Persoonlijk

Verlangen naar een knuffel met je ouders: 'Het is liefdestaal, dat hebben we nodig'

Door Hanneke Mijnster··Aangepast:
© GettyImagesVerlangen naar een knuffel met je ouders: 'Het is liefdestaal, dat hebben we nodig'
RTL

Juist nu het niet mag, kan je extra verlangen naar een knuffel van je vader of je moeder. Een beetje troost, even connectie. Maar hoe lichamelijk zijn we eigenlijk nog met onze ouders? En wat maakt dat de ene dertiger nog hand in hand met haar vader over straat gaat, terwijl de ander het liever bij welgemeende schouderklop houdt?

Ze duwde haar hand tegen het raam en verzuchtte dat ze haar ouders zo graag écht aan zou raken. Floortje Dessing bracht in haar programma Floortje Blijft Hier een corona-proof bezoek aan haar pap en mam. Herkenbaar, zul je denken, maar ook voeding voor een interessante vraag. Want, hoe lichamelijk zijn we eigenlijk nog met onze ouders?

De handen van je vader

Als kind is de geur van je moeder het fijnste wat er is. Zogend zit je tegen haar borst geplakt en tot diep in de puberteit hang je veilig onder haar vleugels. In je studententijd kom je hoogstens nog één keer per week thuis met de was en hang je wellicht nog wat tegen je ouders aan op de bank, maar daarna zet de verandering wel in. Een hand, een zoen, een knuffel, of een klopje op de schouder: naarmate je ouder wordt, neem je ook letterlijk meer afstand van je ouders. Hoe komt dat? En is het uitzonderlijk om je moeder van 60 door haar haar te aaien, of juist niet meer te weten hoe de handen van je vader aanvoelen?

In je kindertijd leer je door schade en schande wat de mores in jouw familie zijn

Dat ligt er maar net aan hoe je familiesysteem in elkaar steekt, legt familietherapeut Gerrie Reijersen van Buuren uit. “In familierelaties heb je vier dimensies. De eerste gaat over de feiten: waar ben je geboren, wat is je cultuur, hoe zit je familie in de slappe was enzovoorts. De tweede dimensie gaat over je eigen psychologie, je eigenheid. Ben je een fysiek iemand of heb je juist veel behoefte aan personal space? Iedereen ontwikkelt zijn eigen liefdestaal. De een wil bijvoorbeeld veel liever fysiek getroost worden dan de ander. Als je kinderen observeert zie je al duidelijk het verschil. De derde dimensie gaat over communicatie: communiceer je met woorden of met je lijf. Zég je dat je van je kind houdt, of pak je alleen zijn hand vast? De vierde dimensie tot slot, gaat over wat fair is tussen mensen, een onderdeel daarvan is het intrinsiek tribunaal. Ofwel je interne rechtbank. Dat zijn de ongeschreven wetten die in elke familie bestaan. ‘Zo doen wij het’ en ‘dit is hoe het hoort.’ Iedere familie heeft zo zijn eigen rechtbank.”

Wat zijn de mores?

Het kan dus best zijn dat je van jezelf een lijfelijk type bent, maar dat je ouders dat niet zijn. Of andersom. In je kindertijd leer je door schade en schande wat de mores van jouw familie zijn en kan het dus ook zijn dat je na een paar keer ‘doe niet zo gek joh’ terugtrekt en afdrijft van hoe  je zelf bent, om bij het systeem te horen. Later, op school of in een nieuwe relatie, ontdek je steeds meer dat er ook andere systemen zijn en kun je bij jezelf ontdekken of jouw familiesysteem goed bij je past of niet. Misschien geeft het je zelfs zicht op je eigen ongelukkigheid binnen het gezin, of omarm je het als het voorbeeldige warme nest.

Kennis maken: met jezelf
Lees ook

Kennis maken: met jezelf

Ondertussen toets je je omgeving ook aan je eigen interne tribunaal. Zo liet Rian (niet haar echte naam) haar nieuwe verkering weten dat ze het niet prettig vond dat hij zijn familie nog op de mond kuste nu hij met haar is. En nu is hij er - voor haar - mee gestopt. Het is ook geen kwestie van goed of slecht, het is een kwestie van anders. Jantien, bijvoorbeeld, is 45 en kruipt tijdens een familieweekend gerust nog met een ontbijtje bij haar ouders in bed. Heerlijk toch, als iedereen ervan geniet? Maar in andere gezinnen is dat totaal ondenkbaar.

