Leven met diabetes type 1 is topsport naast topsport

·Aangepast:
© Jacq RoosLeven met diabetes type 1 is topsport naast topsport
Van onze partner Diabetes Fonds

Op 19-jarige leeftijd maakte hockeyster Valerie Magis haar debuut in de Nederlandse vrouwenhockeyploeg. Een droom die uitkwam, maar dit hoogtepunt werd nog geen half jaar later gevolgd door een enorm dieptepunt. Iets wat haar hele leven op z’n kop zou zetten.

“In de periode dat ik bij Oranje kwam, voelde ik me eigenlijk niet fit”, vertelt hockey-international Valerie Magis (27). “De coach zei steeds dat ik mijn motortje groter moest maken, maar dat lukte niet. Ik trainde me te pletter, maar ik werd gewoon niet fitter.”

"Ik had ook wat vage gezondheidsklachten, al ongeveer een jaar. Ik was erg afgevallen en had last van haaruitval. Ik had ook abnormaal veel dorst en dronk bijna continu flesjes Aquarius. Mijn moeder had wat zitten googelen naar mijn symptomen: het wees allemaal richting diabetes. Kennissen van mijn ouders hebben een zoon met diabetes, dus we zijn bij hen langsgegaan om een keer in mijn vinger te prikken en mijn bloedsuiker te testen.” 

Het is inmiddels 7 jaar geleden, maar Valerie herinnert het zich nog goed. “We zaten allemaal aan tafel, ik had net geprikt en dat metertje schoot in één keer skyhigh. Dat ding kon het niet eens meten, zo hoog was mijn suiker. Onze eerste reactie was: klopt dit écht? We deden het nog een keer, maar het was dus echt zo. Toen hebben we direct het ziekenhuis gebeld. Ik kon daar meteen terecht.” Valerie ging de medische molen in en al gauw bleek dat ze diabetes type 1 heeft. “Dat was echt een shock. Mijn allereerste vraag was: kan ik blijven hockeyen? Gelukkig was dat mogelijk. Maar de ziekte heeft wel enorm veel impact, op mijn hele leven.” 

Ongeveer 1 op de 10 mensen met diabetes heeft type 1, waarbij de alvleesklier helemaal geen insuline meer aanmaakt. Dat heeft vergaande gevolgen voor je dagelijks leven. Of je nou een topsporter bent zoals Valerie, of niet.  

“De bondscoach van de hockeydamesploeg was één van de eersten die belde na de diagnose”, zegt Valerie. “Hij vond het heel heftig. We zaten net in het Olympische jaar en ik wilde zó graag naar die Spelen, maar dat ging niet lukken. In overleg besloten we dat ik een stapje terug zou doen, naar Jong Oranje. Die speelden vlak daarna een EK in Den Bosch, daar wilde ik koste wat kost aan meedoen. Dat is ook gelukt, maar het ging allemaal zo snel, dat ik amper de tijd had om echt te realiseren wat mijn ziekte precies inhield. Dat besef kwam pas later.”

Een ‘struggle’, noemt Valerie het leven met diabetes. “Het is een topsport naast een topsport om mijn diabetes onder controle te houden: ik moet 24/7 mijn lichaam in de gaten houden. Ook in het dagelijks leven. Ik denk continu na over wat ik eet en drink, of mijn suiker dan niet te hoog wordt en hoeveel koolhydraten ik binnenkrijg. Als ik met vrienden een wijntje ga drinken, moet ik steeds checken of dat wel kan. Als we uit eten gaan, zit ik eindeloos de menukaart te bestuderen om iets uit te kiezen wat ik goed kan eten. En dan is het nog de vraag hoe groot de porties zijn en hoeveel koolhydraten het bevat. In het begin vergat ik vaak mijn suikerwaarde te checken voor het eten. Dan bedacht ik me halverwege mijn bord pasta dat ik vergeten was insuline te geven. Vaak was m’n suiker dan al veel te hoog.”

