MIND

Amber worstelde met een eetstoornis, zonder dat ze het wist

Door Paula Vaarkamp··Aangepast:
© Siora PhotographyAmber worstelde met een eetstoornis, zonder dat ze het wist
RTL

Bewust kiezen voor je gezondheid? Dat kan op allerlei manieren. Bijvoorbeeld door te sporten, te stoppen met roken, of elke dag te mediteren. Amber uit Utrecht overwon op haar 22e de strijd met anorexia. Zelf had ze destijds geen idee dat het zo slecht met haar ging. “Mijn ouders moesten me ophalen uit mijn studentenkamer in Leiden.” Inmiddels kan ze weer eten zonder zich schuldig te voelen.

“Het is lastig om één oorzaak aan te wijzen voor het ontwikkelen van een eetstoornis”, vertelt Amber (32). Op 19-jarige leeftijd werd ze gediagnosticeerd met anorexia. “Ik kwam net van de middelbare school en het studentenleven overviel me. Ik was chaotisch en had mijn zaakjes niet altijd even goed op orde. Streng diëten gaf mij het gevoel dat er in ieder geval íets was, waar ik controle over had.” 

Dat dunne meisje

“Mensen zagen mij altijd als ‘dat dunne meisje’. Dat vond ik prettig, dus ik wilde dat dit zo bleef. Ik voelde me zekerder, mooier en aantrekkelijker in een dun lichaam. Al een langere tijd rommelde ik met mijn voedingspatroon, maar toen ik in mijn studententijd wat kilo’s aankwam, sloeg ik door. Naast het diëten begon ik met veel hardlopen. In een korte periode viel ik flink wat kilo’s af.”

 “Dat ik zo veel afviel, had te maken met mijn snelle stofwisseling, maar ook met mijn obsessie met voeding die alsmaar toenam. Het enige wat nog bestond voor mij was eten en afvallen. Gezond of ongezond, ik dacht na over elke hap die ik wel of niet doorslikte. Ik ontwikkelde een soort angst voor eten, die niet rationeel was. Dit ging soms zo ver, dat ik mijn vinger in mijn keel stopte na een maaltijd.”  

In tegenstelling tot haar ouders en de rest van de buitenwereld, zag Amber zelf niet in dat haar obsessieve eetgedrag langzaam maar zeker een probleem werd. “Mijn ouders zagen mij in korte tijd veranderen van een spontaan en gezellig meisje, in een stil, ongelukkig hoopje ellende. Maar als ze zeiden dat het niet goed met me ging, wilde ik ze niet geloven. Ik ging ze ontlopen, zodat ze niet konden zeggen dat het slecht met me ging. Áls ik ze bezocht, zorgde ik dat ik vroeg weg was zodat ik niet mee hoefde te eten.”

Ouders moesten ingrijpen

Een aantal maanden ging het zo door, totdat Ambers ouders ingrepen. “Op een dag zeiden mijn ouders dat ze langs zouden komen. Dat deden ze normaal nooit, dus ik vermoedde al dat er iets aan de hand was. Toen ze bij me waren zeiden ze: ‘We nemen je mee, het gaat niet goed met je.’ Bij mijn ouders thuis werd ik gewogen en toen ik zag hoe weinig ik nog woog schrok ik enorm. Vanaf moment besefte ik dat er iets moest veranderen.”

Het was tijd om weer gezond te worden, maar dit kon Amber niet alleen. “Ik bleef een week bij mijn ouders, zodat zij me in de gaten konden houden. Na een aantal gesprekken bij Eleos werd ik gediagnosticeerd met anorexia. Ik moest in deeltijdbehandeling, maar omdat ik nog verder wilde studeren werd ik in plaats daarvan in een dieetgroep gezet, die ik één keer per week bezocht.” 

Amber kwam weer op gezond gewicht, maar dit was niet van lange duur. “Na een halfjaar bij de dieetgroep kwam ik in een soort nazorg-experiment terecht voor mensen met een eetprobleem. Dit experiment werd geleid door 2 psychologen die wilden kijken of de groepsleden elkaar zouden helpen en ingrijpen als dat nodig was.”

Dat gebeurde niet. “Ik viel in die tijd weer veel af en niemand deed iets. Na afloop van het experiment werd pas gevraagd waarom er niet was ingegrepen. Ik was weer terug bij af en ontkwam dit keer niet aan deeltijdtherapie: 4 dagen in de week van 09:00 uur tot 15:00 uur.. Tijdens de therapie leerde ik om te gaan met bepaalde angsten en iedereen was begripvol naar elkaar. Langzaam maar zeker verdween ook de angst voor eten.” 

