Israël onderzoekt eigen luchtaanval op vluchtelingenkamp Gaza
Israël gaat de eigen aanval op vluchtelingenkamp Maghazi afgelopen zondag onderzoeken. Bij die aanval kwamen volgens Palestijnse ziekenhuisgegevens zeker 106 mensen om het leven.
De aanval is daarmee een van de dodelijkste bombardementen in de oorlog tot nu toe. Israël benoemt dat er ook gebouwen in de buurt van het vermeende doelwit zijn getroffen en dat dit 'waarschijnlijk onbedoelde schade veroorzaakte aan nog niet betrokken burgers'.
Een woordvoerder van de Israëlische regering gaf tegenover het Britse Sky News aan dat bij de aanval de verkeerde munitie is gebruikt, wat tot 'een betreurenswaardige fout' leidde. "Dit had niet mogen gebeuren." Het leger voegde daar in een verklaring aan toe dat het de doden betreurde en dat het van de gemaakte fouten zal leren.
Verwoestende bommen
Een onderzoek van de New York Times toonde eerder al aan dat Israël in de eerste zes weken van de oorlog regelmatig hun meest verwoestende bommen gebruikte in gebieden die het veilig verklaarde voor burgers.
Dat Israël zich uitlaat over een specifieke aanval gebeurt zelden. Ook het erkennen van het doden van Palestijnse burgers na luchtaanvallen doet het land niet vaak.
'Bloedbad'
De aanval was op een vluchtelingenkamp in het midden van Gaza. Daar zouden meerdere huizen beschadigd zijn geraakt. "Wat er gebeurt in het Maghazi-kamp is een bloedbad dat wordt aangericht in een druk bewoond gebied", aldus een woordvoerder van het ministerie van Gezondheid.