegen haar gedwongen vertrek.
Rechtszaak eerst verloren
Aanvankelijk trok de vrouw daarbij aan het kortste eind. In oktober 2019 oordeelde de rechtbank Rotterdam dat Antes haar niet aan de dijk had gezet als gevolg van haar zwangerschap.
De zorginstelling hoefde de vrouw niet de door haar geëiste ontslagvergoedingen te betalen. Bovendien draaide de vrouw op voor 721 euro aan juridische kosten van haar voormalige werkgever.
Maar de werkneemster liet het er niet bij zitten, en ging in hoger beroep. Uit een gisteren openbaar geworden uitspraak blijkt dat het gerechtshof Den Haag de vrouw vorige maand wél gelijk heeft gegeven.
Toch ontslagvergoeding
Uit een getuigengehoor kwam volgens het hof vast te staan dat de zorginstelling al in september 2018 wist dat de vrouw zwanger was, maar te weinig deed om haar rooster daarop aan te passen.
Volgens het hof is de onvrede die in deze periode over de vrouw ontstond niet aan haar, maar aan de werkgever te wijten. Omdat Antes daarmee ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, moet de zorginstelling de vrouw een ontslagvergoeding van 40.000 euro bruto betalen.
Zwangerschapsdiscriminatie komt veel voor
Zwangerschapsdiscriminatie is in Nederland verboden, maar komt desalniettemin vaak voor. Na aanleiding van recent onderzoek noemt het College voor de Rechten van de Mens het 'een nog steeds onverminderd groot probleem'.
Volgens het onderzoek Zwanger en werk; dat baart zorgen, heeft 43 procent van de vrouwen die actief zijn op de arbeidsmarkt en de afgelopen vier jaar een kind kregen, situaties meegemaakt die wijzen op zwangerschapsdiscriminatie.
Dat percentage is ongeveer even groot als in eerdere metingen uit 2016 en 2012. Een groot deel van die discriminatie blijkt plaats te vinden door het niet verlengen van een arbeidscontract.
Onacceptabel
Toenmalig staatssecretaris Sociale zaken en Werkgelegenheid Tamara van Ark liet vorig jaar na Kamervragen weten dit als serieus probleem te beschouwen. "Het is onacceptabel dat een zwangerschap leidt tot discriminatie of spanningen op de werkvloer", zei zij. "Een zwangerschap dient een positieve en zoveel mogelijk zorgeloze tijd te zijn."
De staatssecretaris noemde het ook voor de samenleving "een groot probleem wanneer vrouwen door zwangerschapsdiscriminatie gehinderd worden in hun participatie op de arbeidsmarkt en hierdoor ongelijkheid in de hand wordt gewerkt."
Bewijzen is lastig
Vrouwen die hun ervaringen met zwangerschapsdiscriminatie willen melden, kunnen terecht bij de lokale antidiscriminatievoorziening. Die kan vervolgens adviseren over en ondersteunen bij mogelijke vervolgstappen. Zo kunnen vrouwen naar het College voor de Rechten van de Mens of de civiele rechter stappen.
Wel erkende Van Ark dat het voor slachtoffers "uitermate complex is om aan te tonen dat er van zwangerschapsdiscriminatie sprake is geweest."