MH17 duwde rechercheur John over het randje: 'PTSS spoot mijn oren uit'
Meer dan 35 jaar stond oud-forensisch rechercheur John Pel (67) bij moorden, suïcides en liquidatieonderzoeken. Hij raapte kogelhulzen op en verzamelde talloze sporen. Jarenlang deed hij dit zonder problemen, maar vlak voor hij met pensioen zou gaan, duwde de laatste, allergrootste plaats delict hem over het randje: MH17. Hij stortte in en is nooit meer aan het werk gegaan. "Toch is het me alles waard geweest."
'Je gaat iets meemaken wat je je hele leven niet meer gaat vergeten,' zegt Leendert, de chef van de technische recherche tegen John, die pas net is begonnen. Het is maandagochtend 5 oktober 1992 en ze rijden naar een rampplek die zijn weerga niet kent. Een Boeing 747, een vrachtvliegtuig, had die avond ervoor twee flats in de Amsterdamse Bijlmer doorboord. Tien verdiepingen aan appartementen zijn weggevaagd.
John weet het op dat moment nog niet, maar twee vliegtuigrampen zullen zijn carrière bepalen. Dit is er een van. John, ooit begonnen als portier van het hoofdbureau van de politie in Amsterdam, heeft zichzelf opgewerkt tot rechercheur bij de forensische opsporing. De afdeling zoekt naar sporen nadat er een misdrijf is gepleegd. John heeft alleen zijn opleiding nog niet gehad en nog weinig kennis van het vak. Wel beschikt hij over een dosis enthousiasme en een eigenwijs karakter. Vandaag is hij 'extra handjes'. Hij moet puin ruimen en brokstukken verplaatsen, zodat de professionals de lichamen kunnen bergen, het bewijs verzamelen, foto's van sporen maken.
Geen plaats voor emoties
Samen met twee collega's staat John bij een groot stuk beton. Het hangt met kettingen aan een kraan. Johns extra handen zijn nodig om het enorme stuk bij te sturen. De kraan tilt de betonplaat op. John en zijn collega's draaien de plaat een halve slag. Voor zijn ogen ziet hij iets wat hij nooit voor mogelijk houdt: een compleet gezin is geplet tussen de vloer en het plafond van hun flat. Verbijsterd ziet John hoe een dagelijks tafereel, een gezin aan een keukentafel, in één klap tot stilstand is gebracht.
Dit gezin zal hij de komende dertig jaar inderdaad nooit vergeten, zoals Leendert heeft voorspeld. Ook de reactie van zijn collega's zal hem altijd bijblijven. "Iedereen werkte hard, maar praten over emoties deden we niet", zegt John. Hij vertelt zijn verhaal in een strandtent in Zandvoort. Ver weg van Amsterdam, waar elke straathoek hem herinnert aan een plaats delict.
Het is in 1992 voor de mannen van de recherche niet gebruikelijk lang stil te staan bij wat ze meemaken. Een kop koffie, een klap op je schouder 'goed gedaan, man' en door naar de volgende zaak.
Kop in het zand
John herinnert zich een liquidatie in een hennepkwekerij, hij was net een week bij de recherche. Een man, doodgeschoten, ligt op zijn zij, zijn handen vastgebonden met een elektrodraad. John draait de zaak mee. De volgende dag is de debriefing. Hij wil aangeven dat hij het 'best een dingetje vond'. "Ken je dat plaatje van Jacques Herb, Maar een man mag niet huilen? Hé, de hele zaal ging zingen."
Het is beter om je mond te houden, weet hij. "Ik leerde mijn kop in het zand te steken, een struisvogel te zijn."
Steekpartijen, liquidaties, lijkvindingen, bommen onder auto's, ruiten die doorzeefd zijn met kogels. Hulzen rapen, bloed bemonsteren, vingerafdrukken afnemen. Met onvervalst plat Amsterdams accent, hij is opgegroeid tussen 'het schorriemorrie' in Amsterdam-West, vertelt hij over de zaken waaraan hij heeft gewerkt. De liquidatie van Thomas van der Bijl, die voor zijn dood bij de politie belastende verklaringen over Willem Holleeder had afgelegd en de bekende publicist Theo van Gogh, de aanslag op het Koninklijk Huis in Apeldoorn.