Therapie is geen garantie op genezing

Hoewel in therapie gaan helpt, is het geen garantie dat je volledig geneest. “Ik kwam aan en werd sterker, maar was nog steeds niet helemaal de oude. Meerdere keren had ik een terugval. Wel kon ik weer helder denken en kwamen mijn emoties terug: factoren die het tijdens mijn eetstoornis lieten afweten.”

Achteraf beseft Amber pas de impact die anorexia had op haar toenmalige leven. “Ik schaamde me, maar kon niet meer terug naar mijn normale eetpatroon. Anorexia is geen lachertje. Het maakt je lelijk, van buiten - maar ook van binnen. Je bent geen leuke dochter of vriendin en alleen maar met jezelf en dat ene ding bezig: afvallen. Op mijn dieptepunt woog ik nog maar 51 kilo. Daarnaast ging ik liegen en was ik doodongelukkig. Het is zo groot, heeft zoveel overmacht.”

“Voeding zal voor mij altijd een andere lading hebben dan voor anderen. Toch ben ik er niet meer bang voor en kan ik er tegenwoordig ontspannen mee omgaan. Ik kan weer chips, koekjes en chocolade eten zonder me er schuldig over te voelen. Dit heb ik volledig te danken aan mijn ouders. Als zij mij niet hadden opgehaald, weet ik zeker dat ik in mijn slechte patroon was blijven hangen. Ik vind het daarom belangrijk dat mensen met anorexia altijd een vangnet hebben en weten dat ze niet alleen zijn, want anders kan het verkeerd aflopen.”

Wat zegt de gezondheidsexpert?

Volgens Isabelle Plasmeijer, oprichter van ISA Power, ervaringsdeskundige en therapeut, komen eetstoornissen in alle soorten en maten voor. “Het eetgedrag is eigenlijk een copingsmechanisme; een manier van omgaan met moeilijke en uitdagende gevoelens in het leven. Een persoon die aan een eetstoornis lijdt, ziet zijn of haar eetstoornis in het begin vaak nog als een oplossing, terwijl de omgeving het al als groot probleem ziet. Pas als die persoon zelf ook erkent een probleem te hebben, heeft het zin om een behandeling te starten.”

“Mensen met een eetstoornis focussen al hun aandacht op eten. Hierdoor kunnen ze hun emoties tijdelijk verdoven. Op een gegeven moment komen deze emoties toch naar boven - en beseffen ze dat zo’n eetstoornis niet meer werkt om ze te onderdrukken. Als je dan wil veranderen, ervaar je pas de kracht van het ingewortelde patroon en kun je niet meer terug.” 

“Op de wereldwijde ranking doen we het als Nederland best goed als het gaat om eetstoornisbehandelingen. De laatste jaren is het aantal mensen dat genas van een eetstoornis gestegen, maar er is nog veel werk aan de winkel. Ieder jaar komen er in Nederland ongeveer 5.500 mensen met anorexia bij. Daarnaast overlijden er helaas ook nog steeds mensen aan de gevolgen van deze gruwelijke ziekte.”

Hoewel de rijksoverheid met het programma K-eet bezig is het behandelingsproces voor mensen met een eetstoornis te versnellen, zijn wachttijden bij reguliere zorgverleners nog steeds lang. “Als je via de huisarts komt, kan het zo zijn dat je 12 tot 18 weken moet wachten op een behandeling. Mensen die korter met anorexia worstelen, hebben een grotere kans om helemaal te genezen en er weer uit te komen, dan mensen die een behandeling uitstellen. Anorexia werkt net als een verslaving: het wordt een vastgeroest patroon. Daarom geldt: hoe eerder je hulp zoekt, hoe beter.”

Eetstoornissen kunnen ervoor zorgen dat je verzadigingsgevoel verandert. “Je bezit 2 verzadigingshormonen: leptine en ghreline. Mensen met anorexia voelen niet goed meer aan dat ze honger hebben, doordat de waardes van deze hormonen verschuiven. Ook gaat je brein slechter werken, wat zich uit in slechtere concentratie en dat je emotioneel sneller van slag raakt. Daarnaast kunnen angst- en dwangstoornissen ontstaan.”

Plasmeijer geeft nog een belangrijke tip mee: “Twijfel je of je zelf een eetstoornis hebt, schaam je dan niet en vraag om hulp. Bezoek de website van WEET (Nederlandse vereniging voor eetstoornissen) voor meer informatie."

Bekijk ook:

*Vanwege privacyredenen is de naam van Amber gefingeerd.

Paula Vaarkamp / Healthy Fest

Lees meer over
GezondheidPsychologieEetstoornisAnorexia