Wereld blijft verliefd op onze bloembollen: teelt op hoogtepunt
Nederland blijft een bloembollenland. Sterker nog: de oppervlakte waarop we de plantjes telen, is in de afgelopen 35 jaar met bijna 75 procent toegenomen. Nog nooit hadden we zoveel hectaren vol bollenvelden. Opvallend genoeg neemt het oppervlak in de traditionele bollenstreek wel af. De teelt verspreidt zich steeds meer over het land.
In totaal groeien de bloemetjes op zo'n 25 duizend hectare, blijkt uit cijfers van CBS. Dat is een record. In de bollenstreek nam de oppervlakte met 10 procent af. Er is tegenwoordig wel een kans dat je ze ook tegenkomt in Drenthe, Flevoland en Overijssel.
Vooral rond Den Helder groeide het aantal bollenvelden hard: met 3100 hectare. In West-Friesland deden ze het ook niet verkeerd: daar groeide het oppervlakte met 695 hectare. In Drenthe groeide het aantal met een factor 64 en in Overijssel bereidde het aantal bollenvelden uit van 15 naar 900 hectare.
Tulp blijft favoriet
De tulp is nog steeds de meest geteelde bol. De bloem staat op bijna de helft van alle bloembollenvelden. De meeste zijn in West-Friesland en omgeving te vinden. Daarnaast worden er op de Nederlandse velden ook veel narcissen en lelies geteeld.
Ook de export groeide. Tussen 2010 en 2015 nam deze met 7 procent toe tot ongeveer 900 miljoen euro. Er was vooral vraag naar Nederlandse bloemen buiten de Europese Unie. De uitvoer groeide zeven procentpunt harder, dan de export naar landen binnen de EU (ongeveer 3 procent). Duitsland is onze grootste klant: onze oosterburen kochten voor meer dan 118 miljoen euro aan bollen bij ons. In Amerika maakten ze zo'n 109 miljoen euro naar Nederlandse bedrijven over, in ruil voor de bollen.