Meteen weg
Met de jaren klimt de forensisch rechercheur in rang en bouwt hij zijn expertise uit tot het hoogste niveau. John wordt leidinggevende van het team Forensische Opsporing in Amsterdam en daarnaast leidinggevende bij het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO). Zijn diensttelefoon staat altijd aan. Zodra de ringtone over gaat, stopt hij met waar hij mee bezig is, stapt in zijn auto en vertrekt naar de plaats delict.
Dit gebeurt tijdens verjaardagen met alle visite in de woonkamer, als zijn dochter voor een wortelkanaalbehandeling bij de tandarts zit. "'Ga maar pap, ik kom wel thuis', zei ze met haar mond vol watten. Ik voelde me schuldig, maar vertrok." Tijdens vakanties met het hele gezin en tijdens voetbaltrainingen, waar hij als kind mee is opgegroeid en wat zijn tweede wereld is. "Je kunt niet 24/7 met moord en doodslag bezig zijn, dit was mijn ontspanning in de 'normale' wereld."
John was naast zijn werk voetbaltrainer en hoofd jeugdopleiding, onder meer bij de Haarlemse voetbalclub HFC. Als hij in gesprek is met een jeugdtrainer voor een opleiding, krijgt hij een melding: iemand heeft met een automatisch wapen in een winkelcentrum in Alphen aan de Rijn het vuur geopend op het publiek. 'Sorry, ik moet weg', zegt John en hij vertrekt. Het is twee jaar na zijn burn-out. Of nou ja, achteraf denkt hij dat dit al het begin is van zijn PTSS-klachten. Zijn lichaam geeft steeds dezelfde signalen: pas op, werk niet te veel.
Overwerk
Toch maakt hij ook nu lange dagen. Soms slaapt hij op een stretcher onder zijn bureau, soms komt hij drie dagen niet thuis. Tot grote frustratie van zijn vrouw, die hem weer ziet vertrekken en die er alleen voorstaat.
De afdeling was zwaar onderbezet, zegt John over die periode. "Moesten we dan de lijken op straat laten liggen? Had ik dan moeten zeggen: 'Sorry, we zitten in ons overwerk, we komen morgen wel, dek dat lijk maar even af? Nee, tuurlijk niet. Dat kan gewoon niet." Dus vertrekt hij weer.
Over zijn vrouw spreekt hij vol lof. "Ik heb een vrouw uit duizenden", zegt hij. "Zorgzaam, maar met een onnoemelijk sterke wil. En altijd eerlijk." Hij leerde haar kennen in een discotheek in Zandvoort. Hij is dan 19, zij 17. Een jaar later gingen ze samenwonen. Weer een jaar later trouwden ze en ze kregen twee kinderen.
Goed huwelijk
Inmiddels is hij 47 jaar getrouwd, heeft hij vier kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Als het aan zijn vrouw had gelegen, was hij twintig jaar geleden weggegaan bij de politie. Ze was er helemaal klaar mee. "Laat ik het zo zeggen, een huwelijk is net als de Tour de France, het gaat over pieken en door dalen. Daar waar de jeugd tegenwoordig niks meer repareert, dus als het slecht gaat in je relatie, dan kap je ermee, kom ik uit de tijd dat als het slecht gaat, je het probeert te redden."
John snapt heus wel dat als zijn telefoon gaat – zijn vrouw vervloekt inmiddels het geluid – en hij vertrekt, hij een blik krijgt. "Welke vrouw accepteert dat zonder te morren?" Na de zoveelste avond overwerk zegt ze dan ook 'Stop toch met dat achterlijke zootje'. "Ze heeft een hekel aan de politie gekregen. Dat snap ik, maar voor mij was het een jongensboek. Ik ben nooit één dag met de pleures in mijn lijf naar mijn werk gegaan."
Maar steeds vaker merkt hij dat hij het allemaal niet zo goed meer trekt. 's Nachts wordt hij met een bezwete rug wakker. Hij heeft herbelevingen. 'Even kauwen', noemt hij het zelf. Hij wordt dan wat stiller, gaat niet graag naar 'weer een lijk', 1500 zijn er door zijn handen gegaan, berekent hij later. Maar dit is nu eenmaal zijn werk. 'Doe nou wat rustiger aan', vraagt zijn vrouw hem. Ze smeekt het bijna.
PTSS
Bij zijn laatste, grootste onderzoek, gaat het mis. De plaats delict, zo'n 50 vierkante kilometer, is groot. Nederland is massaal in shock. John ook. Maar zijn weerbaarheid wankelt al. Deze plaats delict geeft hem de mentale genadeklap:
MH17.
