Twee jaar geleden fietste hij nog door de bossen, nu kan Albert niets meer: 'Mensen kijken anders naar je'

Hij ging gewoon een rondje fietsen op de mountainbike zoals altijd. Maar tijdens een afdaling botst Albert tegen een boom. Door een dwarslaesie raakt hij nagenoeg verlamd, waarna hij twee jaar geleden in een nieuw leven vol afhankelijkheid belandt. "Mensen kijken op een bepaalde manier naar je, vol medelijden. Maar iemand in een rolstoel is niet per se zielig."
Albert Berman (49) vertrok vroeg die ochtend. Dan zou hij genoeg tijd hebben voor zijn mountainbiketocht van ruim zestig kilometer door de natuur. In de middag wilde hij met zijn vrouw naar het strand gaan, maar dat liep anders dan verwacht. "Als ik dat bewuste paadje niet was ingeslagen, had ik een paar uur later aan zee gelegen en daarna de barbecue aangezet." In plaats daarvan lag hij zes uur lang in de bossen te wachten op hulp. Zich afvragend of iemand hem ooit zou vinden.
Met een brede glimlach rijdt Albert vanuit zijn tuin in een pittoresk dorp in Zeeland naar de poort. "Kom binnen. Ik genoot net even van het zonnetje."

Met zijn kin bestuurt hij via een joystick de rolstoel waarin hij zit. Binnen no time gaat de achterdeur van het huis vanzelf open. Bijna nergens zijn drempels en deuren. "Daar links is mijn kamer." Er staan een bureau, een bed en een kledingkast. Via een open deurpost achterin beland je in de badkamer waar een douchestoel staat. Aan het plafond hangt een stoellift die hem van het bed naar de badkamer takelt. De zorgmedewerker die hem in de ochtend uit bed haalt, doucht, aankleedt en ontbijt geeft is daar zo'n drie uur mee bezig. "Even uit bed springen is er niet meer bij."
Niets meer zelf doen
Het bureau heeft twee inhammen waar precies de uitstekende houders van zijn telefoon en het schermpje van de rolstoel inpassen. "Dat is het voordeel van een technische achtergrond", lacht hij. "Dan ken je veel handige mensen."
Vrienden maakten het bureaublad speciaal voor hem op maat. Voor zijn ongeluk was Albert zelfstandig ondernemer en programmeerde hij computergestuurde machines om technische onderdelen te maken.
"Niet meer zelf kunnen eten vind ik het allerergste."
Het is haast niet voor te stellen dat deze zelfde man nog geen twee jaar geleden kerngezond was en volop in het leven stond. Nu is hij door een dwarslaesie grotendeels verlamd en totaal afhankelijk van de hulp van anderen. "Dat is wat ik het moeilijkste vind. Ik was altijd graag buiten. Nu heb ik al hulp nodig bij het aantrekken van een jas. Of voor het zetten van een kopje koffie. Niet meer zelf kunnen eten vind ik het allerergste."
Albert kan enkel nog zijn benen wat bewegen en zijn armen iets omhoog brengen. Maar iets vastpakken of even krabben bij jeuk zit er niet meer in. Op 8 juni 2023 veranderde zijn leven in een fractie van een seconde.
Uren wachten op hulp
"Het was eigenlijk een heel vreemd ongeluk." Albert had net een nieuwe mountainbike waar hij nog aan moest wennen. Vlak voor een afdaling besluit hij de veren van zijn fiets wat losser te zetten. "Ik dacht dat ik dan wat harder naar beneden kon. Achteraf is dat een verkeerde inschatting geweest." Albert komt met zijn voorwiel in een kuil terecht, wordt gelanceerd, belandt met zijn hoofd tegen een boom en klapt neer op zijn rug. "Ik voelde gelijk: dit is niet goed."
Hij probeert te bewegen, maar er gebeurt niks. "Ik keek om me heen en zag dat mijn arm op een heel rare onnatuurlijke manier om me heen lag. Er zat geen gevoel meer in. Ik dacht ik heb hulp nodig, maar ik merkte ook dat ik mijn stemvolume kwijt was, dus roepen had geen zin. Mijn ademhalingsspieren werkten minder goed." Ook bellen via spraakassistentie lukt niet. Evenals de telefoon opnemen wanneer zijn vrouw hem bezorgd probeert te bellen. Albert kan niets doen dan wachten en hopen dat iemand hem vindt.
"Ik lag op een paadje waar niet veel mensen kwamen, waar ik zelf ook regelmatig aan voorbij fietste. Als ik moest wachten tot mijn vrouw of de politie me opgespoord zouden hebben, zou het lang wachten worden."

