Economie

Een individueel opleidingspotje bereikt straks de verkeerde mensen

·Aangepast:
© Archieffoto ANPEen individueel opleidingspotje bereikt straks de verkeerde mensen
RTL

Iedereen een eigen opleidingspotje! Het nieuwe kabinet denkt dat ze dé weg naar een leven lang leren hebben gevonden. Maar zo’n potje helpt vooral de kansrijken, betogen Bram Eidhof en Harry Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden.

Een leven lang leren. Dat klinkt voor sommigen als een straf, voor anderen als een gunstige arbeidsvoorwaarde. De meeste mensen die zich laten bijscholen, doen dat op kosten van de baas. Deze mensen zijn relatief jong, hoogopgeleid en in het bezit van een vast contract. Dat is precies de doelgroep die vrij zelfredzaam is op de arbeidsmarkt, en uitstekend zélf had kunnen sparen voor een cursus of opleiding.

Mensen die lager opgeleid zijn, tijdelijke contracten hebben of helemaal geen werk 'leren' veel minder gedurende hun leven. Terwijl juist deze doelgroep gebaat is bij het volgen van extra opleidingen.

Opleidingsbudget

Daarom wil het nieuwe kabinet een individuele leerrekening invoeren. Deze rekening wordt gevuld door overheid, bedrijfsleven en opleidingsfondsen. Individuele werknemers krijgen vervolgens beschikking over hun eigen levenslange opleidingsbudget. Hiermee wil het kabinet vooral lager opgeleide werknemers de mogelijkheid bieden opleidingen te blijven volgen. Dit is een stap in de goede richting, maar het is de vraag of het opleidingsgeld hiermee wel echt terecht komt bij die doelgroepen die nu niet doorleren.

Neem bijvoorbeeld Petra. Petra is 45 jaar. Ze heeft haar leven lang gewerkt in de zorg, maar is in de nasleep van de crisis boventallig geraakt, vanwege bezuinigingen. Haar man heeft gelukkig nog wel werk. Hij verdient 130 procent van de bijstandsnorm. Met twee kinderen van 14 en 16 jaar houden ternauwernood het hoofd boven water. Een lidmaatschap van de sportvereniging voor de jongens zit er bijvoorbeeld niet in. Daar baalt ze van. Maar klagen doet ze liever niet. Ze heeft het altijd zelf gered, door haar handen uit de mouwen te steken.

Weinig spaargeld

Het liefst wil ze gewoon weer aan de slag. In de zorg, of een ander beroep waarmee ze andere kan helpen, en haar uitstekende interpersoonlijke vaardigheden in kan zetten. Want thuis zitten is niets voor haar, zo heeft ze de afgelopen jaren wel gemerkt. Daar wordt ze alleen maar neerslachtig van.

Net als een derde van alle Nederlanders heeft Petra minder dan 5000 euro spaargeld. Dus het geld dat ze gespaard heeft, wil ze niet zomaar aanspreken voor een opleiding. Nou ja, als ze zeker zou zijn dat ze daarna aan de slag zou kunnen, zou ze het misschien wel willen investeren.

Maar juist die informatie vindt ze maar moeilijk te achterhalen. Het individuele budget om een leven te kunnen leren zou een uitkomst bieden, maart Petra werkt niet meer en het budget is, volgens het regeerakkoord, alleen voor mensen met werk.  En dus blijft Petra zitten waar ze zit. Uiteindelijk is dat niet alleen slecht voor Petra, maar ook de BV Nederland.

Fout uit het verleden

Het kabinet dreigt nu, met de introductie van zogenaamde individuele leerrekening, een fout uit het verleden te herhalen. Net zoals bij de invoering van het Levenlanglerenkrediet (een lening om een opleiding te kunnen volgen), is er namelijk wel aandacht voor het beschikbaar stellen van financiering, maar blijven twee cruciale informatiebehoeften – de slagingskans en baankans – onderbelicht.

Het zou bijvoorbeeld helpen als ROC’s en particuliere onderwijsinstellingen transparant zouden zijn over hun slagingspercentages. Want die kunnen ontzettend verschillen – van 30 procent tot 90 procent voor opleidingen voor precies hetzelfde beroep.

Baankans

Minstens net zo belangrijk is een goede, betrouwbare schatting van de baankans, omdat mensen zoals Petra nou eenmaal niet de laatste cijfers van het Research Centrum Onderwijs en Arbeidsmarkt naar haar lokale arbeidsmarkt kan vertalen. En laten we eerlijk zijn – dat geldt voor vrijwel iedereen.

Daarnaast doet het kabinet er goed aan stil te staan bij die mensen die niet werken of tijdelijk werken. Mensen die met te veel onzekerheden te maken hebben om weer naar school te gaan.

Anders dreigt het individuele opleidingspotje alleen terecht te komen bij werknemers die het zelf kunnen betalen of waar de baas nu ook al zelf in wil investeren.

Lees meer over
OnderwijsWerkloosheid