17 juli 2014 zit John op het terras van zijn appartement in Spanje. Hij geniet van het uitzicht over de golfbaan. Hoewel hij op vakantie is, heeft hij net als altijd zijn diensttelefoon bij zich. Die gaat tegelijkertijd met zijn privételefoon over. Een vliegtuig is verdwenen boven Oekraïne, met veel Nederlanders erin. 'Jij hoeft niks te doen', zegt zijn collega van LTFO, 'Ik wilde je alleen informeren dat wij de berging en identificatie van de slachtoffers en eigendommen gaan doen.'
Echt ontspannen is de vakantie niet meer. Hij heeft dagelijks contact met zijn collega's en houdt alle nieuwssites in de gaten. 'Als je moet gaan, moet je gaan', zegt zijn vrouw. Maar John heeft vakantie en het gaat al niet zo lekker, dus hij blijft in Spanje. Daarnaast: de separatisten in het gebied laten niemand toe.
Mensen nodig
Eenmaal terug in Nederland komt Johns naam, met zijn goedkeuring, op de lijst met beschikbare projectleiders. Hij is inmiddels 58 en werkt naar zijn pensioen toe. Met 62,5 wil hij er vervroegd uit. Zijn vrouw vindt zijn vertrek naar het oorlogsgebied geen goed idee, hijzelf zit nog te dubben. Maar er zijn mensen nodig, en hij gaat.
Twee keer vliegt hij naar Charkov en gaat hij op gezette tijden het separatistengebied in. Uren en uren zit hij op zijn knieën systematisch te wroeten in de klei. Honderden stukken bagage gaan door zijn handen, hij brengt vliegtuigonderdelen in kaart. Van de piloot vindt hij zijn vluchtboek, een visitekaartje. Het zijn lange dagen en slopende missies. Van de 298 inzittenden zijn er twee niet geïdentificeerd, dat knaagt nog altijd aan hem. Elke dag belt hij met zijn vrouw, om haar gerust te stellen dat het nog goed gaat.
Helemaal mis
Maar echt goed gaat het niet. Dat blijkt pas twee jaar later. In 2016, hij is weer in zijn tweede huis in Spanje, krijgt hij last van wat later een lekkende hartklep blijkt. Een zeven uur durende operatie volgt. Daarna gaat het helemaal mis. "Ik kon niks meer. De PTSS spoot er via mijn oren uit."
In dat ziekenhuisbed weet hij: nu is het over. Klaar. Terug in Nederland wil hij zo min mogelijk mensen zien. Hij gaat niet meer op visite, nergens mee naartoe. Is niet meer bereikbaar. De onderkant van het bestaan, noemt hij deze periode. "Niet alleen ik, ook mijn vrouw is door een hel gegaan."
35 jaar lang is hij 'die struisvogel' geweest en nu komen alle emoties eruit. Urenlang wandelen op het strand helpt hem er bovenop te komen. En EMDR-therapie. De jankpartijen bij de psycholoog putten hem erger uit dan de triatlons die hij in zijn leven heeft gelopen. "Na zo'n sessie lag ik thuis een uur in bed, zo gebroken was ik."
Maar… hij is er weer. Voor 95 procent is hij genezen, zegt hij zelf. Die andere 5 procent, ach, die komt er af en toe uit. Zoals toen hij 9,5 jaar na MH17 voor het eerst de herdenkplek bezoekt. Alleen. "Ik liep naar een paar bomen toe, daar hing een foto van de piloot. De man van wie ik het vluchtboek in mijn handen had, kreeg ineens een gezicht. Het voelde alsof ik hem tegen het lijf liep." Een schok door zijn lijf, van zijn kruin tot zijn tenen, zo omschrijft hij de ontmoeting. "Ik kon even niks meer en moest op een bankje bijkomen."
Twee vliegtuigrampen markeren het begin en het einde van de carrière van John. Inmiddels heeft hij zijn balans weer gevonden en deelt hij zijn verhalen met het publiek. Om zijn ervaringen te verwerken, schreef hij op aanraden van zijn psychotherapeut het boek Sporen liegen niet, waarin hij terugblikt op alle plaatsen delict waar hij is geweest. Ook in een podcast praat hij over grote Nederlandse strafzaken waaraan hij heeft gewerkt. Dat helpt, weet hij. Bij de politie zal hij niet meer werken, tot geruststelling van zijn vrouw, maar praten over zijn werk zal hij altijd blijven doen. "Het is me alles waard geweest."
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar diegene bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.