Nieuws

Kenza sneed zichzelf: 'Stiekem hoopte ik dat iemand het zou ontdekken'

·Aangepast:
Kenza sneed zichzelf: 'Stiekem hoopte ik dat iemand het zou ontdekken'
RTL

Jezelf snijden om maar wat te voelen. Of om even helemaal niets te voelen. Naar schatting doet 1 op de 6 jongeren het weleens. Sommigen willen met blogs, vlogs en voorlichting zelfbeschadiging uit de taboesfeer halen. Maar hun online foto’s en filmpjes werpen ook de vraag op of ze hiermee niet juist anderen op een idee brengen. “Het is een overlevingsstrategie, niet per se een roep om aandacht.”

Thumbnail

Ze was 11 jaar, ongelukkig, alleen en verdrietig. Naar de buitenwereld toe gedroeg ze zich ‘gewoon’ of ‘blij’. Vanbinnen was ze boos en de nare gevoelens kropten zich op. “Op een dag sneed ik mijzelf. Ik dacht dat ik enige op de wereld was die zoiets deed en dat ik knettergek was. Maar voor heel even stopten al die negatieve gedachten en werd het rustig in mijn hoofd.”

Nicole ter Moche is inmiddels 27 jaar, moeder van een kind en oprichter van Zebra Voorlichting. Een stichting in oprichting die lotgenoten, familie, artsen en verpleegkundigen voorlicht over zelfbeschadiging. Steeds meer jongeren die zichzelf snijden, blijkt uit een rondgang op internet, bloggen en vloggen openlijk over de verminkingen die ze zichzelf aan doen.

De oorzaak van automutilatie verschilt per geval. Sommigen kampen met een depressie, anderen met angsten als gevolg van een trauma als seksueel misbruik of hebben een psychische stoornis. Snijden geeft dan rust of een gevoel van controle, vertelt psycholoog Dominique Maciejewski. Zij voegt eraan toe dat snijden nooit als doel heeft dood te willen, al is er onder mensen die zichzelf beschadigen wel een grotere kans op zelfmoord.

Het uit de taboesfeer halen van zelfbeschadiging is nodig, vindt ervaringsdeskundige Nicole. “Jongeren die zichzelf beschadigen durven er niet over te praten. Veel mensen, is mijn ervaring, denken dat mensen zichzelf snijden omdat ze aandacht willen. Zelfs hulpverleners.”

Zij denkt niet dat de foto’s van armen vol krassen en benen vol littekens jongeren juist aanzet tot dit gedrag. “Ik vergelijk het soms met die pro-anorexiasites. Jongeren kijken daarnaar, sommigen gaan misschien een paar dagen niet eten, maar de meesten zullen daarna weer ‘gewoon’ gaan doen.” Bovendien, zegt ze: “Toen ik begon, had je dat hele sociale media gebeuren nog niet. En toch deed ik het.”

Maciejewski vindt het goed daar er blogs en fora zijn waarop ervaringen uitgewisseld kunnen worden. Plaatjes op Instagram van wonden vindt ze wel gevaarlijk. “Dat kan mensen er toe zetten zichzelf te snijden of ze op nieuwe ideeën brengen om zichzelf te verwonden. Ergens is het ook vreemd dat blote vrouwenborsten van sociale media sites worden verwijderd maar dat deze plaatjes wel worden toegelaten.”

Kenza (22): 'Jezelf snijden is geen schreeuw om aandacht. Oordeel niet, maar luister'

Thumbnail

Een mooie jonge vrouw met lange, blonde haren, een open en eerlijke blik en een linkerarm die van boven tot onder vol littekens zit. Littekens die inmiddels bij haar horen en waarvoor ze zich niet wil schamen. “Mijn lichaam is goed zoals het nu is. Met streepjes, zonder streepjes. Ik woon in mijn huid en dan kun je het maar beter liefhebben dan haten.”

Kenza is student geschiedenis aan de universiteit en kampt al tien jaar met depressie en zelfbeschadiging. Op haar twaalfde begon ze met snijden. “Ik weet het nog heel goed. Het was maandagavond, ik zat boven in de badkamer en mijn ouders waren beneden. Ze hadden ruzie over mij. Over iets onbenulligs. Ik zat op die badkamer en ineens zette ik een schaartje in mijn huid. Ik dacht er niet over na. Op de een of andere manier vond ik mezelf te veel. Ik had bedacht dat ik een probleem was. En ik moest gestraft worden. Het snijden zelf gaf mij niet per se een opgelucht gevoel, maar bracht eerder een soort van rust. Nu was het goed. Nu kon ik weer verder. Ik en de wereld stonden quitte.”

