Bjorn verloor zijn 'mooie meisjes' Anna en Lynn, en laat anderen zien: dit is dus rouw
Bjorn Visser (35) verloor zijn tweelingdochtertjes, Anna en Lynn, twee dagen nadat ze werden geboren. Sindsdien gaat hij steeds meer 'met de billen bloot'. Vindt hij doodeng, maar belangrijk, hij wil laten zien: pappa's rouwen ook. En dat doen ze soms anders dan moeders. "Ik had het gevoel dat ik het verdriet van mijn vrouw ook moest dragen. Dat werkte niet."
Het is misschien een beetje gek, maar Bjorn Visser vergelijkt de mens weleens met een colafles. En daar is niets mee aan de hand als het goed gaat in het leven, als er geen vervelende, ontwrichtende dingen gebeuren.
"Maar", zegt Bjorn: "Als je een fles hard schudt, of er Mentos bij gooit, dan gaat hij intens schuimen en onploft-ie. Dan komt er een boel lelijks omhoog."
Dat schudden, die pepermuntjes: dat staat symbool voor de moeilijke dingen in het leven. En voor Bjorn en zijn vrouw Inge was die ellende: het verlies van hun meisjes, Anna en Lynn, de tweeling die twee dagen na de geboorte stierf.
'We gaan ervoor'
Het is 2018 als Bjorn en Inge tijdelijk in Engeland wonen voor hun werk en besluiten: we gaan ervoor. Een tweede kindje. Ze hebben op dat moment al een zoontje, Daan, van bijna 2, en het stond op de planning om weer terug te verhuizen naar Nederland. Nijmegen om precies te zijn: het echtpaar wilde het woord van God verspreiden, en in die stad graag een kerk opzetten. "Maar dan wel op een toegankelijke, jonge, vlotte manier." In Engeland deden ze inspiratie op.
Inge raakte vrij makkelijk zwanger. Bjorn: "Eigenlijk verliep ons leven toen precies zoals we wilden." Dat het een tweeling zou worden, dat was schrikken, maar op een goede manier. Of, noem het maar: schakelen. "Een grote auto, twee babykamers in plaats van één, een grotere kinderwagen... Er moest een boel geregeld worden, maar we hadden zoiets van: ze zijn meer dan welkom. Laat maar komen."
Scherp, maar niet ongerust
De zwangerschap verliep niet vlekkeloos: het ene baby'tje kreeg meer vruchtwater dan de andere, maar gaandeweg in de zwangerschap werd dat weer rechtgetrokken. Er waren veel controles in het ziekenhuis.
"We waren scherp, maar niet ongerust. Juist omdat alles zo goed in de gaten werd gehouden." De gynaecoloog gaf bij bijna dertig weken aan dat het stel gerust op babymoon kon, en dat ze de eerstvolgende controle niet over één, maar twee weken wilde doen." En dus ging het stel op vakantie, voordat de chaos van luiers en flesjes en wakkere nachten zou beginnen.
Het stel ging een paar dagen weg, de oudste naar opa en oma. Op de terugweg nog even snel langs Prénatal, kinderwagen ophalen, daarna naar het ziekenhuis voor die check. "En toen", zegt Bjorn, "ging het heel snel."
In Inges buik was het tweelingtransfusiesyndroom opgetreden: de ene baby krijgt meer bloed dan de andere. "Daardoor had Lynn helemaal geen vruchtwater en Anna juist heel veel. Opereren was geen optie meer, de artsen waren heel duidelijk: 'We gaan jullie meisjes vandaag halen'. Inge was toen dertig weken zwanger, dus de kindjes waren kwetsbaar maar levensvatbaar."
Het ene meisje, het andere meisje
Slangetjes, piepjes, scans, een ziekenhuisbed, artsen die in en uit liepen, witte jassen all over the place, hartjes die klopten, godzijdank, maar wel onregelmatig. Inge kreeg een spoedkeizersnede. Anna, het grootste kindje, kwam eerst ter wereld, Lynn volgde. "Ik stond erbij en keek ernaar, de baby'tjes werden meteen overgenomen door artsen, het was een gekkenhuis en ik werd verscheurd: moest ik bij mijn vrouw zijn, het ene meisje, het andere meisje? Wie had me het meest nodig?"
