Reken jij beter dan een puber? Doe de test
Nederlandse middelbare scholieren presteren slecht op rekenen en wiskundevaardigheid, blijkt uit een nieuw rapport van de onderwijsinspectie. Een flink deel heeft niet de meest basale kennis die je nodig hebt om mee te komen in je opleiding, of zelfs in de maatschappij. Test hier of jouw kennis beter is.
Het is voor het eerst dat de inspectie onderzoek heeft gedaan naar de rekenvaardigheden van middelbare scholieren aan het einde van de tweede klas. De uitkomsten van het rapport dat vandaag is verschenen lees je in dit artikel.
Maar hoe is het eigenlijk gesteld met jouw rekenvaardigheid? Beantwoord hieronder de vragen.
Rekenniveaus
De onderwijsinspectie houdt verschillende referentieniveaus aan. De niveaus geven aan wat kinderen moeten kunnen op verschillende momenten in hun schoolcarrière.
Het basisniveau 1F zouden bijna alle leerlingen aan het einde van de basisschool moeten hebben. Dit betekent dat kinderen kunnen rekenen met eenvoudige getallen.
Opgave 1 is basiskennis die je leert op de basisschool:
Aan het eind van de basisschool horen alle leerlingen vragen van niveau 1F te begrijpen, maar eigenlijk is het de bedoeling dat 65 procent van de leerlingen aan het eind van de basisschool een hoger niveau heeft.
Opgave 2 is een vraag op 1F-niveau:
De volgende opgave is net iets boven 1F-niveau. Die kennis wordt van alle leerlingen verlangd aan het begin van de middelbare school.
Opgave 3 is net boven 1F-niveau:
Dan komt niveau 2F, dat je aan het eind van vmbo moet hebben. Deze kennis is nodig om te kunnen meekomen in de maatschappij en om een mbo-opleiding te doen.
Opgave 4 is op 2F-niveau:
3F is het niveau dat je aan het eind van havo en vwo hoort te hebben. Dit is nodig om je te kunnen redden in een hbo-opleiding en op de universiteit.
Opgave 5 is 3F-niveau:
Alles onthouden? Niet gespiekt? Bekijk dan hieronder de antwoorden.