Ze probeerde haar littekens en het snijden voor iedereen verborgen te houden. Haar geheim. “Maar stiekem, heel stiekem, hoopte ik dat iemand het ontdekte zodat ik alles niet meer in mijn eentje hoefde te verdragen.” Uiteindelijk ontdekte een docent op de middelbare school haar littekens. Die waarschuwde een afdelingsleider “en toen ben ik in de wereld van de geestelijke gezondheidszorg terecht gekomen”.

Daar is ze door allerlei therapeuten gezien en gehoord. “Ik heb veel therapeuten gehad, een paar goede mensen, enige prutsers en vaak mensen die niet wisten wat ze met mij aan moesten. Mensen die bang waren voor mijn problemen omdat mijn zelfbeschadiging zo heftig was. Gelukkig heb ik veel goede vriendinnen die mij door dik en dun steunen en daar dank ik God op mijn blote knieën voor.”

Kenza is heel actief op social media. Ze heeft vlogs gemaakt over de eetstoornis die ze een tijd heeft gehad, over het seksueel misbruik in haar jeugd en over hoe mensen haar benaderen. In een filmpje op YouTube somt ze de verwijten aan haar adres op als mensen de littekens op haar arm zien: engerd, aandachtstrekker, dom wijf, psychopaat. Allemaal aannames die pijn doen, vertelt ze.

Onder @stronglikeafighter op Instagram (11.600 volgers) en op Facebook (875 likes) deelt Kenza haar goede en minder goede dagen. Soms op confronterende wijze (‘ik ben breekbaar, slachtoffer, kapot’ en ‘soms neemt de verwarring het over’), soms met kracht (‘je hoeft niet te blijven wie je bent’).

“Ik ben ooit begonnen met een soort fitgirl-account voor mensen die net als ik toen bezig waren met clean eating en trainen met gewichten. Ik postte blije dingen, recepten en was het meisje dat fit en gezond was maar op een gegeven moment kon ik het niet meer. Hoe kon ik op dat schermpje een blij, fit, vrolijk meisje zijn terwijl ik het zelf zo zwaar had? Langzaam ben ik meer over mijzelf gaan loslaten.”

Daarnaast wil ze op deze manier ook het taboe op zelfbeschadiging doorbreken. “Ik wil dat er over gepraat kan worden. Ik wil dat er begrip is.” Sinds kort is ze, ‘dankzij twee fantastische psychiaters’, helemaal gestopt met snijden. “Ik doe dit zelf maar die steun die ik krijg via social media, dat is echt mooi om te zien. Zelfbeschadiging is een groot probleem dat je vaak niet in je eentje kan oplossen.”

Hoeveel jongeren zichzelf beschadigen, is lastig te zeggen. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft het over één op de tien middelbare scholieren, gebaseerd op een onderzoek van tien jaar geleden. Volgens de meest recente van cijfers, uit 2012, van Veiligheid.nl worden gemiddeld 3600 jongeren tot 25 jaar jaarlijks in het ziekenhuis behandeld voor verwondingen door zelfbeschadiging. Een kwart daarvan heeft zich verminkt met een scherp voorwerp.

Psycholoog Dominique Maciejewski zegt dat uit internationaal onderzoek blijkt dat 15 tot 20 procent van de adolescenten zich wel eens gesneden of gekrast heeft. “Het komt vaker voor dan je denkt, alleen durven veel jongeren niet om hulp te vragen.” Ze denkt dat dit door stigmatisering komt. “Het wordt gezien als aanstellerig gedrag.”

Wat de behandeling van zelfbeschadiging lastig maakt, is dat er zo weinig over bekend is. Sinds twee jaar geldt het binnen de psychiatrie pas als ‘zelfstandige conditie’. Daarvoor werd het alleen als symptoom van de persoonlijkheidsstoornis borderline gezien. “Er is veel meer onderzoek naar zelfbeschadiging nodig.”

Door het gebrek aan kennis krijgen mensen die zichzelf snijden niet altijd de goede hulp. Nicole van Stichting Zebra Voorlichting is acht van de tien keer onverdoofd gehecht in het ziekenhuis. Marcia Kroes, die hieronder haar verhaal vertelt, heeft de dezelfde ervaring. “Ik herinner mij een schreeuwende arts die zei dat hij zijn verdoving niet aan mij ging verspillen.” Niet ondenkbaar, vindt Maciejewski: "Er is veel onbekendheid over het zelfbeschadiging. Ook op de eerste hulp. Sommige hulpverleners stigmatiseren ook en vinden het aanstellerij. Dus ook dat er onverdoofd gehecht is, zou kunnen."

Marcia Kroes (47): 'Als ik een foto zie van iemand die zich heeft gesneden, komt dat verlangen terug'

Thumbnail

Ze was een jaar of 5, 6 toen ze zichzelf pijn deed. “Knijpen, kleine wondjes maken. Toen ik tien jaar was ging dat over in krassen en niet veel later in snijden. Je huid opgesneden zien worden, het bloed zien stromen, het was fijn en gaf rust.”

