Minister Slob mocht bestuur Haga Lyceum niet dwingen op te stappen
Minister Arie Slob had het bestuur van het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam niet mogen dwingen om op te stappen. Dat heeft de rechter vandaag bepaald. De islamitische middelbare school had bezwaar gemaakt tegen deze zogenoemde aanwijzing.
Volgens de rechtbank had de minister dit niet mogen doen, omdat het een te zwaar middel is. Ook is het besluit in strijd met het recht op vrijheid van onderwijs. Slob wilde dat het bestuur zou opstappen omdat er volgens de Onderwijsinspectie sprake is van wanbeheer op de school.
Eerste keer
De beslissing van Slob volgde vorig jaar september na een vernietigend rapport van de onderwijsinspectie over de school. Het was de eerste keer dat een schoolbestuur op deze manier werd gedwongen op te stappen.
Minister Slob wilde eerder al de geldkraan voor de Amsterdamse school dichtdraaien. Dat wilde hij per 1 december doen, maar de Raad van State, de hoogste bestuursrechter van Nederland, hield dat tegen.
'Grote zorgen'
In een reactie op dat besluit in november liet minister Slob weten 'onverminderd grote zorgen' te houden over de school. "Het doel van mijn maatregel is niet dat de school sluit, maar dat het bestuur plaats maakt. De directeur weigert keer op keer om in het belang van de leerlingen plaats te maken."
Slob: in hoger beroep
Minister Slob zegt in een reactie in hoger beroep te gaan. "De uitspraak geeft me een ongemakkelijk gevoel", zegt hij.
"De rechtbank constateert namelijk dat er ruimte is in deze school voor personen met een anti-democratisch en anti-integratief gedachtengoed. De AIVD waarschuwde daar al voor."
Voor een zogenoemde aanwijzing, waarbij de minister dreigt de geldkraan dicht te draaien als bet bestuur niet opstapt, biedt de wetgeving nu "onvoldoende basis", zegt Slob.
De Amsterdamse onderwijswethouder Marjolein Moorman zegt dat het Rijk de school nu blijft bekostigen. "De rechter heeft het bestuur van het CHL gelijk gegeven. Voor de gemeente betekent dit dat wij aan onze huisvestingsplicht blijven voldoen voor het CHL en dat de gebouwen aan de Naritaweg en de Reinaert de Vosstraat beschikbaar blijven voor de huidige en toekomstige leerlingen van het CHL. Het belang van de leerlingen zal voor ons altijd voorop blijven staan, zoals dat ook steeds heeft gedaan."