De uren kruipen voorbij, terwijl er van alles door zijn hoofd gaat. "Ik hoorde bladeren ritselen en takken knappen en werd bang dat dieren mij misschien als aas zouden zien. Insecten kropen over mijn lichaam en gezicht, maar ik kon ze niet wegvegen. Ik probeerde me daarom te concentreren op mijn ademhaling en bad onophoudelijk dat iemand mij zou vinden." Dat gaf de gelovige Albert een zekere rust. "Maar ik realiseerde me al te goed dat mijn leven nooit meer hetzelfde zou zijn."
Na zes uur wordt hij gevonden door een andere mountainbiker. Al snel zijn politie, brandweer en ambulance ter plaatse. Albert wordt met een helikopter naar het ziekenhuis vervoerd.
"Ik had één schrammetje op mijn neus. Maar vanbinnen was het een slagveld."
"Daar zag ik gelijk aan alle gezichten dat het goed mis was. Het bijzondere was dat er aan mijn uiterlijk niets te zien was, ik had één schrammetje op mijn neus. Maar vanbinnen was het een slagveld."
Incomplete dwarslaesie
Met operaties proberen de artsen de schade zoveel mogelijk te beperken, maar dat Albert voortaan met de gevolgen van een incomplete dwarslaesie door het leven moet, is een feit. Hij zal de rest van zijn leven in een rolstoel zitten.
Bij een dwarslaesie is het ruggenmerg beschadigd, waardoor de zenuwbanen die door het ruggenmerg lopen afgekneld zijn. Hierdoor raken bepaalde lichaamsdelen verlamd. Omdat Albert nog wel wat kan bewegen, is er sprake van een incomplete dwarslaesie.
"Het besef dat het echt zo erg was, maakte me heel emotioneel. Toen ik wakker werd op de intensive care zei ik tegen mijn vrouw dat ik zo niet wilde leven." Zijn vochtige ogen verraden dat het moment hem nog altijd raakt. "Ze zei dat ik door moest vechten en moest kijken wat ik er nog van kon maken. Dat is me uiteindelijk gelukt. Ondanks dat het moeilijk is, ben ik nog altijd vastbesloten om te kijken wat er nog van dit leven te maken valt."
Zeven maanden revalideren
Vanuit het ziekenhuis gaat Albert naar een revalidatiecentrum. Daar krijgt hij een rolstoel en katheter en onderzoeken ze wat hij wel en niet kan. Ook de zeven maanden daar ervaart hij als een rollercoaster. "Soms droomde ik dat ik mijn arm ineens weer kon bewegen. Dat voelde zo echt dat ik het gelijk probeerde wanneer ik wakker werd. Maar er gebeurde niks."
Ondanks alle emoties en teleurstellingen lukt het hem om steeds positiever naar de toekomst te kijken. Op de afdeling ziet hij mensen die na een tijd best weer wat kunnen, dat geeft hoop. "Ik heb ook veel gelachen daar. Iedereen zit toch een beetje in hetzelfde schuitje, dat maakt ook ruimte voor humor."
In de tussentijd wordt het huis verbouwd en aangepast op Alberts nieuwe levensstijl. "Dat was voor mijn vrouw Corine natuurlijk een heel heftige periode, ze had helemaal geen tijd om te verwerken wat er was gebeurd. Ze was druk met mij, de verbouwing en het reageren op alle mensen die hadden gehoord wat er was gebeurd."
Nieuwe balans zoeken
"Definitief naar huis gaan was fijn. Maar ik besefte ook: dit is pas het begin. Nu kom ik weer in het echte leven. In het revalidatiecentrum was ik een van velen en hulp was altijd dichtbij. Nu was ik de enige en moesten we het zelf zien te rooien." Er komt veel op de schouders van zijn vrouw terecht in deze nieuwe situatie: het huishouden, de mantelzorg en nu is ze ook hoofdkostwinner.
"Daar heb ik veel moeite mee gehad. We moesten na een huwelijk van ruim twintig jaar een nieuwe balans zoeken. Daar zijn we nog steeds mee bezig denk ik."
"Bovendien was het een continue confrontatie met wat ik allemaal niet meer kon. De eerste keer dat ik thuiskwam, keek ik bewust niet in de garage. Ik trok het niet om mijn fiets, motor en gereedschap daar te zien. Het was te pijnlijk dat ik dit nooit meer zou kunnen gebruiken."
De eerste in Nederland
Maar de dankbaarheid dat hij is blijven leven, groeit. En Albert gaat op zoek naar mogelijkheden. Via een Amerikaans bedrijf weet hij een apparaatje te bemachtigen waarmee hij met zijn hoofd de computer kan besturen. Die heeft hij nu zo'n anderhalve maand in huis. "Ik ben de eerste in Nederland die zo'n ding heeft", vertelt hij trots.