Anna ademde zelfstandig, Lynn had opstartproblemen, dus Bjorn voegde zich aan haar zijde. De meisjes werden beiden in een couveuse gelegd, 'tegennatuurlijk', zegt Bjorn daarover: "Je wilt ze vasthouden, zo van: papa is hier." Hij was bang, maar ook trots. Ronde gezichtjes, kleine neusjes, roze mondjes, blonde haartjes. Ze leken op elkaar.
Maar het ging niet goed. De volgende dag bleek dat Anna een hevige hersenbloeding had gehad. Nog geen zes uur na dat nieuws, de ouders deden hazenslaapjes in het ziekenhuis, werden ze gewekt. "Jullie dochtertje Anna gaat het niet redden, jullie moeten afscheid nemen."
Zo mooi
Bjorn duwde het bed van zijn vrouw met een rotvaart door de ziekenhuisgangen om nog op tijd bij het overlijden van hun kindje te zijn. Hij vertelde Anna herhaaldelijk dat ze lief was. En mooi. Zo zo mooi. Hoe trots ze zijn. "Van die woorden", zegt Bjorn, "die ik haar eigenlijk de rest van haar leven, tot ze oud zou zijn, had willen toespreken."
Anna werd op de borst van haar moeder gelegd, voor het eerst, en dat was ook het moment dat ze overleed. "Het ging zo snel. We trokken haar kleertjes aan, het was zo gek: ik was mijn kind aan het aankleden terwijl het niet meer leefde. Zo mocht het niet gaan."
In de vroege ochtend werd Bjorn wakker met een 'schizofreen gevoel'. Enerzijds: intens verdriet, we zijn een kindje kwijt. Anderzijds: intense hoop, één kindje kan het nog redden. "We leerden heel snel aflezen aan de monitoren en de piepjes hoe het met haar ging." Het leek goed te komen, maar toen Bjorn onderweg naar het gemeentehuis was om aangifte te doen van de geboorte en het overlijden van Anna, werd hij gebeld. "Je moet terugkomen. Het gaat niet goed met Lynn." Ook Lynn had een hersenbloeding gekregen.
Vrienden en familieleden leefden mee, bidden voor het gezin, Bjorn racete terug naar het ziekenhuis. Zijn zoontje, Daan, kwam later naar het ziekenhuis. "Hij begreep wel dat het niet goed ging. Ik vertelde hem dat Anna in de hemel was, bij Here Jezus, en dat Lynn daar ook naartoe zou gaan. En toen zei Daan, ik krijg elke keer kippenvel als ik eraan denk: 'Mag ik haar brengen?'"
'Maar jullie redden het wel'
Ook Lynn overleed, net als haar zusje, in de armen van haar ouders. "We verlieten het ziekenhuis met twee mandjes met daarin onze kindjes. Ik weet nog dat de verpleegkundige tegen ons zei: 'Maar jullie redden het wel'. Als je je zo kwetsbaar voelt, en niet weet waar je het zoeken moet, dan zijn zulke woorden heel waardevol. Maar ik dacht ook: hóé dan? Hóé moeten we dit gaan doen?"
Daar kwam hij gaandeweg achter. Maar niet die eerste weken.
Die eerste weken beschrijft hij als een waas. Vol liefde, verdriet, kaartjes, eten-kokers, bizarre keuzes (welke muziek, hoe moet het rouwkaartje eruitzien?). Ter afleiding is Bjorn een keertje die week naar Monkeytown geweest met Daan. "Hij kwam vanaf een trampoline naar me toegerend: 'Papa, ik denk dat Anna en Lynn nu ook in Monkeytown in de hemel spelen'. Ja, dan knalt je hart uit elkaar van verdriet."
En dat doet het nog steeds, dat hart van hem. Uit elkaar knallen. Van verdriet, maar, nu, zes jaar later, vooral ook van trots. Voor hun meisjes. Die knappe, kleine kindjes, die er maar twee dagen waren, maar die zo veel voor hen betekenen.