Bij een te hoge bloedsuikerspiegel, een ‘hyper’, moet Valerie insuline spuiten. De insuline zorgt ervoor dat de glucose (suiker) door het lichaam kan worden opgenomen. Een hyper geeft klachten als moeheid, dorst en uitdrogingsverschijnselen. Mogelijke complicaties op de lange termijn zijn hart- en vaatziekten, nierziekten, een diabetische voet en slechtziendheid. “Ik heb nu een insulinepompje, dat is echt een opluchting. Ik hoef alleen in te voeren hoeveel koolhydraten ik ga eten, dan rekent het pompje uit hoeveel insuline ik nodig heb.” 

Als de bloedsuikerspiegel te laag wordt, een ‘hypo’, dan geeft dat klachten als gapen, trillen, hartkloppingen en prikkelbaarheid. Je kunt het oplossen door iets zoets te eten of drinken. Als de waarden heel laag zijn, kun je flauwvallen. “Dan kom je niet meer zomaar bij,” zegt Valerie. “Daarom heeft mijn hockeyfysiotherapeut altijd een glucagonspuit bij zich, die zij in noodsituaties moet gebruiken. Daarna moet de ambulance gebeld worden.” Een hypo kan namelijk in het ergste geval fataal aflopen of leiden tot hersenschade. 

“Gelukkig heb ik nog nooit een ernstige hypo of hyper gehad”, zegt Valerie. “Als mijn suikerwaarde tijdens een wedstrijd niet op peil is, dan word ik duf, krijg verzuurde benen, ga gapen en ben ik niet meer scherp.” Haar teamgenoten van hockeyclub Oranje-Rood herkennen het inmiddels ook. “Samen met mijn arts heb ik aan mijn team verteld wat diabetes precies inhoudt. Ze stonden allemaal met hun oren te klapperen. Logisch, ik had zelf vroeger ook géén idee. Zodra m’n teamgenoten nu merken dat ik traag reageer in het veld, of als ik 9 van de 10 ballen naast schiet, dan roepen ze: Val, naar de kant, even checken!”

Diabetes type 1 is een vrij onzichtbare ziekte: je ziet niet aan Valerie dat ze het heeft. In 2017 deelde de hockeyster daarom bewust een bericht op social media waarin ze vertelde over haar diabetes. Hierin schreef ze: ‘Wat het meeste pijn doet, is dat deze ziekte levenslang is en ik misschien wel voor altijd zal moeten prikken’. Heeft ze dat inmiddels al geaccepteerd? “Nee, zeker niet”, zegt Valerie beslist. “Het prikken is echt heel vervelend, mijn vingers zijn er helemaal door naar de knoppen. Ik heb inmiddels leren leven met diabetes, maar dat zal ik wel de rest van mijn leven moeten blijven doen. Ik moet echt goed en bewust voor mezelf zorgen en het continu in de gaten houden. Je moet er toch niet aan denken dat het misgaat en dat je bijvoorbeeld een diabetische voet krijgt die afsterft!”

Haar dromen voor de toekomst zijn duidelijk. “Wat diabetes betreft, hoop ik dat er ooit een oplossing komt waardoor je niet meer hoeft te prikken en spuiten, zoals de kunstalvleesklier, een apparaatje dat volledig zelfstandig de bloedsuikerspiegel regelt. De ontwikkeling hiervan is al in een ver stadium: ik geloof echt dat ik dat ga meemaken. Mijn droom op hockeygebied is om ooit nog eens een Olympische Spelen te spelen. Dat is haalbaar, ook met diabetes. Dat is ook precies wat ik uit wil dragen naar andere mensen met diabetes toe: je kunt nog zoveel bereiken, als je maar doorzet. Ik wil laten zien dat je altijd moet blijven dromen. En dat die dromen ook uit kunnen komen.”

Doneren voor onderzoek naar de kunstalvleesklier? Klik dan hier
 

Help jij het Diabetes Fonds een kunstalvleesklier mogelijk te maken? Doe een gift! 

Het Diabetes Fonds wil Nederland gezonder maken en diabetes genezen door het financieren van wetenschappelijk onderzoek naar betere behandelingen, genezing en complicaties van diabetes. 

Diabetesvereniging Nederland verbindt als patiëntenorganisatie mensen met diabetes, behartigt hun belangen (bijvoorbeeld rond goede diabeteszorg, vergoeding en beschikbaarheid van hulpmiddelen) en ondersteunt hen in het voluit kunnen leven met diabetes.