Bij ons thuis

'Laten we eerlijk zijn: zo'n crompouce is toch niet te kanen?'

Door Franke van Hoeven··Aangepast:
© ANP Foto'Laten we eerlijk zijn: zo'n crompouce is toch niet te kanen?'
RTL

Journalist Franke blogt elke woensdag over de avonturen van haar gezin. Deze week heeft ze voor de kinderen een crompouce in huis gehaald. "Ik hoef niet hoor, dank u."

"Ah toe, ah toe, ah toe." Olle (9) en Puk (11) stonden voor me met hun uiterst gemene strategie: die van heel zielig-schattig kijken met trommelende vingers op de lippen en grote Bambi-ogen. Dat gebaar waarvoor ik altijd bezwijk en ja zeg op dingen. Gelukkig gebruiken ze deze strategie niet vaak. Dat scheelt (voornamelijk geld), want het maakt me compleet weerloos."

E-bikers 'n vloek of zegen? 'Wachten tot de eerste op m'n motorkap klapt'
Lees ook

E-bikers 'n vloek of zegen? 'Wachten tot de eerste op m'n motorkap klapt'

Het ging dit keer niet eens om kruidnoten, een cadeau in de schoen of een uurtje extra op de spelcomputer, maar om een crompouce. Ze wilden een crompouce. Dankzij hun moedertje waren ze weer eens late to the party: de hele klas had die dingen al lang en breed op het weekmenu staan en zij hadden er nog niet eens een geproefd. "We kunnen anders ook oliebollen halen", stelde Puk voor. Omdat ik dat mogelijk nog erger vond dan een crompouce, gaf ik toe.

De beste crompouce

De kinderen dirigeerden me naar de juiste bakker. Dat was dan weer een voordeel van laat op trends inhaken: de kinderziektes waren al achter de rug. En dus wisten de kinderen via klasgenoten dat de crompoucen van bakker X te slap waren, die van Bakker Y smakeloos en die van de buurtsuper, daarvan sprong het glazuur van je tanden. Die van de bakker in de winkelstraat waren toch echt het beste, aldus de tamtam. Dat er nog zoveel variatie in die dingen kon zitten, verbaasde me.

Franke van Hoeven is freelance journalist en schrijver van 'Ik denk dat ik het wel kan', hét handboek voor een relaxed eerste jaar moederschap.© Bente Maria Hilkens Fotografie
Franke van Hoeven is freelance journalist en schrijver van 'Ik denk dat ik het wel kan', hét handboek voor een relaxed eerste jaar moederschap.

"Kopen we er vier?"
"Nee, ben je gek, één", zei ik.
"Drie?"
"Nee, één."
"Twee?"
"Eén!"

En zo verlieten we de bakker met één crompouce, in het voorbijgaan aangestaard door geïnteresseerde medeklanten. Een man van een jaar of zeventig pakte me in het voorbijgaan bij de arm: "Ze zijn echt heel lekker, geniet meissie", fluisterde hij me toe.

Smerigste gebakje aller tijden

Aan tafel sneed ik met het scherpste mes dat ding in drieën: een stuk voor manlief, Puk en Olle. "Mama, wil je niet?" Ik schudde mijn hoofd. "Nee, dank u."

Ik ben dol op croissants en wilde mijn geliefde croissant-met-roomboter-en-kersenjam-ritueel niet verstoren met zoiets bizars als de combinatie met zo’n beetje het smerigste gebakje aller tijden, de tompouce.

Toch kreeg ik een flintertje, een mini-hapje, want ik moest het toch beslist proberen, vonden de kinderen. Zoals ik al had verwacht: niet mijn ding. Zacht, wee, zoet, flauw, alles door elkaar. De kinderen, echter, straalden. "Dit is zóóóóo lekker!" Manlief knikte me bezwerend toe: "Die vulling smaakt helemaal nergens naar."

Kruidnotencrompouce

Gelukkig, manlief vond het ook niets. Top, dan hoefde ik ze voorlopig niet meer in huis te halen. De crompouce-trend ging daarmee verder gewoon heerlijk aan ons voorbij.

Alhoewel… ik zag een TikTok-filmpje van een kruidnotencrompouce. Ik dacht. Die kunnen we met sinterklaasavond misschien wel een keertje proberen. Toch?

Geen aflevering van 'bij ons thuis' missen? Klik dan op de 'Bij ons Thuis'-tag en vervolgens op volgen.

Lees meer over
Bij ons thuisGezinVoedingBakkerSuiker