Mannen voor de klas zijn schaars: Kamermeerderheid wil meer meesters
Er moeten meer meesters voor de klas staan. Dat vindt een meerderheid van de Tweede Kamer. Nu is 13 procent van de leraren op de basisschool een man. De ChristenUnie komt met een motie waarin het kabinet en de onderwijsinstellingen worden opgeroepen dit te gaan regelen.
"Ook mannelijke rolmodellen zijn nodig", zei ChristenUnie-Kamerlid Don Ceder vandaag in de Kamer. Daarom moeten onderwijs en politiek een doel stellen: in 2035 zouden drie op de tien afgestudeerde pabo-studenten man moeten zijn.
Geen kleuterklas
Met concreet beleid moeten onderwijsinstellingen en de overheid dat doel halen, bijvoorbeeld door een online-campagne, zei Ceder. "Maar ook de pabo-stages moeten anders ingericht worden. Zo haken mannen vaak af als ze voor een kleuterklas moeten gaan staan. Wij zeggen dus: haal dat eruit voor mannen."
Verschillende Kamerleden opperden een meer gespecialiseerde pabo, gericht op jongere of oudere basisschoolkinderen, omdat mannen minder graag aan kleuters les zouden willen geven.
"Ik hecht er belang aan dat er meer diversiteit voor de klas komt, waaronder meer mannen", reageert demissionair onderwijsminister Mariëlle Paul. "Uiteindelijk wil je goede en deskundige leraren voor de klas, en daar blijven we ons best voor doen. Als we meer meesters kunnen strikken, waarom niet?"
Streven naar 50 procent
Minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs) sluit zich daarbij aan. "Recente cijfers laten zien dat zo'n 17 procent van de pabo-studenten man is. Dat cijfer is de afgelopen tijd voorzichtig omhoog gegaan, maar ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat het goede aantal 50 procent zou zijn." In het voortgezet onderwijs en op het mbo is het verschil tussen het aandeel mannen en vrouwen veel kleiner.