Albert buigt zijn hoofd naar voren om het gebitje – dat wat weg heeft van een blokbeugel -behendig in zijn mond te nemen. Het plaatje klemt over de bovenste kiezen en bedekt het gehemelte. Via een automatische bluetoothconnectie kan hij nu zijn computer besturen.
Zijn hoofd beweegt subtiel op en neer, terwijl de muis snel over het scherm schiet. Als hij met zijn tong klikt, klikt de muis. Het doel is om uiteindelijk zijn werk als programmeur van technische machines weer op te kunnen pakken.
"Mensen praten alleen tegen mijn vrouw als zij bij me is, alsof ik niet besta."
Ook de buitenwereld betreden in zijn rolstoel wordt steeds een stukje makkelijker. Binnenkort starten Albert en zijn vrouw zelfs een crowdfundingsactie om geld in te zamelen voor een rolstoelbus, zodat ze er samen weer op uit kunnen.
"De eerste keer naar buiten in mijn rolstoel, vergeet ik nooit meer. Ik was altijd die lange man van bijna twee meter. Nu zat ik laag, mijn voorkomen is totaal veranderd. Mensen kijken op een bepaalde manier naar je, vol medelijden. Ze weten niet wat ze tegen je moeten zeggen. Of praten alleen tegen mijn vrouw die bij me is, alsof ik niet besta. Ik kon ook niemand een hand geven. Ik voelde me extreem gehandicapt en dat maakte me heel emotioneel."
Gewoon de vlotte Albert
Hoewel hij zichzelf met de tijd steeds beter een houding weet te geven, merkt Albert dat mensen terughoudend zijn sinds hij in een rolstoel zit. "Mensen zijn onwetend en dat maakt dat ze schrikken of niet weten wat ze moeten zeggen. Terwijl ik ook nog altijd gewoon de vlotte Albert ben. Iemand in een rolstoel is niet per se zielig." Lachend: "Ik krijg overal voorrang."

Om deze boodschap te verspreiden, geeft Albert af en toe lezingen op scholen en opleidingen. "Zeker bij kinderen merk ik vaak dat ze me spannend vinden. Ik laat ze dan rond mijn stoel staan om alle snufjes van mijn rolstoel te showen. Dat haalt de spanning ervan af, waardoor er ruimte komt voor een gesprek. Dat vind ik heel leuk om te doen."
Niets is onoverkomelijk
Het geeft hem het gevoel dat hij nog meetelt in dit plots veranderde leven. En hij hoopt dat hij een bron van inspiratie kan zijn voor anderen. "In het revalidatiecentrum zag ik genoeg mensen die veel meer konden dan ik, maar bij de pakken gingen neerzitten. Ik denk sneller in mogelijkheden en oplossingen. In deze tijd is er veel mogelijk met apparatuur en techniek. Ik wil laten zien dat niets onoverkomelijk is."
"Tegelijkertijd is het goed om te beseffen dat het leven morgen zomaar anders kan zijn. Dus geniet, ook van die kleine dingen die soms zo vanzelfsprekend lijken: een wandeling maken, een maaltijd koken of de hand vastpakken van je partner."
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar diegene bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.