Marcia heeft een lange geschiedenis van automutilatie achter de rug. Vijftig keer moest ze naar de Eerste Hulp van een ziekenhuis om gehecht te worden. Een nare ervaring maar niet vanwege de diepe wonden die ze met name aanbracht op haar benen. “Eén keer ben ik daar aardig behandeld. Meestal reageerden verpleegkundigen boos omdat ik ze extra werk gaf en zeiden ze dat ze hun tijd liever besteedden aan ‘echte patiënten’. “Mensen snappen automutilatie niet. Zijn onwetend.”

Marcia groeide op met een aan alcohol verslaafde moeder en een vader die, als hij er was, gewelddadig was. “Ik heb altijd voor mijn moeder gezorgd en gedacht dat haar verslaving mijn schuld was.” Het maakte van haar “een eenzaam meisje dat heel ongelukkig was”. Zichzelf pijn doen haalde voor even alle stress weg. “Maar die rust was altijd maar voor heel even.”

Haar littekens heeft ze nooit verborgen gehouden voor de buitenwereld. “Wel droeg ik soms een zwarte trui zodat je de bloedende wonden niet goed kon zien.” Niemand greep volgens haar in. “Mijn familie werd boos, op school zeiden ze alleen dat ik er mee moest stoppen.”

Op haar twaalfde kwam ze wel een keer in contact met het Riagg,  een instelling voor geestelijke gezondheidszorg in die tijd. “Dat was er in de categorie ‘kopje thee drinken en dan gaat het wel weer’. Ik had daar niets aan.” Toen ze 22 was, ‘crashte’ Marcia. “Ik trok mij steeds meer terug op mijn kamer, ging niet meer naar college. Mijn huisgenoten hebben toen de GGZ gebeld.”

Er volgden jaren van therapie en talloze psychische diagnoses. Het snijden ging echter door. Bij een stichting voor lotgenoten kwam ze voor het eerst ‘in een warm bad’. Ze begrepen mij. Snapten dat snijden een uiting van mijn trauma is.”

De laatste automutilatie is nu een jaar geleden. “Ik heb voor het eerst echt goede hulp van een traumapsycholoog.” De verleiding om te snijden blijft op de loer liggen. “Als ik een plaatje zie van littekens of iemand die zichzelf snijdt, komt dat verlangen weer terug.” Net als op momenten van veel stress.

Dat met name jonge meiden die zich snijden hiervan foto’s delen op sociale media vindt Marcia heel kwalijk. “Jonge meiden steken elkaar aan in een groep. En dan wordt zo’n bericht geliked en toegejuicht terwijl jezelf snijden niet iets positiefs is. Het betekent dat je jezelf waardeloos vindt.”

Wat wel helpt, zegt Nicole, is vragen stellen en vragen: waarom doet iemand dit? Psychologe Maciejewski: “Het behandeltraject is er ook op gericht het ‘waarom’ te achterhalen. Het heeft geen zin om iemand te bestempelen als aansteller of te eisen dat iemand met snijden stopt. Dat kan zelfs averechts werken.” Nicole: “Ouders zijn soms geneigd om het gedrag te willen controleren en halen dan soms alle scherpe voorwerpen in een huis weg. Maar daarmee geven ze een kind het gevoel het niet te vertrouwen.”

Nog een goede hulpmethode is het maken van een zogeheten ‘coping box’ zegt Maciejewski. Dit is een doos met daarin bijvoorbeeld foto’s waar je blij van wordt of een lijst met dingen die je vrolijk maken of een briefje met het advies: ga eerst tien minuten heel hard rennen voordat je jezelf snijdt. “Uiteindelijk gaat het om omgaan met negatieve gevoelens en een alternatieve uitlaatklep vinden.”

Lastig is dat wel, beaamt ze. Niet voor niets komen sommige mensen pas na tien of twintig jaar van het snijden af. “Op korte termijn is het een oplossing voor al die opgebouwde spanning. Daardoor werkt het zo en daardoor is het zo verslavend.”

Nicole heeft zichzelf inmiddels al vijf jaar niet meer gesneden. Haar advies aan ouders en familieleden? “Word geen hulpverlener, maar blijf ouder en blijf leuke dingen doen met je kind. Vraag bijvoorbeeld ook eens naar vriendjes of dingen die op school zijn gebeurd. Steun en liefde is wat je nodig hebt.”

Door Maaike Homan

De foto van Nicole boven dit artikel is gemaakt door fotostudio moname Enschede

Heb je last van depressieve gevoelens?

Je kan terecht bij Korrelatie
Telefoon: 0900 1450 (€ 0,15/min)
Online: korrelatie.nl
Whatsapp: 06-13863803