Windsurfer Bob begint aan extreme tocht naar Engeland: 'Niet zonder gevaar'
Het is een lange en ruige tocht van zo'n 400 kilometer. Nog nooit heeft een windsurfer zich aan een dubbele oversteek gewaagd, toch leek het Bob van de Burgt (22) een goed idee om op zijn foil heen en weer naar Engeland te gaan. Dit doet hij voor een goed doel. "Want ik word door het sporten steeds sterker, terwijl de 10-jarige Lucas met de ziekte van Duchene steeds zwakker wordt."
Hij verwacht een ruige start met harde wind en hoge golven. Maar dat zijn niet de enige uitdagingen. Op de route naar het Engelse Lowestoft zit een groot windmolenpark waar hij met een grote boog omheen moet en er ligt een vaarsnelweg met grote schepen en olietankers. "We moeten dus goed timen of ik voor of achter de schepen langs ga", zegt Bob, die er net zijn eerste jaar als fulltime professioneel windsurfer op heeft zitten.
Over die obstakels die hem te wachten staan maakt hij zich geen zorgen. Wel over de wind in de ochtend. "De voorspelling is dat de golven een metertje of twee hoog kunnen zijn, als dat zo is, stuiter ik flink door die golven heen. De foil is een meter lang, die moet ik in het water houden terwijl de golven twee meter zijn, dus hoger dan de foil én mezelf."
De omstandigheden zijn niet helemaal optimaal, maar het zijn de beste verwachtingen voor de aankomende maand. "Normaal bij zo'n extreme overtocht heb je een breed windraam. Als windsurfer wacht je maanden of soms een jaar op de beste omstandigheden, maar omdat we dit nu voor een goed doel dit doen, hebben we besloten de tocht nu toch te maken.
'Ik word fitter, hij zwakker'
Het goede doel is Lucas, de 10-jarige jongen heeft de progressieve spierziekte Duchenne. Zijn spieren worden langzaam steeds zwakker tot ze uiteindelijk helemaal niet meer functioneren. "Het contrast tussen Lucas en mij is enorm. Ik leef van mijn sport. Ik ben er iedere dag mee bezig en word steeds fitter, sneller en sterker op het water. Bij hem is dit een omgekeerde realiteit. Zijn spieren breken met de weken en jaren steeds verder af."
Laatst nog ging Bob bij Lucas eten. "We lieten de hulphond uit, Lucas ging op zijn fietsje. Na tien minuten deed zijn arm pijn van het vasthouden van zijn stuur. Hij kan nu nog lopen, maar zodra het iets zwaarder wordt, zit hij in een rolstoel. Dit raakt mij en ik vind het mooi iets terug te kunnen doen."
Niet zonder risico
Dat het iets extreems moest zijn, past bij Bobs manier van leven. Hij houdt wel van een uitdaging. Zijn moeder vindt de overtocht iets te spannend en zal niet bij de start aanwezig zijn, zijn vader wel. "Er kunnen ook best wat dingen mis gaan", zegt Bob nuchter. Hij kan hard vallen, door het zeil of de mast heen. Het materiaal kan breken, dat moet dan op het water, tussen de hoge golven, worden gemaakt.
Maar hij heeft vertrouwen in een goede overtocht, zijn ouders overigens ook. En als er iets mis gaat, vaart er een boot mee met onder meer twee stuurmannen, een spotter die hem altijd in de gaten houdt en twee windsurfers die hem helpen met zijn materiaal - mocht er iets breken.
Urenlang surfen
In Engeland begeleiden lokale surfers hem naar Lowestoft, daar zal hij wat eten en drinken voor zijn tocht terug naar Nederland weer begint. Met snelheden tussen de 30 en 55 kilometer per uur verwacht Bob over de dubbele oversteek zo'n 10 tot 13 uur te doen. "Niemand weet precies hoe lang, dat is afhankelijk van de wind."
Maar het zal ergens in de avond zijn. En als hij het haalt, vliegt hij zijn familie en vrienden in de armen. "En ik hoop een grote check aan Spieren voor Spieren te overhandigen."