EditieNL

Niet genoeg zorg bij extreem vroeggeboren kinderen

Door Editie NL··Aangepast:
Niet genoeg zorg bij extreem vroeggeboren kinderen
RTL

Extreem vroeggeboren kinderen krijgen lang niet altijd de zorg die voorgeschreven wordt, blijkt uit een internationale studie. Dit kan grote gevolgen hebben, maar waarom worden deze maatregelen niet standaard getroffen?

De studie, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift British Medical Journal, richt zich op de behandeling van extreem vroeggeboren kinderen in elf verschillende landen. De onderzoekers namen ook twee neonatologie-afdelingen in Nederland onder de loep, die in Nijmegen en die in Utrecht. De conclusie is pittig: bijna de helft van de extreem vroeggeboren kinderen die hier behandeld worden, krijgt niet alle hulp die door landelijke richtlijnen voorgeschreven is.

Maatregelen

Een kind is extreem vroeggeboren wanneer het na 24 tot 32 weken ter wereld komt. Omdat de baby niet volgroeid en dus heel zwak is, wordt van artsen verwacht dat ze vier belangrijke maatregelen nemen: 

  • Allereerst moet de moeder altijd bevallen in een ziekenhuis waar een neonatologie-afdeling aanwezig is.
  • Daarnaast moet ze 48 uur voor de bevalling een injectie krijgen om de longrijping van de baby te versnellen.
  • Als het kindje geboren is moet het een lichaamstemperatuur van tenminste 36 graden hebben.
  • Tot slot wordt de ademhaling ondersteund met beademing, of door het toedienen van surfactant, een middel dat de longblaasjes open houdt. 

Ook Angelique Fonken uit Baarn kreeg twee keer te maken met een vroeggeboorte. Haar zoon werd na 30 weken geboren, haar dochter zelfs na 26 weken. "Mijn dochter woog bij de geboorte, vijf maanden geleden, maar 850 gram. Inmiddels is ze 4,5 kilo en net van de sondevoeding af". Het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) heeft tijdens de bevalling van Angeliques dochter wel de vier maatregelen genomen. "Ik lag op de neonatologie-afdeling, heb prikken gehad en ze lag in de couveuse en aan de beademing. Als dit niet was gebeurd, dan was ze er nu niet meer geweest."

Niet altijd mogelijk

In de praktijk gebeurt het dus regelmatig dat een of meer van deze stappen niet wordt uitgevoerd. "Het is altijd de intentie van de arts om deze vier behandelingen uit te voeren, maar het is niet altijd mogelijk", vertelt Anton van Kaam, hoogleraar neonatologie in het AMC Amsterdam. Volgens hem hangt het voor een groot deel af van de vraag of het om een dreigende of een spontane vroeggeboorte gaat. "Als het heel plotseling gebeurt, dan lukt het gewoonweg niet om een vrouw te injecteren met corticosteroïden",zegt hij. "Bovendien, als een vrouw in Zaandam bevalt, wil je haar natuurlijk het liefst naar het AMC of de VU krijgen, waar wel neonatologische zorg is. Maar je wilt ook niet dat ze onderweg bevalt, dus laat je haar in Zaandam bevallen, waar het kind vervolgens wordt opgehaald. Dat is beter, maar dan voldoe je niet aan de eisen." 

Babysterfte

Dat die eisen er niet voor niets zijn, blijkt wel uit de cijfers van kindersterfte. Slechts 2 procent van de baby's wordt te vroeg geboren, maar deze vroeggeboortes nemen wel de helft van alle gevallen van babysterfte in. Nederland heeft al geen beste reputatie op dit gebied, in vergelijking met andere landen sterven hier relatief veel baby's. Volgens Van Kaam laat de studie zien dat aandacht voor het onderwerp erg belangrijk is. "Deze studie is gehouden in 2011, we zijn inmiddels vijf jaar verder en de zorg is ook verbeterd", benadrukt hij. "Maar dat neemt niet weg dat er nog steeds dingen verbeterd kunnen worden."

Bekijk de reportage van Editie NL:

 

Meer op rtlnieuws.nl:

Lees meer over
KindBabyKraamzorgGezondheidszorgOuderschap