De vijf spelregels... op vakantie
Het wemelt van de ongeschreven regels in het leven. Wetmatigheden die niemand je vertelt, maar waar iedereen een mening over lijkt te hebben. In deze rubriek nemen we iedere week een situatie of gelegenheid onder de loep: hoe hoort het daar eigenlijk? Deze week: de vijf spelregels op vakantie.
De situatie
Op vakantie gaan is een hele kunst. Want of je zit er veel beter bij dan thuis, of stukken slechter. Je ziet je huisgenoten ineens 24/7 of je leert je vrienden van een hele andere kant kennen. Hoe zorg je dat het ganz toll wordt en niet met gierende banden naar huis?
De spelregels
1. Vakantie hoeft niet altijd leuk te zijn
Allememachies, wat zeg je me nou? De drie weken zomervakantie, waar we al een heel jaar naar uitkijken is toch het hoogtepunt van ontspannen en plezier? Niet per se, zegt Mirjam van der Vegt bij Eva Jinek. Ze schreef het boek De kracht van rust, 8 tegendraadse lessen over werk en het goede leven. "De vakantie hoeft niet altijd leuk te zijn. We moeten afkicken van de adrenaline. Bewegen helpt. Het zou dus zomaar een zomer kunnen worden waarin je struikelt. Maar liever dat dan dat je doorjakkert richting een burn-out. 'Het wordt een fantastische zomer?' Tja. Laat het vooral een zomer worden waarin je je behoeften serieus neemt."
2. Laat je lijf het zeggen
Volgens de Duitse socioloog Sabine Sonnentag ontspannen we pas echt van activiteiten die prettig én eenvoudig zijn. Een voetenbad. Liggen op een strandbedje. Buiten afkoelen tussen de palmen. In badjas zwaaien naar de kinderen door het zwembadraam. Van der Vegt: "Trek je terug als je daar zin in hebt en als je de eerste dagen van de vakantie niet weet wat je wil, doe dan de eerste paar dagen niet zoveel en kijk eens wat er in je lichaam gebeurt. Wil het bewegen? Wil het liggen? Dat helpt om een keuze te maken die bij je past."
3. Spreek een beetje Frans Duits
Kom jij getest en wel over de grens, leer jezelf dan ook de taal van je happy place aan. Wel zo chique, en zo leuk. Een gesprek over de klimaatcrisis hoef je echt niet te voeren, maar een sympathieke 'alsjeblieft, dank je wel en fijne dag', moet lukken toch? En leer je kinderen vooral hoe ze zelf broodjes en croissants kunnen bestellen morgenochtend. Iedereen blij.
4. Wifi is niet de wereld
Attentie, attentie aan alle pubers en postpubers (ja, dat is een ruim begrip): wifi is niet de wereld. Ja, het is leuk om een selfie bij de waterval op Insta te posten. En ja, samen een frappuccino slurpen is een mooie Snap, maar het is geen kwestie van leven en dood. Posten kan altijd nog, als je ergens in een wegrestaurant of een hotel met drie dikke boogjes zit. Op alle andere momenten is het niet de krakkemikkige wifi die de vakantie verziekt, maar jouw gemopper erom. Je bent op vakantie, dát is de wereld.
5. Kies je positie: ben je een leider of een volger
De vakantie is voor iedereen een feest als de rollen duidelijk zijn. Ben je een leider of een volger? Ben jij degene die blogs heeft uitgespit, boottijden van te voren opzoekt en nu al weet waar je de lekkerste spaghetti vongole kunt scoren? Claim je rol. De 'laissez faire'-types in het gezelschap zullen je dankbaar zijn. Zijn er meer akela’s op de kust? Pick your battles. Kies jij liever de activiteit of het eten? Ga daarvoor en laat de rest een beetje waaien. Wie weet waar je uitkomt.
Elke week 'Spelregels' volgen? Klik dan op de 'Spelregels'-tag hieronder en vervolgens op 'Volgen'.