"Door rouw leer je liefde op een heel pure manier kennen. Rouw is de liefdestaal voor de persoon die er niet meer is. En je leert jezelf kennen. Je eigen valkuilen."
Bjorn ging snel aan het werk. "Of, nou ja, wat is snel: dat is natuurlijk een mening. Maar ik ging in de eerste weken al wel weer aan de slag in de kerk, ik moest iets te doen hebben. Voor Inge was het anders, die stond meer stil bij haar emoties, praatte er veel over met familie, vrienden."
Bjorn is er eerlijk over: het zorgde voor wrijving, die verschillende rouwmanieren. Hij had het gevoel: ik moet het verdriet van Inge ook dragen. Hij wilde niets delen, kropte alles op, voelde verantwoordelijkheid, zorgzaamheid. Waardoor Inge juist dacht: voelt hij wel iets? "Zij wilde heel graag een ruimte waar we ons verdriet samen, met elkaar, konden delen, zonder dat we iets van de ander hoefden over te nemen."
Tegen de lamp
Het klaarde de lucht tussen hen, toen ze dat bespraken. Maar voordat Bjorn daarachter kwam, en die lucht helderder werd, moest hij een paar dingen doen. Eerst: tegen de lamp lopen. Voelen dat er zo veel woede en verdriet in hem zat, en dat die eruit moesten.
Daarna: met zichzelf in gesprek gaan over die emoties. En ook: met een coach. "Inge en ik moeten elkaar weer meer begrijpen, maar misschien moet ik mezelf eerst een beetje begrijpen. Ik zei hem: 'Bevraag me eens'. Ik vergeleek mijn manier van rouwen continu met hoe Inge het deed, bleek daaruit. 'Dat hoeft niet', zei mijn coach. En: perfect rouwen bestaat niet."
Bjorn ging op zoek naar voorbeelden. Hoe rouwen mannen? Hij ontdekte: die voorbeelden zijn er niet. Of amper. En toen gingen de radartjes in zijn hoofd aan. Zou het niet mooi zijn dat verhaal zelf op te zoeken? En te delen? Boek één zag in 2022 het levenslicht, Pappa's rouwen ook, waarin hij twaalf rouwende vaders aan het woord laat na het verlies van een ongeboren kindje, of een kind op latere leeftijd.
"Ik dacht, na het maken van dat boek, dat de storm zou gaan liggen. Maar ik kreeg zó veel reacties, het ontplofte. Eén verhaal bleef me het meest bij: een moeder belde me, haar man had zichzelf van het leven beroofd na het overlijden van hun zoontje. Ik vond dat zo ontzettend verdrietig. En tegelijkertijd sterkte het me nog meer om mijn verhaal te delen. Het is onwennig om, zeker in de media, met de billen bloot te gaan, maar met mijn verhaal kan ik andere vaders, en ook moeders, helpen."
Lees door onder kader
Heb jij vragen over zelfdoding?
Stichting 113: bel 113 of 0800-0113 (gratis), of anoniem via de chat op de website 113.nl
24 uur per dag bereikbaar, 7 dagen per week
Veel ellende te voorkomen
Hij weet: een overleden kindje kun je niet meer terughalen. Maar ander verlies is wél te voorkomen, zoals het verlies van een baan, van gezondheid, van een huwelijk, van vrienden, wat allemaal kan ontstaan door rouw. "Rouw is geen ziekte, maar je kunt er wel ziek van worden."
Inmiddels ziet het leven er voor Bjorn, en ook voor zijn vrouw, er heel anders uit dan in 2018. Er zijn twee kinderen bij gekomen in het gezin: een zoontje, Aron (4) en een dochtertje, Elin (2). De wolk was niet alleen maar roze, vooral niet bij Aron, zegt Bjorn heel eerlijk.
"Het was pittig, vooral de zwangerschap, de eerste keer zwanger na het verlies van onze meisjes, met meer controleafspraken omdat het zo mis was gegaan, en dan ook: zelfde ziekenhuis, zelfde gang, wachtkamer, gynaecoloog. Maar wij wisten waar de ingang naar het mortuarium was. Zoiets vergeet je niet meer. En tegelijkertijd was het ook zo mooi dat er een kerngezond kindje met ons mee naar huis ging."
