'Zodra ik een paddenstoel zie, word ik helemaal gek'
Journalist Franke blogt elke woensdag over de avonturen van haar gezin. Deze week struint ze het bos af naar de mooiste paddenstoelen. Niet ieder gezinslid kan deze hobby waarderen. "Zooooo cringe."
Sinds ik tien jaar geleden van de stad naar de buitenwijk verhuisde, aan de rand van een gezellig, niet al te groot bos, heb ik een nieuwe hobby. Ik durf het best hardop te zeggen: ik ben een paddenstoelenspotter pur sang. Misschien zelfs wel een paddenstoelengekkie.
In de stad is weinig natuur en wat er aan natuur was (ondergekakte hondenveldjes, een enkele boom met eikenprocessierups, een overdosis hysterisch klapperende duiven op de Dam) was nou niet iets om gelukkig van te worden. Maar hier, in het keurige bos voor de deur, is mijn liefde voor de natuur gegroeid - en dan met name voor de paddenstoel.
Vanaf de zomervakantie houd ik het bos scherp in de gaten, want het kan snel gaan met die rakkers. Ik ken inmiddels de plekken waar de mooiste exemplaren verschijnen (de stronk langs het pad, de zijkanten van dat ene pad omhoog en langs de weg onder de laatste boom bij het chique huis, waar mijn lievelings groeien, de ultieme sprookjesklassiekers van rood met witte stippen).
Zooooo cringe
Puk, inmiddels beginnend puber, vindt mijn hobby 'zooooo cringe', maar Olle (10) kan mijn paddenstoelenspeurtochten vooralsnog waarderen. Zolang hij in bomen mag klimmen, terwijl ik languit tussen de blaadjes allerlei soorten van alle kanten fotografeer, vindt hij alles best. Ik praat er graag bij, terwijl ik aan het fotograferen ben. Soms tegen niemand in het bijzonder, maar dat maakt me niets uit.
"Die witte, slijmerige dingen, die vind ik toch zo mooi, hè?"
"Deze is nog zo klein, een soort baby'tje! Wat schattig!"
"Olleolleolle!!! De vliegenzwammen zijn er weer. Eindelijk!"
Olle antwoordt meestal iets in de trant van: "Je hebt al 432 foto’s van die rood met witte." Toch fotografeer ik ze dan weer, liggend op mijn buik, mijn telefoon zo dicht mogelijk bij de grond om ze zo groot en indrukwekkend mogelijk op de gevoelige plaat te kunnen leggen, met de onderkant van de hoedjes goed zichtbaar.
Een paar jaar geleden werd ik verliefd op foto’s van lichtgevende paddenstoelen, gemaakt met de zogenaamde 'light paint-techniek', waarbij je meerdere foto’s maakt en beschijnt met een zaklamp, om ze vervolgens samen te voegen in Photoshop. Het resultaat daarvan is dat het lijkt alsof de paddenstoel licht geeft. Betoverend gewoon.
Al drie jaar probeer ik zelf zo’n foto te maken, maar tot op heden is het niet gelukt. Gewapend met een zaklamp duik ik het bos in, om thuis teleurgesteld te constateren dat de foto’s zijn bewogen, de hoedjes niet dik genoeg waren om licht door te laten, of het plaatje eruitziet als schimmel op een boterham die te lang in een lunchbox heeft gezeten.
Het perfecte plaatje
Maar opgeven doe ik niet, ik ga door totdat ik het perfecte plaatje heb geschoten. Zolang de paddenstoelen in het bos blijven opduiken, blijf ik enthousiast op mijn buik kruipen met mijn camera in de aanslag. En totdat ik een lichtgevend kunstwerk heb, blijf ik uitermate gelukkig met die 432 plaatjes van exact dezelfde vliegenzwam.
Geen aflevering van 'bij ons thuis' missen? Klik dan op de 'Bij ons Thuis'-tag en vervolgens op volgen.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.