Onderweg naar Italië? Trek een paar dagen uit voor mediterraan Zwitserland
Elke zomer rijden er tienduizenden Nederlanders in hoog tempo door Zwitserland op weg naar hun Italiaanse eindbestemming. Maar wat als je je vakantie hier al laat beginnen en een paar dagen uittrekt om het zuiden van Zwitserland te verkennen? Bezoek kastelen, duik in diepblauwe meren en wandel in de bergen.
Waar we normaal vol gas door de Alpen scheuren, nemen we dit keer eens de tijd om de Zwitserse regio Ticino te ontdekken. Het gebied ligt aan de zuidkant van de Alpen, wat betekent dat de zon hier volop schijnt.
Je waant je al in Italië, want ze spreken hier Italiaans en ook de architectuur en de menukaart hebben een mediterraan tintje. Ticino heeft een Italiaanse flair in combinatie met Zwitserse berglandschappen én die typisch Zwitserse organisatie. Oftewel, alles is hier strak en netjes geregeld en dat is een heerlijk begin van de vakantie.
We nemen de afslag naar Locarno, een charmant stadje aan de oevers van Lago Maggiore. Direct aan dit gigantische meer liggen verschillende campings. Omdat Zwitserland bekend staat om zijn hoge prijzen zoeken we vooraf op wat een campingplaats hier moet kosten, maar dat valt gelukkig reuze mee.
Punctuele treinen
Ja, het is met vijftig euro per nacht voor een tentplek wat duurder dan Italië, maar zo heel veel scheelt het nou ook weer niet. En het mooie is dat je bij een overnachting - of dat nou in een hotel of op een camping is – het Ticino Ticket krijgt. Met deze pas kun je gratis met het ov reizen in de regio en dat is in Zwitserland echt een feestje. Want niet alleen rijden de treinen hier perfect op tijd, de omgeving is prachtig en zo kan iedereen ontspannen uit het raam kijken.
Maar we beginnen in Locarno zelf. Met de Funicolare, die zo in een film van de eigenzinnige Wes Anderson zou passen, maken we een ritje omhoog, waarna de Cardada kabelbaan ons verder brengt naar 1450 meter hoogte.
Met het Ticino Ticket krijg je korting en is een retour voor een volwassene 23 euro. Het uitzicht op Lago Maggiore is dat zeker waard, want vanaf de berg zie je pas echt hoe groot en indrukwekkend het meer is.
Er zijn meerdere, goed aangegeven wandelroutes door de groene bergomgeving, die je af en toe kunt onderbreken met een welverdiend drankje op het terras van een van de berghutten. Dan dalen we weer af, want nadat we het meer van boven hebben gezien, willen we er ook wel een duik in nemen. Dat kan op meerdere plekken.
Zwemmen met uitzicht
Er zijn openbare strandjes zoals Lake View, waar je vanaf de ligweide zo het water in loopt. Of je gaat naar Lido Locarno, waar je naast het meer ook nog een groot zwembad, een thermaal bad en een peuterbad in de openlucht hebt. Het maakt niet uit waar je het water in springt, overal kijk je uit over Lago Maggiore en de bergen. Dat levert het ultieme vakantiegevoel op.
Vlakbij Locarno ligt het pittoreske Ascona. We wandelen door kleine straatjes met palmbomen en leuke boetiekjes. Aan het water zijn tal van terrassen en hier kun je ook op de veerboot stappen die je in tien minuten naar de eilandjes Isole di Brissago brengt.
Ooit was dit privébezit, nu wandel je er door de botanische tuinen, die door een team van zeven hoveniers fulltime worden verzorgd zodat alles er piekfijn uitziet. De villa, waar vroeger door de steenrijke eigenaar naar verluidt wilde feesten werden gegeven, is omgebouwd tot restaurant en hotel. Met een Aperol Spritz op het terras leunen we achterover en beelden we ons even in hoe het is om privé-eiland te hebben.
Overal kastelen
De volgende dag nemen we de trein naar Bellinzona, dat maar liefst drie kastelen rijk is. Hier komt de middeleeuwse geschiedenis van Ticino tot leven. Alle drie de kastelen zijn te bezoeken. Dat kan met een toeristentreintje, maar het is leuker om het te voet te doen en onderweg de wijngaarden, lieflijke kerkjes en de bergen goed in je op te nemen.
Kasteel Montebello is mijn favoriet, omdat je vanaf de muren mooi kunt uitkijken op Castelgrande, het grootste kasteel, dat in het centrum van het stadje ligt. Lunch halen we bij de supermarkt - want dat bespaart toch een hoop in dit toch wel dure land - en dan stappen we weer in de trein.
Vanaf Bellinzona is het een kwartiertje reizen naar Lugano, de grootste stad van Ticino en fraai gelegen aan het Luganomeer. Op warme zomerdagen kan ook hier kan goed gezwommen worden. In het Parco Ciano zijn trappetjes om het water in te gaan en bij Lido Lugano heb je een zandstrand, meerdere zwembaden en een lekker terras.
Slenteren en bewonderen
Aan het einde van de middag slenteren we door het historische centrum. Onderweg stoppen we voor een ijsje op een van de gezellige pleinen en we bewonderen de muurschildering in de kerk Santa Maria degli Angioli - de beroemdste renaissance fresco van Zwitserland.
Een inwoner van de stad tipt ons Lugano Marittima als ik vraag naar een leuke plek om te eten. Zodra de avond begint te vallen, lopen we erheen en zien we meteen dat hij niks te veel heeft gezegd. Direct aan het water staan houten hutjes waar je drankjes en eten kunt bestellen.
Jong en oud zit hier naast elkaar op de trappen, in een van de ligstoeltjes of aan de houten picknickbanken. De sfeer is gemoedelijk, de pizza smaakt heerlijk en als de zon langzaam achter de bergen verdwijnt en de lucht oranje kleurt, zijn we verliefd geworden op dit stukje Zwitserland.