Zijn leven bestaat uit genieten van de kinderen die om hem heen zijn, maar ook: missen van de kinderen die er niet zijn. "We noemen hun namen nog regelmatig."
En inmiddels is hij ook op een professionele manier met rouw bezig. Hij richtte, na die 'ontploffing' aan reacties van lotgenoten, stichting Rouwkost op, die nu precies twee jaar bestaat. En er is een tweede boek: Vier handen op een lege buik, waarin Bjorn stellen aan het woord laat over het verlies en de impact daarvan op hun relatie. Hij sprak zowel mensen die het niet samen hebben gered na het verlies van hun kind, als ouders die nog samen zijn. "Het is een illusie dat je het samen niet redt na het verlies van een kind. Ik zie het bij mij en Inge; het was hard werken, maar we zijn hechter dan ooit."
Zo sterk
En hij sprak voor zijn boek een stel dat een kindje verloor. De moeder was een agente, kreeg een melding dat er gereanimeerd moest worden op het kinderdagverblijf van haar zoontje, en het bleek om haar zoontje zelf te gaan. Het kindje overleed aan wiegendood. "Die ouders gingen heel, heel diep. Zo begrijpelijk. Die vader werd op een gegeven moment verliefd op een ander, en die moeder zei: 'Ga maar, als je dat wilt'. Hij kwam er toen achter: ik ben in de war, maar ik wíl helemaal niet bij je weg. Ze hebben veel gepraat, hulp gehad, en nu een megasterk team. Zo sterk, dat ze hun verhaal gewoon met mij en toekomstige lezers wilden delen."
Delen. Het is een woord dat Bjorn wel een paar keer noemt. Want: als er niet wordt gepráát over rouw, dan wordt het ook nooit normaal. "Joh, hoe vaak ik wel niet van mannen heb gehoord: 'Ik durfde het niet te delen, want ik voel me verantwoordelijk voor mijn gezin'." Het is logisch, zegt hij: ons brein haat pijn. "Ga maar na, wat doen we als we iemand zien huilen? We geven een tissue. Voor de ander, maar vooral voor onszelf: we willen het niet zien."
"Maar wist je dat er onderzoek is gedaan naar tranen die voortkomen uit rouw? Die hebben een net iets andere samenstelling dan andersoortige tranen, waardoor ze langzamer over onze wangen rollen. Alsof ons lijf ook wil zeggen: laat het maar zien."
Laat maar zien, die tranen
Dus laat Bjorn het zien. Met zijn boeken, zijn stichting, workshops, lezingen, en ook zijn maatjesproject, met vaders die met andere vaders een biertje gaan drinken. Gaan wandelen. Hardlopen. "Er zijn twee vragen die ik het vaakst hoor: hoe moet je rouwen, en: rouw ik wel goed? Waar kun je die vragen beter stellen dan bij mensen die je voor gingen?" Hij weet nu: er is geen goed of fout. Maar wat wel helpend is, zijn twee dingen: met elkaar praten, en elkaar de ruimte geven. "En de man moet beseffen: hij hoeft niet sterk te zijn. Of misschien is het júíst sterk om soms je tranen te laten zien. Je pijn."
Ook heeft hij de parelkoffer bedacht: de tegenhanger van de vrolijke zwangerschapsboxen die toekomstige ouders krijgen. Er zit een informatief magazine in, een doe-boek voor broertjes en zusjes, en ook twee knuffeltjes: eentje voor de ouders, en eentje voor bij het overleden kindje.
Het is grappig, zegt Bjorn: hij richtte een kerk op, en inmiddels is hij zo druk met zijn stichting dat iemand anders de kerk heeft overgenomen. Máár, wat hij doet, is een soort digitale kerk aanbieden, aan ouders. Een online plek voor troost, stilte, delen. "En dat maakt me nog trotser op Anna en Lynn. Door wat ik van mijn meisjes leerde, kan ik nu anderen laten zien dat er licht is aan het einde van de tunnel. Rouw is niet alleen maar donker. Of eng. Die geschudde colafles kan weer rustig worden."
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar diegene bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.