Reijersen van Buuren: “Wanneer je twee waardensets over familie en affectie bij elkaar brengt, kost het soms wat praten en aftasten om uiteindelijk tot een gezamenlijke nieuwe norm te komen.”

Aanraken is beladen

We leven in een gekke tijd, als het om lichamelijkheid gaat. Door Covid-19 kun je maar beter niemand meer spontaan aanraken, en in de afgelopen paar jaar dacht je ook wel drie keer na, voordat je een  #MeToo-beschuldiging aan je broek had. “Ineens wordt het een beetje eng. Ik loop zelf vaak met mijn volwassen zoon hand in hand, maar ik weet uit mijn praktijk ook dat veel mannen bij hun dochters extra voorzichtig zijn. En nu blijven we juist massaal bij onze ouders weg, om ze vooral niet te besmetten met corona. Dat zet alle dimensies weer even op scherp.” 

'Volwassenheid betekent dat we afstand nemen van onze ouders, ook letterlijk'

Misschien is deze tijd juist wel een mooi moment om het gesprek eens aan te gaan met je ouders. “Vraag eens hoe je was vroeger, als kind? Was je heel lijfelijk of juist teruggetrokken? en hoe is dat nu? Dat kan een interessante dialoog opleveren. We hebben het immers allemaal nodig om gestreeld te worden. Als fysiek contact te lang uitblijft, krijgen we huidhonger. Gevoeld worden is een vorm van intimiteit, zonder dat er seks bij komt kijken. Een hand op je rug, een kleinkind dat zijn koppie tegen oma’s warme buik duwt, dat is allemaal liefdestaal. En die hebben we hard nodig.”

Ongelijk

Hoe ouder we worden, hoe meer we weer terugkomen bij wie we oorspronkelijk zijn. We laten ons niet meer hinderen door sociale wetten. “Volwassenheid betekent dat we afstand nemen van onze ouders, dus ook letterlijk,” legt hoogleraar sociologie Pearl Dykstra van de Erasmus Universiteit uit. “ Vanuit ouders gezien is dat niet altijd leuk. De belangstelling voor de jeugd is namelijk altijd veel groter dan andersom. Totdat ouders echt oud en hulpbehoevend zijn, wordt er door ouders veel meer gegeven aan hun kind dan andersom. Niet alleen in hulp en aandacht, maar ook in lichamelijkheid zie je dat vaak.”

"Onze fysieke afstand zegt niets over hoeveel we om iemand geven"

Dat lichamelijkheid cruciaal is tegen eenzaamheid, voelen we nu sterker dan ooit. Denk aan Floortjes hand achter glas en het gevoel van gemis dat je bekruipt als je FaceTimet met je beste vriendin. “Wij zijn sociale dieren. Het is pijnlijk dat we nu niet fysiek nabij zijn, juist ook voor je oude ouders. Zelfs eten geven is een vorm van lichamelijkheid. Vergeet niet hoe belangrijk zo’n maaltijd is. Helpen met eten en als het moet is zelfs billen wassen een manier om te zeggen: ik hou van je. Zelfs bij vrienden. Als je veel van iemand houdt, vergeet je in zo’n situatie dat je staat te mantelzorgen, dan voorzie je vanuit je hart in een behoefte.”

Autonomie

Een blik over de grens laat zien dat cultuur inderdaad een belangrijke dimensie is in lichamelijk binnen gezinnen. Italianen en Spanjaarden zijn veel knuffeliger dan de meeste Nederlanders, ook de mannen onder elkaar. Volgens Dykstra zegt onze fysieke afstand niets over hoeveel we om elkaar geven. “Het is een ontwikkeling van onafhankelijkheid. Wij vinden autonomie belangrijk. Studenten gaan hier op hun 18e uit huis en bouwen hun eigen leven op. Wij hebben veelal goede banen en goede voorzieningen, waardoor we ook meer zorg kunnen inschakelen voor ouderen. Fysiek bijstaan zie je in buurlanden veel meer, maar dat komt dus ook omdat daar simpelweg een goed zorgstelsel voor ouderen ontbreekt. Dus dan is het logisch dat die lichamelijkheid in de zorg daarin ook anders is.”

Je wieg en je ware aard blijken dus van grote invloed op hoe fysiek je als volwassene ook nog bent met ons pap en ons mam. Voorlopig staan we nog even voor het raam en leggen we net als Floortje liefdevol een warme hand tegen de koude ruit.

Lees meer over
Persoonlijk