Geweld op Westelijke Jordaanoever neemt toe, kolonisten worden bewapend
Terwijl de ogen van de wereld zijn gericht op de Gazastrook, is de sfeer in het andere Palestijnse gebied, de Westelijke Jordaanoever, nog een stuk grimmiger geworden sinds de Hamas-aanval. Zeker 95 Palestijnen zijn sindsdien gedood door Israëlische soldaten en kolonisten, terwijl Israël sinds lange tijd ook weer een luchtaanval uitvoerde op het gebied.
Met één doelgerichte luchtaanval legde het Israëlische leger dit weekend de al-Ansar-moskee in Jenin grotendeels in puin. Twee mensen kwamen om het leven bij de aanval op het gebouw, dat volgens Israël werd gebruikt als commandopost door Hamas en de Islamitische Jihad om terreuraanslagen te plannen.
Waar Gaza ook voor de terreuraanval van Hamas van 7 oktober al veelvuldig doelwit was van luchtaanvallen, was deze aanval opmerkelijker. De Westelijke Jordaanoever wordt zelden aangevallen vanuit de lucht. Maar ook in het Palestijnse gebied waar niet Hamas, maar de Palestijnse Autoriteit (geleid door de Fatah-beweging) de dienst uitmaakt, lopen de spanningen deze maand zeer hoog op.
Israëlische soldaten voeren ook over de grond aanvallen uit op de Westelijke Jordaanoever. Zoals dit weekend bij het noordelijk gelegen dorpje Zawata, toen twee Palestijnse mannen van 29 en 17 jaar werden gedood bij een inval met veel machtsvertoon, waarbij volgens nieuwszender Al Jazeera ruim twintig Israëlische militaire voertuigen waren betrokken.
Hoewel Hamas ook op de Westelijke Jordaanoever aanhangers heeft, kan de groepering door de strenge Israëlische controles daar niet vrij bewegen of milities trainen, zoals in de Gazastrook. De grote hoeveelheid Israëlische invallen en arrestaties op de Westelijke Jordaanoever van de laatste tijd kunnen daarmee niet worden verklaard, zegt correspondent Olaf Koens vanuit Israël.
Koens: "Je hoort: dit is een oorlog van Israël tegen Hamas. Maar op de Westelijke Jordaanoever is nagenoeg geen Hamas. Ondertussen zie je dat Israël daar zijn militaire aanwezigheid versterkt, waarbij ze claimen dit te doen vanwege de veiligheid."
Dodelijkste periode in 15 jaar
Opgeteld zijn sinds 7 oktober nu zeker 95 Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever gedood bij onderlinge confrontaties. Het is daarmee de dodelijkste periode voor Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever in vijftien jaar, blijkt uit een analyse van de The New York Times op basis van cijfers van de Palestijnse gezondheidsautoriteiten en de VN. De Israëlische mensenrechtenorganisatie B'Tselem Israël meldt woensdagmiddag 104 gedode Palestijnen.
Naast het leger wordt geweld gepleegd door zogenoemde kolonisten: Israëlische bewoners van nederzettingen in het Palestijnse gebied. Die nederzettingen zijn illegaal volgens zowel het internationale als het Israëlische recht. Toch gebeurt in de praktijk niets tegen de bouw ervan.
Eerder dit jaar werd het proces voor het bouwen van nieuwe kolonistenwoningen zelfs gemakkelijker gemaakt door een wetswijziging van de regering van premier Benjamin Netanyahu. Hij geeft leiding aan de meest rechtse regering die het land ooit heeft gehad. Het gevolg: het aantal illegale nederzetting groeit verder. Geschat wordt dat opgeteld 650.000 Israëlische kolonisten wonen op de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem.
Israëls meest omstreden minister, de extreemrechtse politicus Itamar Ben-Gvir die als minister verantwoordelijk is Nationale Veiligheid, deelt wapens uit aan kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. Zijn ministerie heeft vorige week 10.000 aanvalsgeweren gekocht en overgedragen aan wat hij zelf 'burgerlijke veiligheidsteams' noemt. "We zullen de wereld op zijn kop zetten, zodat steden beschermd worden", aldus Ben-Gvir.
'Mensen zijn bang'
Ondertussen loopt het aantal aanvallen op Palestijnen verder op. "Mensen zijn bang", zegt de Palestijnse analiste Tahani Mustafa van de gezaghebbende denktank International Crisis Group vanuit Londen tegen RTL Nieuws. "Het is voor de bevolking een zeer onzekere tijd. De Hamas-aanval van 7 oktober heeft het Israëlische leger en kolonisten op de Westelijke Jordaanoever een vrijbrief voor geweld gegeven."
Daarbij is het veel lastiger geworden om te volgen wat er precies gebeurt in het gebied, vertelt Mustafa die dit jaar maanden doorbracht op de Westelijke Jordaanoever en daar sprak met bewoners, gewapende groepen en jongeren in de vele vluchtelingenkampen. "Het gebied is ook op nieuwe plekken vol gezet met checkpoints van het leger, zonder dit vooraf te melden. Journalisten en lokale waarnemers worden geweerd. Het documenteren van geweld is daardoor praktisch onmogelijk. Zij die geweld plegen, hoeven daarvoor geen verantwoording voor af te dragen."
Volgens haar kan dat niet los worden gezien van de huidige Israëlische regering die vol zit met aanhangers van de harde lijn op de Westelijke Jordaanoever. "Het geweld is de laatste twee jaar stelselmatig geworden. Het aantal invallen en arrestaties neemt toe doordat de grens tussen regering en de nederzettingen is vervaagd. Veertien leden van de huidige regering zijn zelf kolonisten."
'Bezetting steeds groter'
De Palestijnse leider Mahmoud Abbas, die maandag bezoek kreeg van premier Rutte, heeft zijn grip op de Westelijke Jordaanoever al lange tijd verloren. Hij wordt door de meeste Palestijnen gezien als zwak en ineffectief, omdat Abbas volgens hen onvoldoende opkomt voor hun rechten en veiligheid. Dat, in combinatie met de frustraties over het steeds terugkerende geweld, wordt door analisten alom gezien als een van de oorzaken van de toegenomen populariteit van Hamas.
"We zien realtime gebeuren dat Israël steeds meer land inpikt van de Palestijnen", zegt correspondent Koens. "De bezetting op de Westelijke Jordaanoever wordt steeds groter. De stukjes Israël op de Westelijke Jordaanoever worden steeds verder met elkaar verbonden. Er worden wegen aangelegd die alleen voor Israëlische kentekens zijn, Palestijnen worden daar tegengehouden bij checkpoints. Het is voor de Palestijnen uitzichtloos."