Rechtszaak over Sri Lankaanse adoptie moet over

De rechtszaak van een vrouw die in 1992 werd geadopteerd en door misstanden niet kan achterhalen wie haar biologische ouders zijn, moet opnieuw. Dat heeft de Hoge Raad bepaald.
De vrouw, Dilani Butink, werd in Sri Lanka geboren en kort daarna door Nederlandse adoptieouders geadopteerd. Toen ze op zoek ging naar haar biologische ouders, bleek dat haar adoptiepapieren niet kloppen. Ze heeft de Nederlandse staat en de stichting die bij haar adoptie had bemiddeld aansprakelijk gesteld en eist een schadevergoeding.
Dilani in gelijk gesteld
Het hof in Den Haag stelde haar in 2022 in het gelijk. Het vindt dat de staat en het bemiddelingsbureau te veel hebben vertrouwd op de autoriteiten in Sri Lanka en meer hadden moeten doen om problemen rond de adoptie te voorkomen.
De staat en de stichting gingen daartegen in cassatie. De stichting vindt dat haar niet te verwijten valt dat de vrouw haar biologische ouders niet kan vinden, omdat ze ervan uitging dat de gegevens klopten. De staat zegt dat er geen reden was om bemiddelingsorganisaties systematisch te controleren.
Regels en procedures
De Hoge Raad oordeelt nu dat het hof bij het oordeel geen rekening heeft gehouden met de toenmalige omstandigheden, zoals de regelgeving en procedures. In 1992 was er bijvoorbeeld geen verplichting om gegevens uitgebreid te controleren als die door buitenlandse instanties werden verstrekt.
De zaak moet nu over worden gedaan door het gerechtshof van Amsterdam.
Dilani zegt in een reactie tegen RTL Nieuws dat ze teleurgesteld is in de beslissing van de Hoge Raad. "Ik hield er wel rekening mee, maar het blijft naar om te horen dat ik nog niet klaar ben." Ze zegt strijdbaar te zijn en te hopen dat ook het hof in Amsterdam haar in het gelijk stelt.
Nadat het hof haar in 2022 in het gelijk had gesteld, zat Dilani bij Renze, waar ze haar verhaal vertelde. Dat is te zien in deze video: