Mond of wang? Plek waar zoen bedoeld was bepalend voor ontslag
Een Nederlandse vestiging van het Japanse technologiebedrijf Fujitsu moet bewijzen dat een ontslagen werknemer van plan was om een receptioniste op de mond te zoenen. Als het bedrijf daarin niet slaagt, kan de rechter een streep door zijn ontslag op staande voet zetten.
Dat blijkt uit een dinsdag openbaar geworden beschikking van het gerechtshof in Arnhem.
Zoenpoging
Afgelopen herfst meldde RTL Z dat het technologiebedrijf een destijds 63-jarige automatiseringsmedewerker van de vestiging in het Utrechtse De Meern vlak voor zijn pensioen had ontslagen, omdat hij had geprobeerd de receptioniste te zoenen. De man werkte al 38 jaar tot volle tevredenheid bij het bedrijf.
De kantonrechter in Utrecht had groen licht voor het ontslag gegeven, maar de advocaat van de man kondigde destijds al aan dat zijn cliënt tegen die uitspraak in hoger beroep zou gaan. Daarbij eiste hij ontslagvergoedingen van in totaal ruim 250.000 euro.
Wang of mond?
Volgens de werknemer was hij slechts van plan geweest de vrouw na een gesprek een afscheidskus op de wang te geven. Ook zou zijn verklaring over het incident tegenover zijn werkgever zijn verdraaid. Volgens hem had hij daarbij niet erkend de vrouw op de mond te hebben willen zoenen.
Ook het hof vindt het verschil tussen wang of mond relevant voor het ontslag. In de ontslagbrief die Fujitsu de werknemer stuurde, wordt namelijk de intentie om de vrouw op de mond te zoenen heel nadrukkelijk als de ontslagreden genoemd.
Bewijzen
Omdat de man die intentie dus met klem ontkent, draagt het hof de werkgever nu op om te bewijzen dat hij haar op de mond had willen zoenen. Ook moet het bedrijf bewijzen dat hij dat in zijn verklaring zou hebben erkend.
Het leveren van dat bewijs lijkt een lastige klus, omdat alleen de man zelf met zekerheid kan zeggen wat zijn intentie was. Volgens arbeidsrechtadvocaat Pascal Besselink van juridisch dienstverlener DAS kan het hof een streep zetten door het ontslag op staande voet als het bedrijf niet keihard kan bewijzen dat hij de vrouw op de mond wilde zoenen, of dat zelf in zijn latere verklaring heeft erkend.
Risico werkgever
"Deze casus geeft in optima forma de problematiek rond ontslag op staande voet aan", aldus Besselink. "Deze vorm van ontslag heeft grote risico's voor de werkgever, omdat er harde, formele voorwaarden aan verbonden zijn. En de werkgever moet met bewijs aantonen dat aan die voorwaarden is voldaan. Daarbij is uiteindelijk bepalend wat de werkgever als dringende reden voor het ontslag aanvoert."
Volgens de advocaat heeft de werkgever het zich in dit geval 'lastig gemaakt' door de intentie van zoenen op de mond aan te voeren als dringende reden. "Als de toevoeging 'op de mond' achterwege was gelaten, had dat nu niet bewezen hoeven worden."
De advocaten van de werknemer en Fujitsu onthouden zich van commentaar op de zaak.